Wanneer de consument geen schoenen wil kopen waarvan onduidelijk is
onder welke omstandigheden deze gemaakt zijn, dan pas voelt een merk er
zich gebaat bij transparantie te creëren
Zaterdag 10 mei was het World Fairtrade Day. Overal op de wereld werden activiteiten georganiseerd waarbij aandacht wordt besteed aan Fairtrade. Zo ook in Nederland. Dat is heel mooi, maar waar staan we eigenlijk bij stil? Juist op een dag als 10 mei is het belangrijk om na te denken over waar de producten die wij kopen en gebruiken vandaan komen en hoe deze eigenlijk tot stand zijn gekomen. Het probleem is dat wij dit vaak niet weten, en dat het niet makkelijk is om hierachter te komen.
Sinds de ‘kledingramp’ in Bangladesh, nu een jaar geleden, is er veel aandacht voor de kledingindustrie, en de misstanden die in deze sector voorkomen. Een sector waar vergelijkbare problemen voorkomen, maar waar nog veel minder aandacht voor is, is de schoenenindustrie. Zeker de productie van leren schoenen is verre van duurzaam.
Volgens MVO Nederland komen de meeste koeienhuiden die worden gebruikt voor schoenen uit China, India en Brazilië. India en China zijn ook grote producenten van leer, maar er worden ook veel huiden getransporteerd en in een ander land verwerkt. Bij het looien van leer worden op grote schaal potentieel gevaarlijke chemicaliën gebruikt, waar arbeiders vaak met gebrekkige bescherming aan bloot worden gesteld. In kleine looierijen zijn de veiligheidsmaatregelen vaak slechter dan in de grote looierijen, ook worden hier relatief de meeste kinderen aan het werk gezet. Het resultaat van de slechte arbeidsomstandigheden zijn allergieën, huidaandoeningen en problemen met de luchtwegen. Dit leidt tot schrijnende situaties, zoals in deze leerlooierij in India. Recent riep Zalando nog 1500 paar schoenen terug vanwege te hoge Chroom-6 waarden. Ook consumenten willen natuurlijk niet vergiftigd worden. Uit een rapport van SOMO blijkt dat in productielanden als Brazilië, China, India en Vietnam kinderarbeid voorkomt bij de productie van leer en schoenen. Onder andere voor grote internationale merken, die bestemd zijn voor de Europese markt.
Ook bij het maken van schoenen worden veel onderdelen uitbesteed. Uit het rapport van SOMO blijkt dat ook hier bij het uitbesteden aan kleinere werkplaatsen de meeste kinderarbeid voorkomt. Dit zien we ook in de reportage ‘vieze schoenen’ van Altijd Wat, waar de 11-jarige Ferhat uit Turkije wordt gevolgd. Hij werkt 6 dagen per week na school in een schoenenatelier, waar hij met zijn handen lijm op de losse schoenonderdelen smeert. Het lijkt overbodig aan te geven dat dit niet bevorderlijk is voor de ontwikkeling van zulke jonge hersenen. Maar ook voor volwassen arbeiders is het niet altijd een pretje om in een schoenenfabriek te werken. Arbeiders in de schoenensector verdienen lang niet altijd het minimumloon. En als ze dit wel verdienen, is het bijna nooit genoeg om van te leven. Afgelopen maand vonden in een schoenfabriek in Dongguan, China nog massale stakingen plaats. Maar liefst 40.000 arbeiders eisten betere arbeidsomstandigheden, sociale voorzieningen en pensioenregelingen. Genoeg redenen om merken te vragen om transparantie over de productie van hun schoenen!
Schoenmerken geven aan dat de productieketen te complex is. Zij kunnen hierdoor niet de hele productieketen overzien en daar dus ook geen verantwoordelijkheid voor nemen. Maar dat het lastig is om zicht te hebben op alle stappen in het productieproces is geen reden voor merken en de schoenenbranche als geheel om zich te onttrekken aan de verantwoordelijkheid voor hun eigen schoenen. Dit moet juist de reden zijn dat hier verandering in komt!
Wanneer alle bedrijven transparant zijn over hun productieproces en hun beleid en doelen met betrekking tot duurzaamheid (mensen, milieu en klimaat), weet je als consument wat je koopt en kun je een bewuste keuze maken. Transparantie over het productieproces is een eerste stap richting een eerlijker en duurzamere productie.
Iets meer dan een jaar geleden stortte in Bangladesh de kleding fabriek Rana Plaza in. Dit was groot nieuws. De consument vond dit verschrikkelijk en door alle aandacht waren ineens vele bedrijven bereid om een veiligheidsakkoord te tekenen, waar ze eerder niets van wilden weten. Pas toen het met Rana Plaza op zo’n grote schaal misging dat het wereldnieuws werd, begon de bal te rollen en binnen een maand vonden 38 bedrijven zich bereid te tekenen. Inmiddels hebben zo’n 160 bedrijven het akkoord getekend.
Hoewel het verschillende productieprocessen beslaat, spelen er in de schoenenindustrie vergelijkbare problemen als in de kledingindustrie. Wat bedrijven uiteindelijk echt motiveert is hun imago, en de consument. Wanneer de consument geen schoenen wil kopen waarvan onduidelijk is onder welke omstandigheden deze gemaakt zijn, dan pas voelt een merk er zich gebaat bij transparantie te creëren en verantwoording te nemen voor wat er verderop in de keten gebeurt.
Wij vragen daarom aandacht voor kinderarbeid, slavernij, arbeiders die onder slechte omstandigheden moeten werken en de schade die wordt toegebracht aan natuur en milieu. Dit allemaal zodat wij goedkope en hippe schoenen kunnen dragen.
Het is de hoogste tijd dat hier een einde aan komt. Of willen we wachten op de Rana Plaza van de schoenenindustrie?