'Er is, ondanks afspraken Sociaal Akkoord, steeds minder plaats op de arbeidsmarkt voor leerlingen met een beperking'
Vanaf volgend jaar zullen de praktijkscholen, waar leerlingen met een IQ tussen de 55 en 80 worden opgeleid voor een baan, steeds meer bankzitters gaan afleveren. Op de arbeidsmarkt is er namelijk steeds minder plaats voor deze leerlingen. Daar waarschuwt Hans de Boer, de nieuwe werkgeversvoorman, voor in de Volkskrant.
Leerlingen die het vmbo niet aankunnen, kunnen een vak leren op de praktijkschool. Jaarlijks halen zo’n zesduizend leerlingen er hun diploma. Daarvan kom 7 procent in een sociale werkplaats terecht en krijgt een kwart direct na het verlaten een Wajong-uitkering. Zij die het wel lukt om een baan te vinden, kunnen deze vaak maar met moeite behouden omdat ze het tempo niet aankunnen en veel begeleiding nodig hebben.
Dit kabinet heeft besloten om de sociale werkplaatsen zo goed als allemaal te sluiten. Iedereen in de samenleving moet participeren. Concreet betekent dit dat werknemers met een beperking in de toekomst terecht moeten in een ‘gewone’ baan. Daarover maakte het kabinet in het sociaal akkoord afspraken met werkgevers en de vakbeweging: in het bedrijfsleven moeten er 100 duizend aan het werk, bij de overheid 25 duizend. Wie buiten de boot valt, heeft pech. De kans op een Wajong-uitkering wordt ook steeds kleiner, omdat de overheid toegang hiertoe heeft bemoeilijkt.
Koon van Os, directeur van het Pronovacollege in Schiedam vertelt hoe hij de toekomst inziet:
Onze leerlingen kunnen straks nergens meer naartoe. Slechts eenderde van de jongeren die van de praktijkschool afkomen vindt een reguliere baan, waarbij het merendeel van de werkgevers subsidie krijgt […] Ook dan blijven ze kwetsbaar. Er zijn er veel van wie na één, twee jaar het contract niet wordt verlengd omdat ze net iets langzamer zijn dan van ze wordt verwacht. Dan zijn ze 20 en is er al geen plek meer voor ze in de maatschappij.
Peter de Jong, voorzitter van de koepel van praktijkscholen, sluit zich daarbij aan:
Als ze niet meer terechtkunnen in een sociale werkplaats wordt het thuiszitten […] Werkgevers willen natuurlijk toch de besten.”
Ondanks de ongerustheid uit het vakgebied, heeft staatssecretaris Klijnsma besloten dat de afspraken over de sociale werkplaatsen en de Participatiewet overeind blijven.