Internationaal Gerechtshof eist dat Israël onmiddellijk voedsel doorlaat naar Gaza

Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag eist dat Israël alles in het werk stelt om voedsel in de Gazastrook toe te laten. Dit moet volgens alle rechters van het hof doelmatig en snel gebeuren. De omstandigheden voor de Palestijnen in Gaza wordt met de dag slechter en er heerst acute hongersnood.

Het ICJ kwam in januari met een tussenvonnis in de aanloop naar het proces dat Zuid-Afrika heeft aangespannen tegen Israël over "genocidale daden in de Gazastrook". Toen eisten de rechters van het ICJ al dat Israël "onmiddellijke en effectieve maatregelen" moest nemen om de Palestijnen in de bezette Gazastrook te beschermen tegen het risico van genocide door onvoldoende humanitaire hulp. Volgens onder meer Zuid-Afrika en Ierland en mensenrechtenorganisaties heeft Israël zich daar niets van aangetrokken.

Tot diezelfde conclusie kwam deze week de speciale VN-gezant Francesca Albanese die eveneens concludeerde dat er "sterke aanwijzingen" zijn dat Israël zich schuldig maakt aan genocide. Voedseltransporten worden door het Israëlische leger nog altijd bij alle grensovergangen tegengehouden en maar mondjesmaat toegelaten. Een aantal landen is inmiddels begonnen aan voedseldroppings vanuit vliegtuigen boven Gaza. Sommige van deze pakketten belandden echter in zee, waarna wanhopige Palestijnen deze proberen binnen te halen. Daarbij zijn mensen verdronken.

Of Israël gehoor geeft aan de eis is hoogst onzeker. Tot nu toe heeft het land duidelijk gemaakt geen enkele boodschap te hebben aan internationale oproepen om mensenrechten te respecteren.