Korpschef wil speciale berechting van agenten die burger doodschieten, met eigen poule van gespecialiseerde advocaten
Woensdag werden twee agenten die in Rotterdam Mike Stok doodschoten door de rechter schuldig verklaard voor doodslag en poging tot doodslag. Toch besloot de rechter hen te ontslaan van rechtsvervolging omdat er sprake zou zijn geweest van zogenoemd ‘putatief noodweer’. Korpschef Gerard Bouman haalde opgelucht adem, maar pleit nu ook voor een herziening van de berechting van agenten die een burger doodschieten.
Er is een groot verschil tussen burgers en agenten. Als mensen op straat ruzie krijgen, dan kunnen ze de benen nemen. Politiemensen kunnen niet weglopen. Wij moeten er naar toe. En als er een situatie is die alleen met geweld kan worden gestopt dan moeten zij die met geweld stoppen. Dat is geen keuze. Ze moeten. Als wij dan in hetzelfde strafrechtelijke circuit komen als burgers die een strafbaar feit plegen, zijn we het spoor volledig bijster. Agenten zouden na een dodelijk schietincident niet meer vervolgd moeten worden voor doodslag. Het doet zo’n onrecht aan hun positie. Een politieman gaat niet met het idee van huis om zijn vuurwapen te gebruiken. Maar als hij dat doet, moet je toetsen of hij de regels goed heeft nageleefd. En als dat niet zo is, kun je hoge straffen opleggen. Dat snapt iedere agent.