Kiezer is kritisch, niet wantrouwend
• 25-06-2012
• leestijd 3 minuten
Dat er een onmogelijke uitslag dreigt wordt niet bepaald door het
stemgedrag van de kiezer maar door het vermogen van politieke partijen
om samen te werken
Peilers beweren dat er een onmogelijke verkiezingsuitslag dreigt en dat de kiezer wantrouwend is. Maurice de Hond claimt dit al jaren, maar eigenlijk is er sprake van een steeds kritisch wordende kiezer die van partijen een duidelijk verhaal wilt horen.
Dat een 3 partijen variant steeds moeilijker wordt is een proces dat al sinds de ontzuiling aan de gang is. De kiezer volgt niet meer blind de ‘voorgangers’ van de zuil maar kiest steeds duidelijker zijn eigen koers en volgt zijn eigen opvattingen. Dat gegeven verkleint de basis van politieke partijen die voorheen bijna automatisch op een zekere aanhang konden rekenen. Maar dat betekent niet dat de kiezer wantrouwend is en de politiek de rug toekeert. Grotere kiezersonderzoeken hebben dat al eerder laten zien. De kiezer is kritisch en maakt juist gebruik van zijn democratisch recht. En ook het gemiddeld opkomst percentage is over de jaren heen redelijk stabiel. Bij werkelijk verlies van vertrouwen, zal een burger wegblijven bij de verkiezingen. Iets wat in Nederland makkelijk kan, omdat Nederland stemrecht kent in plaats van stemplicht.
Het zijn elke keer weer dezelfde spookverhalen waarmee we als burger bekogeld worden door de peilers. Elke neergaande beweging van een partij of een partijleider is het zoveelste teken van democratisch onheil. Even zo vaak wordt dit aangehaald om meer democratie door te voeren. Maurice de Hond pleit daarbij zelfs voor directe internetdemocratie. De site ‘schaduwkabinet’ dient als opmaat. Enig opportunisme is Maurice de Hond niet vreemd. Maar van een goed onderbouwd verhaal is geen sprake. Het is angstpolitiek.
Dat er een onmogelijke uitslag dreigt wordt niet bepaald door het stemgedrag van de kiezer maar door het vermogen van politieke partijen om samen te werken. Daarbij is het wel van belang, voor het nodige draagvlak, dat partijen vooruit aangeven welke richting zij prefereren. De VVD geeft momenteel aan dat een samenwerking met de SP hoogst onwaarschijnlijk is. Zoals de linkse partijen aangeven dat samenwerking met de PVV onbespreekbaar is. Dat een coalitie van meer dan 3 partijen mogelijk is bleek wel uit de Lentecoalitie. Ook al is er sprake van een gelegenheidscoalitie, het laat wel zien dat in Den Haag voldoende bewegingsruimte is om een bredere coalitie te vormen. Als de druk maar groot genoeg is, wordt alles vloeibaar.
Bovenstaande tabel laat 3 coalities zien die numeriek mogelijk zijn. Variant I is de linkse versie. Deze kent 5 partijen maar dat aantal is minder bezwaarlijk dan het lijkt. SP-PVDA-GL staan als linkse partijen vlak bij elkaar en kunnen makkelijk met elkaar samenwerken. Ook het CDA zal onder de huidige koers van Peetoom tot samenwerking kunnen komen met de andere partijen. D66 is een ander verhaal omdat dit een typische rechtse partij is. De afstand tussen SP en D66 is behoorlijk.
Variant II is een centrum variant. Deze variant is qua standpunten zeer goed mogelijk. VVD-D66-CDA kunnen sowieso makkelijk in 1 kabinet. De PVDA, ook al is zij nu behoorlijk naar links opgeschoven, heeft al eerder in een kabinet gezeten met de andere partijen. Het betekent dat de PVDA zich als centrum partij opstelt. Misschien vervelend maar zeker niet onmogelijk.
Variant III is een longshot. VVD en SP in een kabinet. Hoogst onwaarschijnlijk maar als dit de enige mogelijkheid zou zijn, kunnen D66 en Christenunie als lijm functioneren. Het is maar net hoe groot de druk is.
Dat de kiezer steeds kritischer wordt is niet een teken van wantrouwen maar van een overduidelijk signaal van de kiezer wat zij wel en wat zij niet wilt. De eigen agenda doorvoeren wordt dan lastiger. Om uit deze cirkel te ontsnappen dienen partijen zich meer te richten op wat ons bindt in plaats van wat ons scheidt. Partijen zullen met een breder en groter verhaal dienen te komen waar meer kiezers zich in herkennen, in plaats van populistische uitspraken zoals van Aptroot[VVD] die alle subsidies aan wegen wilt spenderen. Met dergelijke retoriek bewijs je als Kamerlid niet bezig te zijn met de toekomst van Nederland en al zijn burgers, maar alleen bezig te zijn met het aantal zetels dat je kan winnen. Dat elke partij zijn eigen perspectief heeft op de toekomst van Nederland is billijk maar uiteindelijk dient het te gaan om de toekomst van alle Nederlanders en niet alleen de eigen achterban.
Dit artikel verscheen eerder op de
weblog van Hans Groen