Agressie en criminaliteit ontstaan niet alleen door sociale omstandigheden. Dat stelt het wetenschappelijk onderzoeksbureau van het ministerie van Veiligheid en Justitie, het WODC. Ook neurologische factoren spelen een rol. Agressie heeft dus ook een biologisch aspect, aldus het WODC. Daarom gaat Justitie nu een proef doen onder jonge criminelen, om te zien hoe kennis van hersenen en het zenuwstelsel kan helpen om misdaad te bestrijden en jonge delinquenten te behandelen. Dat schrijft de NOS.
Staatssecretaris Dijkhoff (Justitie) laat in een brief aan de Tweede Kamer weten dat de neurowetenschap een rol moet krijgen bij een betere aanpak van jeugdige criminelen. Zo zal in één van de proeven bijvoorbeeld de hartslag gemeente worden, om stress en oplopende agressie te signaleren. Ook zullen er hormoonmetingen gedaan worden bij de proefpersonen. Dijkhoff denkt dat de proefpersonen zelf ook gebaat zullen zijn bij de proeven, omdat ze in een vroeg stadium gewezen worden op het verhoogde stressniveau.
WODC-onderzoeker Katy de Kogel stelt in het NOS Radio 1-journaal dat sociale en psychologische factoren volop aandacht krijgen in de behandelplannen, maar dat fysiologische factoren dat ook moeten krijgen. Al benadrukt ze wel dat ze niet bepalend zijn voor crimineel gedrag, maar wel een onderdeel uitmaken ervan.
Hoever onderzoek naar biologische factoren door moet gaan, is een vraag van ethiek. De Kogel gaat daarin vrij ver en stelt dat je zelfs bij hele kleine kinderen al kunt kijken of er factoren zijn die probleemgedrag in de hand werken. “Die kun je al vroeg in kaart brengen, zodat je de ouders en het kind kan helpen zodat het niet overgaat tot criminaliteit”, aldus de Kogel. Vervolgvraag zou overigens kunnen zijn in hoeverre straffen dan nog helpt, bij biologisch ingegeven misdaad.