Dat Nederland een beleefder systeem overweegt dan volledige
automatische registratie is geen reden om te beweren dat 'ja, tenzij'
geen extra doneren oplevert. Een simpele wijziging van het registratiesysteem kan het aantal donororganen in Nederland enorm verhogen
Onlangs kwam ik bij een avondje televisiekijken toevallig het programma “Hollandse Zaken” tegen. Nu snap ik niet zo goed waarom dit programma zich maar op twee van de twaalf provincies van Nederland richt, maar voor de rest was ik aangenaam verrast door de inhoud van dit discussieprogramma. Wat mij betreft is het momenteel het meest interessante programma dat Omroep Max heeft voortgebracht.
Deze aflevering ging de discussie over orgaandonatie. Een debat met als belangrijkste vraag of organen ook op commerciële basis aangeboden zouden moeten worden. Voor- en tegenstanders werden gehoord, evenals mensen met ervaring als donor of orgaanzoekende. Het probleem is namelijk dat Nederland momenteel nog een groot tekort aan donoren heeft. En hoewel je sommige lichaamsdelen, zoals hart, hersenen of lever, bij leven moeilijk kan missen, is het afstaan van een nier in sommige landen relatief gebruikelijk. In Pakistan of Iran kan je tegen vergoeding een nier afstaan. Deze nieren worden vervolgens voor behoorlijke bedragen aangeboden, maar zijn wel makkelijker te verkrijgen dan een wachtlijstnier in Nederland.
Het debat ging dus vooral over de morele vraag of betaalde donatie wel of niet aanvaardbaar was. Het voordeel ligt voor de hand: er komen meer nieren beschikbaar, zodat meer mensen sneller geholpen kunnen worden. De bezwaren zijn meer van ethische aard. Hoe rechtvaardig is het als de kans op een donororgaan vooral een kwestie van geld wordt? En hoe vertrouwen we erop dat mensen die hun orgaan verkopen, dat niet uit pure wanhoop moeten doen?
Wat ik echter miste in de discussie was een reflectie op het Nederlandse donorsysteem. De situatie werd zo voorgesteld alsof er maar twee opties waren: commerciële orgaandonatie of het huidige systeem. En dat terwijl er ook een derde alternatief is, namelijk de overstap van naar actieve “ja, tenzij” donorregistratie.
In het huidige systeem zijn alleen mensen die die zich expliciet als donor hebben laten registeren ook daadwerkelijk donor. Dit systeem is bekend als “opt-in”, ook wel bekend als “passieve registratie”. Mensen moeten zichzelf als donor inschrijven, vanuit het register wordt geen actie ondernomen. Een andere optie is “ja, tenzij”, of “actieve” registratie. In een dergelijk systeem wordt iedere bewoner actief benaderd met de vraag om donor te worden en alleen als je bezwaar maakt, wordt je niet in het donorregister opgenomen. De varianten hiervan wisselen een beetje per land. De Nederlandse variant is Actieve Donor Registratie (ADR) en werkt zoals hiervoor omschreven. Dit systeem is dus nog wat vriendelijker dan volledig automatische registratie, waarin een burger niet meer actief naar haar voorkeur gevraagd wordt. Dit systeem is bijvoorbeeld in Oostenrijk ingevoerd, en vereist dat burgers helemaal uit zichzelf de moeite nemen om zich uit te schrijven, zonder ze hiervoor nog actief te benaderen.
ADR kan aanzienlijk meer donoren opleveren. Er zijn namelijk genoeg mensen bij wie de overweging om donor te worden niet opkomt, die het vergeten te regelen of die het gewoonweg teveel moeite vinden om erover na te denken. Dit zijn allemaal potentiële donoren die nu bijna uit een soort onverschilligheid niet geregistreerd staan. In landen met een automatisch donorregistratiesysteem is het registratiepercentage dan ook meer dan het dubbele van dat in landen met actieve registratie. Uiteindelijk kan dit leiden tot wel meer dan 50% meer beschikbare organen. Dat Nederland een beleefder systeem overweegt dan volledige automatische registratie is dan ook geen reden om te beweren dat het geen extra doneren oplevert.
Een simpele wijziging van het registratiesysteem kan het aantal donororganen in Nederland dus enorm verhogen. En dit zonder alle morele bezwaren die aan een commercieel systeem kleven. Mensen met bezwaren tegen donatie kunnen zich immers ten alle tijde nog uitschrijven en niemand is verplicht om donor te worden. De enige verandering zit hem in de standaard die we onszelf als natie opleggen, door de inspanning te verleggen van inschrijvers naar uitschrijvers. Maar ook dat lijkt me geen bezwaar. Met een nieuw orgaan kan immers een leven gered worden, ongeacht of dit bewust of onbewust is gedoneerd.