Woensdag is de Argentijns-Nederlandse Julio Poch (65) vrijgesproken van betrokkenheid bij de dodenvluchten in Argentinië. In de jaren 70 en 80 werden politieke tegenstanders van het regime in Argentinië levend uit een vliegtuig gegooid. Poch was gevechtspiloot bij de Argentijnse marine ten tijde van het Videla-regime. Hij werd ervan verdacht te hebben meegewerkt aan de dodenvluchten. In afwachting van de voltooiing van het proces, zit hij al meer dan acht jaar in voorarrest.
Advocaat Geert-Jan Knoops staat Julio Poch al acht jaar bij, maar heeft hem woensdag pas voor het eerst in levende lijven ontmoet.
"Het was zeer bijzonder en ook emotioneel om hem in levende lijve te zien. Voor een advocaat is het natuurlijk een redelijk bizarre situatie dat je een cliënt al acht jaar bijstaat, terwijl je hem nog nooit hebt gezien […] Het proces loopt al vijf jaar, het is het langstdurende proces in Argentinië. In die tijd zijn talloze getuigen gehoord en hebben we bewijsmateriaal verzameld."
Volgens Knoops is er door de aanklagers een hoop onjuistheden verkondigd. Zo geeft hij als voorbeeld een brief waarin Poch door een militair wordt bedankt voor bewezen diensten. “Daarvan zeggen de aanklagers: ‘zie je wel, hij wordt bedankt voor wat hij heeft gedaan in het kader van de dodenvluchten’. Maar die brief was bedoeld voor Pochs vertaalwerkzaamheden”, aldus Knoops.
Poch heeft altijd volgehouden onschuldig te zijn. Uit logboeken zou blijken dat hij hele andere vluchten heeft gemaakt op het moment dat de dodenvluchten plaatsvonden. Bovendien vloog hij in die periode alleen maar met straaljagers; voor de dodenvluchten werden vrachtvliegtuigen ingezet.
De zaak tegen Poch is tot stand gekomen mede door oud-collega’s van de piloot bij Transavia. Tijdens een etentje in restaurant Gado Gado op Bali zou hij hebben gezegd dat hij betrokken was bij de dodenvluchten. De twee piloten die bij het etentje aanwezig waren hadden althans die indruk, doordat Poch naar verluidt zou hebben gezegd “we threw them in the sea”.
Poch komt vermoedelijk vandaag nog vrij. Mocht het Openbaar Ministerie hoger beroep aantekenen, is nog niet duidelijk waar hij de behandeling van die rechtszaak moet afwachten; in Nederland of in Argentinië.