'Je telt in Nederland maar half mee als je een mbo-opleiding doet'

Afgelopen week zijn de Cito-toetsen begonnen op de school van de zoon van Druktemaker Yora Rienstra. Elke dag zegt ze dat ze trots op hem is en dat hij er hoe dan ook gaat komen, maar helemaal zeker is ze daar niet van. En dus heeft ze hem op peperdure bijlessen gedaan, zo zegt ze in De Nieuws BV.

Die bijlesinstituten zijn een uitkomst voor kinderen die wel een beetje hulp kunnen gebruiken om betere cijfers te halen. Tenminste, als de ouders het kunnen betalen dan. Rienstra erkent haar eigen hypocrisie daarin. Aan de ene kant weet ze dat dergelijke middelen bijdragen aan een tweedeling in de maatschappij, maar aan de andere kant gaat dit om haar eigen zoon en weet ze hoe hard het systeem is als het gaat om toelating tot studies en het zelfvertrouwen van de leerling.

En dat brengt haar meteen bij een ander probleem dat speelt in Nederland: wie op of onder mbo-niveau zit, wordt helemaal niet serieus genomen. Je telt in Nederland maar half mee als je een mbo-opleiding doet, zegt Rienstra. 'Je krijgt bijvoorbeeld geen studentenkorting, je kan je niet aansluiten bij een studentensportvereniging en sociaal gezien stel je minder voor.'