Experiment Van Bijsterveldt met flexibele schooltijden geslaagd
Kinderen op flexscholen presteren boven verwachting goed. Leerkrachten, ouders en leerlingen van de zeven scholen die meedoen aan het drie jaar durende experiment ‘flexibele onderwijstijden’ zijn zeer enthousiast. Van Bijsterveldt stuurde het rapport gisteren naar de Tweede Kamer.
Demissionair minister Marja van Bijsterveldt begon het experiment in navolging op advies van de Sociaal-Economische Raad. Die adviseerde in 2011 dat scholen meer rekening moeten houden met de werktijden van ouders. Door flexibelere uren te hanteren zouden ouders hun werk met het gezin beter kunnen combineren.
De flexschool hanteerde variabele begin- en eindtijden. Ook hebben de kinderen geen vaste vakanties meer en krijgen ze zelfs gewoon les tijdens de vakanties. Voordeel van deze constructie is dat leerlingen in minder volle klassen zitten, zich beter kunnen concentreren en ze minder stress ervaren omdat hun schooltijden beter in het werkschema van de ouders passen. Sommige scholen maakten zelfs gebruik van een 4-daagse schoolweek. Voorwaarde is wel dat de kinderen voldoende les krijgen. Daar voldeden de scholen aan; ze maakten zelfs meer gebruik van de onderwijstijd dan verplicht is.
Minister Van Bijsterveldt in het AD:
‘Een van de dingen die mij zeer verheugt: er is op de scholen sprake van meer gebruik van de onderwijstijd dan formeel verplicht is […] Ik wil toe naar een vorm van onderwijs die past bij de wensen van gezinnen en scholen. Waar leerlingen het beste uit zichzelf halen en waar ouders zorg en werk beter kunnen combineren.’
Wat precies de effecten zijn van de flexscholen is volgens Van Bijsterveldt nog niet te zeggen, daarvoor loopt de proef te kort. Tot nu toe zijn er in ieder geval nog geen tekortkomingen vastgesteld. AD: Flexscholen een groot succes