Leon de Winter heeft de deken retorisch verkracht
• 26-09-2012
• leestijd 3 minuten
De Winter heeft het karakter van zijn favoriete vriend opgehemeld en dat van zijn favoriete vijand vermoord
Argumentatie is zoals tennissen. Waar het om gaat is de laatste bal te slaan in het veld van de opponent. Volgens de regels. Dat de ene tennisster een gouden racket heeft, een korter rokje, of een slecht karakter, is volstrekt irrelevant. In een opiniestuk in de Volkskrant, breekt Leon de Winter alle regels van het tennis en hij wil toch nog scoren. Want waar het om gaat is de bal: de vraag of Bram Moszkowicz de regels heeft geschonden. We moeten ons niet laten afleiden door de sofisterij van de Winter.
De Winter
beweert van alles over Kemper en Moszkowicz.
Moszkowicz is een hartelijke en trouwe vriend. Nou en? Willem Holleeder is misschien ook een hartelijke en trouwe vriend van iemand, maar dat maakt hem niet minder misdadig. Bram is beroemd, rijdt in mooie auto’s, heeft een mooie en slimme vriendin. Nou en? Holleeder heeft ook deze kwaliteiten en eigendommen. Moszkowicz wordt benijd en verguisd. Nou en? Als mensen Holleeder benijden en verguizen wil dat niet zeggen dat hij onschuldig is.
Bram is een briljante advocaat. Nou en? Zijn de regels en de wetten slechts bedoeld voor domme advocaten? Bram is een uitzonderlijk talentvolle pleiter. Nou en? Om geschikt voor de advocatuur te zijn, is het niet voldoende om briljant te zijn en een talentvolle pleiter. Formule 1 chauffeur Michael Schumacher is een uitzonderlijk talentvolle rijder, maar als hij buschauffeur zou worden en zijn passagiers zou laten verongelukken, zou zijn rijtalent onvoldoende zijn. En dat was ook het argument van de deken, dat Bram slecht is voor zijn klanten.
Kemper wekte de indruk een heilige opdracht uit te voeren, aldus De Winter. Dit is een aanval op de persoon, niet op de bal. In de argumentatieleer noemen ze dit een ‘ad hominem’. Het zou volstrekt irrelevant zijn als de aanklager van Holleeder de indruk zou wekken dat hij een heilige opdracht uitvoert. Slechts twee dingen tellen bij het vaststellen van de schuld: of Holleeder de wet heeft overtreden en of de aanklager dat kan bewijzen. Hetzelfde geldt voor Kemper, slechts twee dingen tellen: of Moszkowicz de regels heeft geschonden en of Kemper dit aannemelijk kan maken.
De Winter: “Kemper overdreef, beledigde, ging met zichzelf op de loop.” Zelfs als het waar zou zijn, is het volstrekt irrelevant. Dat is de taak van Raad van Discipline, om argumenten inhoudelijk te beoordelen en de rest te negeren. Sterker nog, als de Raad van Discipline goed functioneert en Kemper buiten zijn boekje gaat, dan werkt dit in het voordeel van Moszkowicz.
Volgens De Winter maakt een half jaar schorsing “de onderneming van Bram kapot.” Deze drogreden heet het ‘argument naar het medelijden’ (Argumentum ad misericordiam).
Als het waar is, dan maakt een half jaar schorsing ook andere ondernemingen kapot. Dat is nu eenmaal de sanctie en als Moszkowicz zich aan de regels houdt, dan heeft hij niets te vrezen. En als het waar is wat de deken zegt, dan is het ook alleen maar beter als Moszkowicz de advocatuur verlaat. Want door de rotte appels van de goede te schiften, verkrijgt de burger weer vertrouwen in het recht en de rechtsstaat.
Anders hangt er een schimmige waas en ziet men de advocatuur slechts als verlengstuk van de onderwereld. Advocaten – als onderdeel van het rechtssysteem – moeten net zo betrouwbaar zijn als Zwitserse klokken. Het is niet voldoende dat ze Zwitserse horloges dragen en Zwitserse rekeningen hebben.
Volgens De Winter eiste Kemper minder dan de maximum straf slechts als afleidingsmanoeuvre. Nu wordt ik jaloers op De Winter, dat hij gedachten kan lezen.
In het kort: De Winter heeft het karakter van zijn favoriete vriend opgehemeld en dat van zijn favoriete vijand vermoord. Hij praat over de schoonheid van de rackets en de minirokjes van de ballenmeisjes. Hij kan ballen met mooie effecten gooien. Maar altijd buiten het veld.