Verbinding. Het lijkt hét sleutelwoord te zijn in de huidige tijd. We zouden de verbinding aan moeten gaan met elkaar, zo klinkt het alom. Verbinding met ‘de ander’. Maar wie is die ander? En wat houdt verbinding in? En waarom zouden we die verbinding aan moeten gaan? En vooral: met wie zouden we die verbinding eigenlijk aan dienen te gaan?
De term verbinding wordt vaak gebruikt in de context van het spreken en denken over diversiteit. En dan betreft het diversiteit aangaande de verschillende etnische en religieuze groepen in onze samenleving. Tussen deze groepen zijn er kloven aanwezig in onze samenleving, en deze dienen overbrugd te worden. Door bruggenbouwers. Bruggenbouwers die verbinding maken. Verbinding met de ander. Maar vooral, eigenlijk, toch ook wel verbinding met elkaar. Verbindingen tussen bruggenbouwers, tussen gelijkgestemden, die niet qua ideeën maar alleen qua etnische of religieuze achtergrond van elkaar verschillen.
Is dit wel echt verbinding maken? Jazeker is dat het. Verbinding maken gaat over het overbruggen van verschillen. En zeker in een diverse samenleving is dat belangrijk. Met elkaar verbonden zijn is daarin zeker niet vanzelfsprekend. Die verbondenheid moet opgebouwd worden, die moet groeien, en daar moeten we ons voor inspannen. Een diverse samenleving die dergelijke verbondenheid niet kent dreigt een atomische samenleving te worden, waarin alle sociale verbanden uiteen zijn gevallen, en waarin permanente sociale instabiliteit met spanningen tussen etnische en religieuze groepen dreigt als gevolg.
Maar de vraag is of dit de enige verbinding is die we in onze huidige samenleving nodig hebben. Sterker nog, het is maar de vraag of dit de voornaamste verbinding is die we aan zouden moeten gaan. Laten we even terugkeren op het onderwerp diversiteit, iets wat haast onlosmakelijk verbonden is met het onderwerp verbinding. Het woord diversiteit wordt haast uitsluitend aangewend om etnische en religieuze diversiteit mee aan te duiden. Maar dat is uiteraard niet wat diversiteit omhelst. Diversiteit is een term waarmee alle vormen van verscheidenheid aangeduid kunnen worden. En dat is dus niet alleen verscheidenheid in achtergrond of geloofsovertuiging, maar ook verscheidenheid qua opvattingen. Diversiteit qua meningen is immers ook diversiteit. En een dergelijke vorm van diversiteit is ook belangrijk. Want we zouden als samenleving toch geen eenheidsworst willen zijn waarin iedereen hetzelfde dacht?
Maar zoals elke vorm van diversiteit zitten ook aan de diversiteit voor- en nadelen verbonden. Diversiteit qua denken is belangrijk, en levert ons als samenleving veel op. Maar het kan ook leiden tot een kloof, tot verdeeldheid, tot polarisatie, tot sociale spanningen en tot het niet langer kennen en herkennen van de ander. En juist daarom is er ook hier verbinding hard nodig. Vroeger, in de tijd van de Verzuiling, was deze verbinding aanwezig tussen de bovenlaag van deze zuilen. Zo hield men de samenleving stabiel en bestuurbaar. Maar na de ontzuiling en de individualisering, in een tijd van toenemende polarisatie en wij-zij denken, is die verbinding allesbehalve iets vanzelfsprekends.
Echter, zij is nu, meer dan ooit, hard nodig. Verbinding tussen verschillende politieke, sociaal-economische en maatschappelijke kampen is in de huidige tijd van cruciaal belang. En dat komt niet vanzelfsprekend. Er moet hard voor gewerkt worden. Maar dan moeten we dat wel willen. Zeker in het deel van de samenleving waar ‘verbinding’ een toverwoord lijkt te zijn, is het aangaan van verbinding met een deel van de samenleving dat totaal anders denkt bepaald niet vanzelfsprekend. Diversiteit lijkt hier dan ook vooral niet diversiteit qua meningen te betreffen. Alle diversiteit is goed, behalve dat. En verbinding, dat gaan we dan ook vooral aan met gelijkgestemden die ook verbonden willen worden.
Fout. Verbinding ga je niet zozeer aan met gelijkgestemden. Net zoals dat je geen vrede maakt met je vrienden. Vrede maak je met je vijanden. En verbinding ga je aan met andersdenkenden. Voor verbinding moet je bereid zijn de kloven die in onze samenleving aanwezig zijn niet te negeren, maar juist te erkennen, en te overbruggen. Verbinding maken doe je in dit geval door gezelschappen op te zoeken van mensen die totaal anders denken en leven dan jij, maar waarbij je toch bereid bent om ondanks de verschillen op gelijke voet het gesprek aan te gaan, om elkaar te leren kennen en te waarderen, om overeenkomsten te ontdekken, en om verschillen te respecteren. Dat is het echte aangaan van verbinding. En dat is ook het verbinden wat we in een tijd waarin andersdenkenden steeds verder van elkaar uiteen lijken te drijven hard nodig hebben.
Dus laten we daarom het woord ‘verbinden’ niet alleen gebruiken wanneer we het over het verbinden van de ‘usual suspects’ hebben, die al haast vanzelfsprekend met elkaar verbonden zijn, net als dat we de term ‘diversiteit’ niet alleen moeten gebruiken om te spreken over diversiteit qua achtergrond of religie. Laten we in plaats daarvan het hebben over verbinding tussen de diverse meningen en opvattingen die onze samenleving rijk is. En laten we hier niet alleen over spreken, maar laten we het vooral ook in de praktijk brengen. Laten we die verbinding aangaan met andersdenkenden. Laten we hen opzoeken, hen leren kennen, en verbanden leggen die nu nog ontbreken. Dat is het soort verbinding dat we nu hard nodig hebben, en het is ook die verbinding die we kunnen realiseren. Als we er maar toe bereid zijn van ons eigen comfortabele eilandje af te komen, op weg naar de (on)bekende ander. Zo bouwen we niet aan bruggen over kloven waar rivieren door stromen, maar aan bruggen over hele zeeën.