Veiligheid van onder toezicht gestelde kinderen blijft in het geding
Jeugdzorg probeert aan alle kanten drama’s met kinderen te voorkomen, maar de nieuwe afspraken die zij maakt om die te voorkomen worden in de praktijk niet nageleefd. De toezicht ontbreekt en hulpverleners blijken in de praktijk een andere invulling te geven aan de nieuwe afspraken.
Het systeem van de jeugdzorg lekt aan alle kanten, zo blijkt uit het jaarbericht van de Inspectie Jeugdzorg. Van nieuwe werkwijzen om calamiteiten te voorkomen komt in de praktijk niets terecht. Ook het personeel heeft niet altijd de benodigde Verklaring Omtrent het Gedrag in huis die moet voorkomen dat zedendelinquenten met kinderen kunnen werken.
In de regio Rotterdam overleden eind 2009 drie baby’s. Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming hadden toen net in een nieuwe werkwijze afgesproken dat er strengere toezicht zou komen op moeders van wie al eerder kinderen uit huis waren geplaatst en toch opnieuw zwanger raakte. Jeugdzorg zou daarop toezicht houden en direct in actie komen wanneer zo’n geval zich zou voordoen zodat de baby direct na de geboorte onder toezicht geplaatst zou kunnen worden. In de praktijk mislukte dit.
Eind 2009 overleden drie baby’s van moeders die allen bekend waren bij Bureau Jeugdzorg. Hoofdinspecteur Gemma Tielen:
Hadden de hulpverleners gewerkt volgens de afspraken, dan was de kans een stuk kleiner geweest dat het zo vreselijk was misgegaan.” Over één van de drie overleden baby’s was al twee keer over en weer gemaild tussen Bureau Jeugdzorg en de kinderbescherming. “Er werd nog geen actie ondernomen omdat er gegevens ontbraken. Maar bij de derde mail was het baby’tje al dood”, zegt Tielen in de Volkskrant.