'Keer op keer blijkt dat islamitische scholen erop gericht zijn hun leerlingen te vervreemden van de Westerse cultuur'
Afgelopen week werden we weer getrakteerd op nieuws over de Islamitische Universiteit in Rotterdam. Minister Bussemaker heeft bekend gemaakt dat deze instelling, die zich door een gebrekkige bescherming van de term ‘universiteit’ mag noemen en onder andere imams opleidt, onder verscherpt toezicht van de Onderwijsinspectie is gesteld. De minister geeft aan dat haar vertrouwen in het bestuur is beschaamd. Aanleiding vormt een aaneenschakeling van misstanden die zo structureel en hardnekkig zijn, dat van incidenten allang niet meer gesproken kan worden.
Mijn vertrouwen in het bestuur is niet beschaamd; dat heb ik überhaupt nooit gehad. Als er in deze stad één hoofdpijndossier is, dan is het de Islamitische Universiteit wel. Of het nu ging om lessen door radicale islamisten, kwalijke inmenging en ophitsing inzake de kwestie-Yunus (het Turkse jongetje dat tegen de zin van een groep extremisten bij liefdevolle lesbische pleegmoeders woonde) of het rücksichtslos verwijderen van slachtoffers van seksuele intimidatie; het hield maar niet op aan de Bergsingel nummer 135. Ook de rector roerde zijn mond regelmatig, en wat daaruit kwam verdiende zelden de schoonheidsprijs. Zo vond hij het prima dat de Turkse premier Erdogan grof geweld op vreedzame demonstranten toepaste. Ook vond hij steniging een passende straf voor handelingen die indruisen tegen islamitische waarden. En Turken op Nederlandse kandidatenlijsten voor het Europees Parlement die in zijn ogen onvoldoende de Turkse belangen zouden verdedigen, vond hij ‘verraders van het vaderland’.
Misstanden Desgevraagd gaf minister Bussemaker aan dat bachelorstudenten van de Islamitische Universiteit studiefinanciering én een ov-jaarkaart ontvangen. Zo financieren we iedere dag opnieuw een groeiende afkeer van onszelf. Ironisch, maar ook symbolisch voor Nederland.
Inmiddels is er dus sprake van verscherpt toezicht door de Onderwijsinspectie en volgt er aanvullend onderzoek. Bussemaker geeft aan in te zullen grijpen wanneer ze aanleiding ziet. Wat ons betreft is er maar één wenselijke uitkomst: sluiting! Toch zou dit slechts een druppel op een gloeiende plaat zijn. Want zoals misstanden op de Islamitische Universiteit geen incident zijn, zo zijn misstanden binnen islamitisch onderwijs als geheel dat ook niet.
Ibn Ghaldoun Onderwijs op islamitische grondslag; het blijft een gebed zonder end (enkele uitzonderingen daargelaten). De Rotterdamse voorbeelden zijn legio en ook in Amsterdam gaat het regelmatig fout. Vorige maand verscheen opnieuw een vernietigend rapport over Turkse moskee-internaten in Rotterdam. In 2010 was de situatie op De Dialoog, een islamitische basisschool met vier vestigingen verspreid over de stad, dermate ernstig dat er geen andere optie meer was dan de stekker eruit te trekken. Drie jaar later wist Rotterdam de aandacht van het hele land op zich gevestigd door de wantoestanden op de middelbare scholengemeenschap Ibn Ghaldoun. De school was er trots op als enige in de behoefte aan islamitisch middelbaar onderwijs te voldoen, maar blonk vooral uit in examenfraude, Mekkareizen met subsidiegeld, imams op de loonlijst zetten, zeer zwakke onderwijsprestaties en leraren die zich belemmerd voelden om lessen met een Westerse invalshoek te geven. Ook Ibn Ghaldoun ging dicht. Met het Avicenna College is de school deze zomer nieuw leven ingeblazen. Een van de eerste acties van deze nieuwe school was een bezoek aan de Islamitische Universiteit.
“De praktijk leert -helaas- dat dit type onderwijs structureel ondermaatse prestaties levert, afkerig is van controlerende instanties en het noodzakelijke proces van integratie tegenwerkt” en “keer op keer blijkt dat islamitische scholen erop gericht zijn hun leerlingen te vervreemden van de Westerse cultuur”, zo schreef Leefbaar Rotterdam vorig jaar in haar verkiezingsprogramma over islamitisch onderwijs. Het is een geluid dat wij sinds 2002 laten horen en waarop we veelvuldig zijn aangevallen, maar dat inmiddels moeilijk meer tegen te spreken valt.
Gelijk krijgen is altijd mooi, maar ik wilde dat we er af en toe ook eens naast zaten.