Japan mag geen walvissen meer vangen bij Antarctica

Japan moet voorlopig stoppen met de walvisvaart bij Antarctica. Dat heeft het Internationaal Gerechtshof in Den Haag beslist, zo meldt de NOS. Japan lapt de internationale afspraken over de walvisvaart aan zijn laars, oordeelde de rechtbank. Het land doet op een onzorgvuldige manier onderzoek en spant zich onvoldoende in om onderzoek naar walvissen te doen, zonder ze daarbij te doden.

Australië spande de rechtszaak aan. Het had Japan ervan beschuldigd de internationale afspraken te omzeilen en walvissen vooral te vangen voor commerciële doeleinden. De Japanse walvisvaart is bovendien rampzalig voor het beschermde milieu van Antarctica, aldus Australië. Beide landen zijn vooral overeengekomen zich te houden aan de beslissing van het Internationaal Gerechtshof. De NOS haalt de rechtbank aan:

Het Internationaal Gerechtshof zegt dat Japan bij Antarctica veel meer walvissen vangt dan redelijkerwijs nodig is voor wetenschappelijk onderzoek. Het hof maakt daaruit op dat Japan ook walvissen voor commerciële doeleinden vangt en zich niet houdt aan internationale afspraken.

Volgens het gerechtshof is de Japanse walvisvangst niet overal illegaal zolang de vis wordt gevangen voor wetenschappelijk onderzoek. Dat dat vlees ook op de markt verkocht wordt, maakt de vangst ervan niet illegaal.

Walvissen worden in hun voortbestaan bedreigd en zijn daarom een beschermde diersoort. Sinds 1986 is een ‘moratorium’ van kracht. Sindsdien is het vangen van walvissen alleen nog toegestaan voor wetenschappelijke doeleinden.

Japan vangt zo’n duizend walvissen per jaar onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. Noorwegen en IJsland erkennen het moratorium uit 1986 niet en jagen nog steeds op walvissen.

NOS: Japan moet walvisvaart beperken