Kabinet gaat structureel 'bijpraten' met SGP, CU en D66

Het kabinet gaat het onlangs gesloten politieke verbond met D66, ChristenUnie en SGP volgens een vaste structuur voortzetten. Vanaf nu worden de fractievoorzitters Pechtold, Slob en Van der Staaij elke twee weken door de top van het kabinet bijgepraat over de laatste ontwikkelingen op financieel-economisch terrein. Dat meldt de Volkskrant woensdag.

Afgelopen maandag was de eerste bijeenkomst met de fractievoorzitters waarin ze werden bijgepraat. Vanaf nu doen ze dat iedere twee weken om te overleggen met minister-president Rutte, vicepremier Asscher, minister Dijsselbloem van Financiën en de fractievoorzitters Zijlstra (VVD) en Samsom (PvdA). Die hebben dan net coalitieberaad gehad.


”Je kunt merken dat ze zo blij en opgelucht zijn. Ze kunnen nu weer verder”, zegt een van de drie gedoogpartners in de Volkskrant.

Op 11 oktober bereikte de coalitie met de oppositiepartijen D66, SGP en ChristenUnie een akkoord over aanpassing van de begroting voor volgend jaar. Dankzij dit akkoord was het mogelijk een meerderheid te krijgen voor de maatregelen in de Eerste Kamer. Als dat niet was gelukt, was het een lastige tijd geworden.

Er dreigde totale onregeerbaarheid als er geen akkoord was gekomen”, aldus een van de onderhandelaars.

In ruil voor gedoogsteun van de drie fracties doet het kabinet wel een aantal concessies. Zo krijgt D66 600 miljoen voor onderwijs en gaan de lasten op arbeid omlaag. En de versoepeling van het ontslagrecht wordt een half jaar eerder ingevoerd. Ook is er gehoor gegeven aan de wensen van de SGP en de ChristenUnie: gratis schoolboeken voor gezinnen, geen bezuinigingen op kindsubsidies en meer geld voor defensie. Géén gedoogcoalitie

Over de samenwerking met SGP, ChristenUnie en D66, zei Dijsselbloem eerder dat het ‘een wonderlijke combinatie’ is. “Maar het werkt wel.”
 Als er in de toekomst weer steun gezocht zou worden met de oppositie, dan zijn D66, ChristenUnie en de SGP de eersten waar Dijsselbloem zal aankloppen, liet hij weten toen het akkoord net gesloten was. Maar, zo benadrukte hij toen, het zijn géén gedoogpartners. Hoe hij ze wel noemt? Zijn ‘meest geliefde oppositiepartijen’. Volgens betrokkenen heeft het kabinet nog niet geprobeerd die ‘meest geliefde oppositiepartijen’ om steun te vragen voor andere onderwerpen die niet in het akkoord zijn gekomen.