Buitenhof: Twee tegenpolen zijn het opvallend vaak met elkaar eens
Jort Kelder, presentator van ‘Hoe heurt het eigenlijk’ over oude adel en persoonlijke vriend van premier Rutte, ging bij Buitenhof in gesprek met SP-leider Jan Marijnissen. Ze bespreken de houding van het Nederlandse volk ten opzichte van de elite. Volgens een rapport van het SCP dat afgelopen week verscheen wordt de elite gewantrouwd door het volk.
Marijnissen constateert dat de gezamenlijkheid die in Nederland heerste na de Tweede Wereldoorlog is veranderd in een doorgeslagen individualisme. Het wantrouwen wordt volgens hem gevoed door onder meer de berichten over zelfverrijking aan de top en de afbraak van de sociale zekerheid. “Dat wantrouwen richt zich ook naar de politieke elite.”
De jaren zestig hebben volgens Marijnissen niet alleen het individualisme gebracht maar ook een noodzakelijk kritische houding ontwikkeld bij de bevolking. Dat laatste slaat nu verder door, bij gebrek aan weerwoord. Hij noemt het voorbeeld van het verzet tegen onderzoek naar baarmoederhalskanker. Tegenstanders daarvan verspreiden “de grootst mogelijke onzin” op internet. “Dan denk ik jongens van de wetenschap hoe zit het nou eigenlijk? Waarom hebben jullie nog zo weinig autorteit, waarom manifesteren jullie je niet?”
Volgens Kelder is een van de oorzaken de opkomst van internet en de manier waarop dat medium alle meningen gelijkschakelt. “Jouw mening is even belangrijk als die van een ander. Wat natuurlijk niet zo is want de mening van een hoogleraar op zijn vakgebied doet er meer toe dan wat wij er aan tafel over vinden.” Marijnissen beaamt dat.
Zelfverrijking Kelder richt zich vervolgens op het onderwerp van de zelfverrijking en stelt dat de bevolking “vooral boos en jaloers is”. Maar de vraag is volgens hem of er sprake is van incidenten of van een trend. “Er zijn ongelofelijk veel mensen in de publieke sector die zich niet verrijkt hebben. Er zijn ongelofelijk veel directeuren van bedrijven die zich wel in hebben gehouden.” De media verheffen volgens Kelder incidenten tot trends. “Aan de vruchten kun je de boom herkennen”, werpt Marijnissen tegen “dit systeem brengt blijkbaar dit soort mensen voort en dat leidt tot wantrouwen.”
Kelder wil de neo-liberale trends die Marijnissen signaleert nuanceren. De overheid is nog steeds erg groot en er komen steeds meer regels. Marijnissen: “Wie heeft de financiële crisis veroorzaakt? Ik niet”. Kelder noemt de te hoge hypotheken die worden afgesloten: “Wij zijn allemaal graaiers.”
Presentator Marcia Luyten wil weten of de elite misschien steeds minder het goede voorbeeld is gaan geven. Beide gesprekspartners zijn het daar hartgrondig mee eens. Kelder haalt de adelijke lieden aan die hij met enige regelmaat spreekt, zoals Loudon die stelde “als wij nog aan de macht zouden zijn geweest dan was dit nooit gebeurd.” Kelder zegt dat onderzoek uitwijst dat het de mensen uit de lagere en middelklasse zijn die bij promotie naar hogere functies zichzelf niet kunnen inhouden. Adel daarentegen denkt meer in het belang van generaties. “Als er zo’n type in de top van ABN Amro had gezeten was het (de val van de bank, red.) niet gebeurt.”
Marijnissen doet daarop een bekentenis over Kelder: “Ik ben een fervent kijker van zijn programma. Hij legt in elke aflevering het verschil tussen oud en nieuw geld uit. En ik moet bevestigen, er was bij het oude geld inderdaad altijd ook een sociale component. Dat is wat bij de nieuwe elite ontbreekt.”
Kelder gaat in op de Quote 500 en zegt dat een fors deel van de mensen die op deze rijkenlijst voorkomen als gevolg van de verharding van het debat naar het buitenland gevlucht zijn. “Die mensen zijn weggejaagd. De agressie tegen ‘graaiers’ leidt er toe dat de echte excellente figuren naar het buitenland vertrekken.”
Marijnissen noemt de bewering van Kelder overdreven. “Er is niemand weggejaagd.” Kelder maakt het onderscheid tussen managers en ondernemers. De laatste groep toont meer maatschappelijke verantwoordelijkheid. “Als het gaat om ondernemerschap zijn wij het volledig met elkaar eens”, stelt Marijnissen. Kelder zegt dat dat niet blijkt uit het SP-programma.
Moet de elite meer luisteren naar het volk, wil Luyten weten. “Met mate” meent Kelder. Vroeger vond het volk de elite ook al verwaand en bekakt maar werd niemand er over geïnterviewd, zegt hij. Bovendien was er geen individualisme: “Je deed gewoon wat de pastoor zei.” Hij meent dat “een zekere afstand goed is. Politici die met rozen langs de deur gaan, die bij het minste of geringste met een wetje komen…” Marijnissen verklaart opnieuw het hartgrondig met hem eens te zijn. “Een politicus moet zelf analyseren en de tijdgeest vóór zijn en vormgeven.”
Kelder zegt dat er een nieuwe elite gevormd kan worden met behulp van goed onderwijs en de invoering van een meritocratie waarbij de beste mensen op topfuncties zitten. “En het volk dat altijd boos is en zegt ‘we hebben overal recht op’ mag ook weerwoord krijgen.” Marijnissen reageert dat hij het nu voor het eerst volledig oneens is met Kelder. “Ik denk dat er heel veel grond is voor klagen. Neem het uitkleden van het wetenschappelijk karakter van de universiteiten.” Waarop Kelder enthousiast roept “eens!”
Marijnissen stelt dat er moreel besef moet komen om de wegkijkcultuur te verdringen. “In een ziekenhuis is het nodig dat iemand zegt: we zijn hier om mensen beter te maken, zo efficiënt en liefst goedkoop mogelijk. En de rest is bijzaak.”
Kelder sluit af met opmerking dat de elite ook niet moet zeuren. “Als een bedrijf in de problemen komt is dat de schuld van de directie en niet van de kantinejuffrouw.”
Marijnissen pleit voor een discussie die in Nederland gevoerd zou moeten worden: “Hoe kunnen we de kwaliteit van onze samenleving verbeteren? Daar gaat het om: het goede leven.”