Kledingmerken buiten Syrische vluchtkinderen uit in fabrieken

De internationale kledingindustrie blijft in opspraak komen. Dit keer heeft het onderzoeksprogramma Panorama van de BBC met een verborgen camera blootgelegd dat giganten als onder meer Zara en Mango hun kledingstukken laten fabriceren bij Turkse bedrijven die doelbewust Syrische vluchtelingen uitbuiten, waaronder kinderen.

De Syrische vluchtelingen, die in het zogenaamd ‘veilige’ Turkije geen status kunnen krijgen, zoeken op straat naar werk om aan een inkomen te komen. Daar worden ze geronseld door louche textielbedrijven die hen naar een fabriek brengen waar ze voor amper een euro per uur te werk worden getseld, voor minder dan het Turkse wettelijk minimumloon. De vluchtelingen kunnen geen kant op en de bedrijven maken daar gretig gebruik van. Ze schuwen ook niet kinderen aan het werk te zetten om kleding te naaien die in onder meer Engeland bij ketens als Marks & Spencer wordt verkocht. De illegale werknemers worden ook blootgesteld aan erbarmelijke omstandigheden, zoals het onbeschermd werken met giftige stoffen.

De kledingindustrie reageert op de bekende wijze op de schokkende taferelen. Ze stellen dat ze dergelijke praktijken niet toestaan en maatregelen zullen nemen. Volgens critici is dat niet voldoende omdat de misstanden zich keer op keer voor blijven doen en een ingrijpender aanpak van het probleem nodig is.