Luistert dit land zonder luisteraars nog wel naar hem?
Nederland is een constitutionele monarchie die is georganiseerd volgens de scheiding der machten. In zijn oorsprong berust de uitvoerende macht bij de koning maar die is in de loop van meer dan twee eeuwen volledig uitgehold. Zelfs de regierol bij kabinetsformaties is de laatste jaren verloren gegaan. Wat blijft, is het functioneren als de belichaming van Nederland als geheel: tijdens bezoeken in binnen- en buitenland, en op Koningsdag als het nationaal medeleven zichtbaar gemaakt moet worden temidden van de slachtoffers van een ramp.
En op christelijke hoogfeesten. Dan verschijnt de koning op de televisie om onder woorden te brengen wat Nederlanders verenigt en niet wat hen verdeelt. Ook waarschuwt hij dan tegen bedreigingen van die gezamenlijkheid. Als deftige Haagse familie belijdt de dynastie een protestantisme van zulk een vrijzinnigheid dat men om het ouderwets te zeggen met iedereen “goed” kan omgaan. Ze veroorlooft zich – als ik goed geïnformeerd ben – twee hofpredikers, een van hervormde en een van Waalse snit als daar met de vorming van de PKN tenminste geen eind aan gekomen is. Dat stamt nog uit de tijd van voor Thorbecke, toen de Nederlandsch Hervormde Kerk een speciale status had, hoewel de bedienaren des geloofs van de andere gezindten ook een maandelijks honorarium uit de staatskas ontvingen dat tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd uitbetaald, waarna het rijk deze verplichting voor een bedrag ineens afkocht.
Rode das Paste de kersttoespraak van Willem Alexander bij de rol van de koning in de moderne tijd? Kan kroonprinses Amalia er een voorbeeld aan nemen, als zij straks de scepter van haar vermoeide vader overneemt? De rode das met bijpassende bloemenweelde contrasteerden aangenaam met de burgerlijke inrichting van zijn Wassenaarse villa maar daar gaat het natuurlijk niet om. Het ging erom wat hij te berde bracht. De koning gaf iedereen zijn deel. De inbedding van zijn betoog in het kerstverhaal was bedoeld om de gelovigen aan te spreken. Wie weinig met het christenkind op heeft, kon zijn hart weer ophalen aan de nadrukkelijke manier waarop Willem Alexander onderstreepte hoe wezenlijk de vrijheid van meningsuiting en het verbod op discriminatie voor de samenhang van ons volk zijn. Hij zei het niet, de koning, maar volgens mij bedoelde hij het wel: de vrijheid van meningsuiting en het verbod op discriminatie zijn twee kanten van dezelfde medaille.
Memorabele zinsneden De toespraak bevatte een paar memorabele zinsneden, die keurig waren ingebed in het betoog. Zij horen in 2017 veel geciteerd te worden, vooral de eerste: * Het extreme lijkt het nieuwe normaal te worden. * Velen hebben het gevoel in een land zonder luisteraars te leven * ‘Beleving is werkelijkheid’, hoor je vaak. Maar het fundament van het dagelijks leven wordt drijfzand als beleving het zicht op de werkelijkheid verdringt. * Vrijheid heeft ruimte nodig. Ruimte om te leven, te bewegen, te denken en te debatteren zonder angst. Ruimte om van elkaar te verschillen. Die vrijheid hoort bij ons en is sterker dan welke terreurdaad ook. * In deze onzekere tijd, zijn angst en woede begrijpelijke emoties. Maar boosheid kan geen eindstation zijn.
Conclusie: dit was verreweg de beste kersttoespraak van Willem Alexander. Hij heeft zichzelf overtroffen.
Het zal hem niet meevallen dit niveau in de komende jaren nog te overstijgen. Hij deed precies wat de hedendaagse constitutie van het staatshoofd verwacht. Willem Alxeander wees op wat de Nederlanders bijeenhoudt en wat door de eeuwen heen de kracht was van dit volk. We zijn allemaal op onze hoogstpersoonlijke manier zeer eigengereid maar we gunnen elkaar die eigengereidheid. Extremisme verwijzen we naar de randen van de samenleving. Wij kijken misschien ‘s-avonds onder het bed om te zien of daar geen monster ligt, maar we laten ons nooit het zicht op de echte werkelijkheid door angst of woede benemen. Als we daar maar aan vast houden, zullen we de crises van het komende tijdperk glansrijk overleven. tenzij de koning ongelijk krijgt en het extreme wel het nieuwe normaal wordt. De bange vraag luidt: luistert dit land zonder luisteraars nog wel naar hem?