Journalisten ontkrachten democratie
• 03-09-2012
• leestijd 4 minuten
Laat de verdachtmakingen en het framen van tegenstanders en hun meningen maar over aan de politici
Hoe langer je nadenkt over de woorden van de Amerikaanse politicus Todd Akin, hoe merkwaardiger en gevaarlijker zijn standpunt wordt. Niet alleen het merkwaardige en niet-bestaande verschijnsel dat vrouwen die slachtoffer worden van een “legitimate rape” op biologische wijze de kans op een zwangerschap doen verkleinen (dus dat de discussie over abortus na verkrachting marginaal is), maar vooral de eruit volgende consequentie dat bij vrouwen die toch zwanger worden na een schijnbaar ongewenste coitus er wellicht helemaal geen sprake was van verkrachting.
Anders had hun biologische zwangerschapsblocker er wel voor gezorgd dat ze niet zwanger waren geworden. Kortom: als je zwanger bent geworden en zegt dat je verkracht bent, is de kans groot dat de gemeenschap niet ongewenst was. Een schandalig standpunt.
Het is dan ook niet vreemd dat als iemand het heeft over een onderwerp dat aan deze discussie raakt, zeker in verkiezingsstrijd, aan politici gevraagd wordt wat ze hier van vinden. Vorige week leidde dat tot een akkefietje: SGP-lijsttrekker Van der Staaij werd erover ondervraagd.
KvdS: Wat mij in die discussie eigenlijk opviel, is dat het heel vaak mis gaat als je niet juist ook oog hebt voor de enorme problemen die ook juist vrouwen kunnen ervaren als ze verkracht zijn; altijd ervaren. De kans op een zwangerschap is dan weliswaar heel klein, maar de problemen zijn natuurlijk dan toch immens als dat gebeurt. Dat neemt niet weg dat wij vinden dat daar met heel veel compassie mee om gegaan moet worden, maar dat dat ons niet afbrengt van ons standpunt dat bescherming van het leven voorop staat.
Wester: Maar even, dat valt me toch op, u zegt dan ‘na verkrachting is de kans op zwangerschap heel klein, dat is wat Akin eigenlijk ook zegt, die zegt ‘er is een soort mechanisme waardoor je niet zwanger wordt’… Gelooft u daar ook in?
KvdS: Dat is een feit, dat dat (zwangerschap na verkrachting) maar heel weinig gebeurt, maar dat neemt niet weg dat het wel degelijk kan gebeuren, dus dat het wel een probleem is. Wat natuurlijk een vreselijk probleem is, waarmee mensen in aanraking kunnen komen, daar wil ik echt niet makkelijk over doen, maar we moeten ook niet doen alsof dat [zwangerschap na verkrachting], zeg maar nou, de meeste gevallen van abortus in Nederland daarmee nou te maken hebben. Dat gaat om hele andere situaties. Om hele andere redenen.
Wester: Maar keurt u in zo’n geval abortus goed?
KvdS: Nou kijk, wij hebben en houden als standpunt dat wij zeggen ‘onder alle omstandigheden waarin niet het leven van iemand in het geding is, vinden wij dat wij voor dat ook ongeboren menselijk leven moeten blijven staan.’
Het is evident dat Van der Staaij het punt probeert te maken dat zwangerschap na een ongewenste coitus klein is (hij zegt niet dat de kans kleiner is dan bij een gewenste omgang), en dat hij de positie van het ongeboren leven voorop zet. Het is ook evident dat Frits Wester probeert de woorden van Van der Staaij in de context van dat wat Akin gezegd heeft te plaatsen.
In de discussies die hierop volgden vielen de opiniemakers over elkaar heen om Van der Staaij ervan te betichten dat hij Todd Akin verdedigt. Vooral in de uitzending van Knevel en Van den Brink van 28 augustus gaat het er hard aan toe. Van der Staaij blijft uitleggen waar het hem om gaat (het beschermen van het ongeboren leven) en waar hij tegen is (de verkrachtingsdiscussie als hefboom te gebruiken om meer steun te verwerven voor ons abortusbeleid), maar de overige gasten zijn onverbiddelijk: Van der Staaij moet en zal zich distantiëren van zijn sympathie voor het standpunt van Akin. Aangezien hij die sympathie niet heeft uitgesproken (en niet heeft), is het terecht dat hij niet op die eis ingaat.
Het is juist Van der Staaij die de nuance zoekt in deze discussie. Voor hem is het een discussie over abortus. Door de vergelijking met Akin wordt hij met gemak de enemy you’d love to hate voor mensen die nog maar eens hun woede over diens opmerkingen willen laten horen. Nu Akin in de VS zit, en Van der Staaij in Den Haag, is het makkelijker om Van der Staaij erop aan te vallen. Dat hij niet gezegd heeft wat Akin zei, is daarbij bijzaak.
Ik vrees dat de meeste mensen die oppervlakkig kennis nemen van het nieuws denken dat Van der Staaij het opneemt voor Akin. Met dank aan sommige journalisten en gelijkhebbers. Dit is niet zomaar een ongelukje, maar een fundamenteel probleem bij het samenwerken van journalistiek en poltiek. Extreme standpunten kunnen heus wel de basis zijn voor de meningsvorming bij politiek, maar de politieke praktijk is een andere.
Politieke praktijk is bij uitstek het ambacht van de nuance en het compromis, waarbij het gaat om het vinden van een evenwicht tussen vrijheid die geen losbandigheid wordt, en orde, die niet uitmondt in een dictatuur.
De journalistiek kan daar alleen een bijdrage aan leveren door politieke discussies te faciliteren. Laat de verdachtmakingen en het framen van tegenstanders en hun meningen maar over aan de politici (dat kunnen ze heus wel zelf), en probeer de essentie en de richting te duiden. En vraag door.
Een journalist die opmerkingen van politici ombuigt, zorgt er alleen maar voor dat er meer politici komen met makkelijkere standpunten, of, erger, geen. En dat kan nooit de bedoeling zijn, want het feit dat je een politieke functie bekleedt, zou mensen er juist niet van de mogelijkheid moeten weerhouden een politiek standpunt in te nemen. De journalistiek moet een bijdrage leveren aan de democratie, en niet helpen haar verder om zeep te helpen.
Dit artikel verscheen eerder op de
weblog van Robbert Baruch. Volg Baruch ook op
Twitter