Japanse jihadreiziger had last van 'opgekropte woede'

Veel wordt er gediscussieerd over de motieven van jongeren die naar Syrië afreizen om zich daar in de oorlog te storten. Een Japanse jihadreiziger bekent dat hij ging als een soort therapie, om te ontsnappen aan de kritiek van anderen die hij altijd vreesde.

Onder meer de  South China Morning Post publiceert een verhaal over Yoshifumi Uzawa, een 26-jarige zzp’er uit Tokyo, die vorig jaar april naar Syrië vertrok en zich aansloot bij een een extremistische groep die toen op goede voet stond met het Vrije Syrische Leger. Hij verklaart dat hij tot de stap kwam omdat hij kampte met ‘opgekropte woede’. In zijn jeugd werd hij veel gepest waardoor hij een teruggetrokken bestaan ging leiden en het levenloos vond. Hij vertrok naar het slagveld omdat hij daar “alles wilde vernietigen”. Zijn oog viel op Syrië omdat daar de zwaarste gevechten plaatsvinden. In de islam is hij niet geïnteresseerd. 

Hij bekeerde zich niettemin en nam deel aan een actie om gevangen te bevrijden uit een gevangenis in Aleppo. Aan echt vechten is hij amper toegekomen, na twee of drie schoten gelost te hebben raakte hij gewond door een granaataanval. Bij terugkomst in Japan zaten er nog tal van scherven in zijn lichaam. “Ik wilde voldoening uit het leven halen, zonder bang te hoeven zijn voor kritiek van anderen.”

Een andere Japanner, die maandag werd opgepakt omdat hij plannen had naar Syrië te reizen, verklaarde ook geen enkele interesse in Syrië of de islam te hebben. Hij was daarentegen nogal ontevreden met zijn bestaan en had moeite werk te vinden. De twee zijn voor zover bekend de enige jihadisten uit Japan.