Als er een tweede kerncentrale komt, riskeert het kabinet Rutte willens
en wetens de nationale veiligheid en volksgezondheid voor elektriciteit
die naar het buitenland gaat
Afgelopen zaterdag riepen tienduizend mensen op de Dam in Amsterdam het kabinet op te stoppen met kernenergie. Protest anno 2011 blijkt een vrolijke bedoening te zijn, met muziek, plakhandjes en geschminkte kindertjes. En waarom ook niet? De boodschap van al deze demonstranten is in beginsel positief. De manifestatie ‘schoon genoeg van kernenergie’ was dan wel een duidelijk signaal tegen kernenergie, het was net zo hard een keuze voor schone energie. Een keuze die het kabinet Rutte maar niet wil maken.
Morgen (donderdag 21 april 2011) krijgt energieminister Verhagen alsnog de kans om ondubbelzinnig te kiezen voor duurzame energie. Dan is er in Den Haag voor het eerst sinds lange tijd weer een speciale commissievergadering Economische Zaken, Landbouw en Innovatie geheel gewijd aan kernenergie. Met dank aan de ramp in Fukushima, treurig genoeg. Want ook al zijn de bezwaren tegen kernenergie al decennialang hetzelfde, een fundamenteel debat over de keuze voor of tegen deze levensgevaarlijke technologie is kennelijk alleen mogelijk als er ergens in de wereld een kernramp aan de gang is.
De timing van de ramp en het daaruit volgende maatschappelijke debat is bijna griezelig. Volgende week is het precies 25 jaar geleden dat de kerncentrale in Tsjernobyl ontplofte en een groot gebied voorgoed onbewoonbaar maakte. En donderdag, de dag waarop de commissie Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vergadert over de randvoorwaarden voor een nieuwe kerncentrale in Nederland, is het precies 25 jaar geleden dat dezelfde commissie vergaderde over nieuwe kerncentrales.
Destijds was het kabinet Lubbers II voorstander van een of meerdere kerncentrales in Nederland. Ook een kabinet van VVD en CDA. De geschiedenis herhaalt zich in de meest letterlijke zin van het woord. Er is wel één ding anders dan in 1986 en dat is dat er nu geen enkele noodzaak meer is voor kerncentrales in Nederland. Ons land produceert een enorme hoeveelheid elektriciteit, waar kernenergie maar een paar procent van uitmaakt. De komende tien jaar zal de capaciteit bovendien veel sneller toenemen dan de vraag, vooral vanwege al geplande extra gascentrales en uitbreiding van schone energieopwekking. In 2020 kan Nederland ruimschoots in haar energiebehoeften voorzien met gas en schone energiebronnen zoals wind en zon. Alle extra elektriciteit is voor de export.
Extra kolen- of kerncentrales zijn dus helemaal niet nodig. Als er een tweede kerncentrale komt, riskeert het kabinet Rutte willens en wetens de nationale veiligheid en volksgezondheid voor elektriciteit die naar het buitenland gaat. Precies vijfentwintig jaar geleden werd door allerlei toevalligheden de beslissing over nieuwe kerncentrales uitgesteld. Een paar dagen later zorgde de Tsjernobyl-ramp voor afstel. Het kabinet kan donderdag blijk geven van historisch besef door nu wel bewust het hoofdstuk kernenergie te sluiten en te kiezen voor een schone energievoorziening. Ik wens de heren en dames politici veel wijsheid toe.