Redelijk woest ben ik. Kwaad met een reden en ook een beetje triest. Dat
was er niet direct. Eerst was er de blijdschap om de val van het
kabinet en om het terugdraaien van de bezuinigingen op passend
onderwijs
Blij waren we: mijn collega’s en ik, we hadden ons niet voor niets samen zo sterk gemaakt voor onze kinderen in de Arena op 5 maart. Het ongeloof toen, dat de minister dit protest zomaar aan zich voorbij liet gaan. Net zoals alle initiatieven van ouders, scholen en leerlingen zelf haar niet raakten. Haar mantra: ‘ik weet hoe erg het is, maar het moet’. Niets wist ze, opgesloten in haar eigen werkelijkheid: een kooi van Faraday. Het enige wat je kunt doen om daar doorheen te breken is de stekker eruit.
Mijn trieste boosheid betreft ook Ton Elias. Om de manier waarop hij mij en mijn collega’s steeds opnieuw heeft weggezet als luie verwende mensen die gewoon een tandje bij moesten zetten. Om de manier waarop hij mijn Gijs en andere kinderen heeft weggezet als kinderen die geen aangepaste leeromgeving nodig hebben, als ze maar gewoon normaal doen. Om de manier waarop hij 6.000 specialisten in het onderwijs schoffeerde door ze simpelweg overbodig te verklaren. Om de ‘ach mevrouwtje’-toon waarmee hij me tegemoet trad in een live interview voor radio 1. Om de wegkruipende draaiende taal waarachter hij zich tijdens dat interview verschuilde toen bleek dat hij zijn eigen wet niet kende. Zo ver weg van alles, zo in zijn eigen gelijk. Net als Marie – Antoinette, de vrouw van Lodewijk de 16de, die als antwoord op de honger van het Franse volk zei “als het volk geen brood meer heeft, dan eten ze toch cake”.
Na de opluchting dus nu de boosheid: om de veroorzaakte onrust bij kinderen, ouders, leerkrachten, ambulant begeleiders. Mijn Gijs die vraagt “is het mijn schuld dat ze ontslagen worden?” Wat kan ik doen met die boosheid: komen de beleidsmakers en hun uitdragers hier zomaar mee weg? Kan ik een klacht indienen? En vooral: hoe kunnen we voorkomen dat dit opnieuw gebeurt.
Want we zijn er nog niet: de bezuiniging is van tafel, maar de hervormingsplannen liggen er nog op. Natuurlijk kan altijd alles beter, natuurlijk kan er hervormd worden. Maar ik begrijp niet hoe je dat kunt doen door 6.000 mensen te ontslaan die niet overbodig zijn. Iedere dag weer zorgen zij voor de aansluiting met de reguliere wereld voor kinderen zoals Gijs. Essentiële schakels. Het maakt me niet uit bij wie ze in dienst zijn, het maakt me niet uit hoe ze heten. Maar laat ze er zijn. Op 8 mei worden de onderwijs-hervormingsplannen bekeken door de Eerste Kamer. Die kan ze maken en breken. Ik hoop op het laatste: pas dan is het tijd voor gebak.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.