Onder de huidige wet en regelgeving kan een klokkenluider juridisch gezien soms beter zwijgen
Uit het recent verschenen rapport “Veilig misstanden melden op het werk” van Berenschot, gemaakt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat slechts 20% van de klokkenluiders zeggen positieve ervaringen te hebben met het melden van misstanden. Een opvallend laag percentage.
Klokkenluider blijft uiterst kwetsbaar Onder de huidige wet en regelgeving geniet een klokkenluider relatief weinig bescherming. Er is weliswaar nieuwe wet en regelgeving in de maak maar in de kern gaan die nieuwe regels niet ver genoeg om de klokkenluider ook daadwerkelijk in juridische zin beter te beschermen. En de vraag rijst of een effectieve bescherming van een klokkenluider überhaupt wel mogelijk is. De juridische werkelijkheid kan immers een geheel andere werkelijkheid zijn dan de werkelijkheid waar een klokkenluider in de praktijk mee te maken heeft.
Klokkenluider is kansloos bij een angst en intimidatiecultuur Bekend is dat veel klokkenluiders na een melding van een misstand met een angst en intimidatie cultuur geconfronteerd worden waar moeilijk tegen te strijden valt. Ondanks prachtige interne klokkenluiderregelingen waar de organisatie zich aan heeft verbonden. Die geven vorm en inhoud aan een juridisch proces als een melding eenmaal is gedaan. Maar klokkenluiderregelingen bieden geen bescherming tegen moeilijk juridisch te vatten verschijnselen als mismanagement, pesten en ander grensoverschrijdend gedrag en een angst en intimidatiecultuur. Het onderzoek van Berenschot laat zien dat veel klokkenluiders negatieve gevolgen ondervonden, zoals ontslag, overplaatsing, buitengesloten worden door collega’s, verslechterd loopbaanperspectief of gevoelens van frustratie.
Rechtspositie klokkenluiders uitermate zwak Jurisprudentie over klokkenluiders wijst uit dat werkgevers nog altijd vrij gemakkelijk van een klokkenluider af kunnen komen. Het huidige arbeidsrecht biedt hen daarvoor meer dan voldoende mogelijkheden. En daar zal een kentering in moeten komen wil de overheid serieus werk kunnen maken van een betere bescherming van klokkenluiders.
Mismanagement serieus nemen Economisch zijn veel misstanden te vatten onder de noemer mismanagement. En in dat begrip ligt, naast de aanbevelingen in het rapport van Berenschot, vermoedelijk ook de sleutel voor oplossingen om klokkenluiders een betere bescherming te geven. Mismanagement kan hoger op de agenda geplaatst worden van iedere interne toezichthouder. De verhoren van de parlementaire enquête woningcorporaties hebben dat wel aangetoond. Als mismanagement in een organisatie voorkomt dan is de kans groot dat het in alle managementlagen van de organisatie aanwezig is. En derhalve is het een taak van de interne toezichthouder om het bestuur van de organisatie bij zo’n vaststelling daarop fel aan te spreken. Blijft dat achterwege dan kan de juridische werkelijkheid het als “falend intern toezicht” kwalificeren met als ultieme sanctie, aansprakelijkheid van de toezichthouder.
Klokkenluider kan soms beter wachten met melden Onder de huidige wet en regelgeving kan een klokkenluider juridisch gezien dus soms beter zwijgen en misstanden niet direct melden zolang het dienstverband voortduurt. “Veilig misstanden melden op het werk” klinkt ambitieus maar zover is het in Nederland nog lang niet. Dat wil niet zeggen dat een misstand dan niet aan de kaak gesteld kan worden. Dat kan altijd nog zolang de misstand voortduurt of nog niet is verjaard. De veiligste weg is het aankaarten van een misstand op moment dat de klokkenluider niet meer financieel of anderszins afhankelijk is van zijn werkgever. Een melding bij externe toezichthouders of bij officiële instanties die daarvoor opgericht zijn is dan vaak veel effectiever.