Hoe de lelijkste jongetjes uit de klas de perfecte misdaad pleegden, er
mee weg komen, aan de macht blijven en opnieuw kunnen toeslaan
Het wereldwijde financiële systeem is een imaginaire bubbel, gecreëerd door karakteristieke ontevreden machtswellustelingen. Daar is na de crisis, die in 2008 als een bom insloeg, geen verandering in gekomen. Volgens documentairemaker Charles Ferguson was de crisis een ‘Inside Job’; een bankoverval die van binnenuit werd gepleegd. In zijn tweede documentaire ontleedt hij met gemak het criminele financiële systeem. Geldstromen analyseren is geen raketwetenschap en daarom is het des te merkwaardiger dat financiële kopstukken hun eigen regels konden maken, hun eigen zakken vulden en miljoenen mensen bedrogen achterlieten.
Afgelopen weekend bevond ik mij niet ver van de plek waar de werkelijke ‘Inside Job’ heeft plaatsgevonden. Madrid werd in 2008 omgedoopt tot het vierde financiële centrum van de wereld. Niet ver van de plek waar drie jaar geleden de Spaanse bankiers met hun relikwieën in de arm afscheid namen van hun kantoorpand, stapte ik in een tijdmachine in Cine Renoir en keek samen met de Madrilenen naar Inside Job van Charles Ferguson.
De crisis heeft Spanje niet onberoerd gelaten. In 2010 bedroeg de werkloosheid 20 procent. Een slecht imago zorgt nog steeds voor wantrouwen bij investeerders en ondernemers en de concurrentiepositie is afgezakt tot het niveau van een derdewereldland. Dit wetende had ik me in een donkere droom iets anders voorgesteld van Madrid, maar toch werd ik verrast. De ‘calles’ zagen er verzorgd uit met fleurige bloemen langs de kant van de weg, de statige panden waren opgepoetst en ik heb geloof ik in Milaan en Parijs bij elkaar niet zoveel gloednieuwe auto’s gezien.
Na de twee uur durende film van Ferguson werd me iets meer duidelijk. Niet alleen over de luxe bolides in de stad. De hele westerse wereld houdt nog altijd zijn ogen gesloten voor het spelletje Russisch roulette waar de topmannen van de financiële wereld zo dol op zijn. Met geleend geld worden nog steeds enorme risico’s genomen. Leven van ‘nepgeld’ is nog altijd aan de orde van de dag. We willen maar niet uit die imaginaire bubbel stappen die zo past bij de westerse, luxe en individualistische levensstijl.
Ferguson weet in Inside Job de financiële crisis niet alleen goed uit te leggen, maar kiest ook voor een speelse en creatieve manier om lastige economische en politieke materie naar beeld te vertalen. Een helikopter vliegt over het beeldschone pure landschap van IJsland, maar dan ineens begint de grond te schudden. Een explosie schuurt de aardkorst open en heeft binnen een mum van tijd haar glans gestolen. De financiële crisis is begonnen.
De grootste misstap vindt volgens Ferguson plaats eind jaren tachtig. De politiek raakte toen vergiftigd met de machtslust van de topbankiers en ex-politici die zelf ooit werkzaam waren in het bankenwereldje. Dankzij een stevige lobby van belangrijke spelers in de bankenwereld nam het toezicht en de regelgeving voor banken af. Banken begonnen steeds meer geld te lenen en kregen de mogelijkheid om met spaargeld van particulieren te speculeren. Ze investeerden het geleende geld vervolgens in steeds risicovollere producten wat leidde tot grote winsten. Deze winsten werden de drijfveren voor de dromertjes in de financiële wereld. Ze raakten gewend aan enorme bonussen totdat het wereldje in september 2008 in elkaar donderde.
IJsland werd het heftigst geraakt. Een derde van de bevolking verloor haar spaargeld en stond op straat. Over de hele wereld zijn miljoenen mensen hun spaargeld en banen kwijtgeraakt als gevolg van de crisis. Voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis hebben kinderen nu minder onderwijskansen dan hun ouders en raakt arm en rijk steeds meer verdeeld. Het zal nog wel tientallen jaren duren voordat de wereld de crisis te boven is.
Ferguson staat na deze onthulling aan het begin van een oorlog tegen de machtswellustelingen van de wereld. Deze pathologisch leugenaars, dromers en jongetjes met een aandachtsprobleem draaien nog steeds aan de knoppen van de wereldeconomie. Topman Henry Paulson vertrok met 31 miljoen dollar en werd vervolgens Bush’ financiële minister. Ook CEO’s als Larry Summers, Ben Bernanke en Timothy Geithner zijn benoemd op topposities in de Amerikaanse regering. Zij die de wereld verscheurd achterlieten en met miljoenen aan bonussen weg konden komen zitten niet in een cel, maar nog steeds in hun Chesterfield in de hoogste torentjes van de financiële wereld.
In de bioscoop had ik in het begin een beetje medelijden met Ferguson. Als ik hem was had ik na die fantastische IJsland trip een beetje opgezien tegen interviews met deze geldwolven in pak. Het lijkt me geen pretje: van de ene koffiecorner naar de bovenste etage van een wolkenkrabber en van de ene conferentiekamer naar een andere stoffige zonnebank-bruine en naar Old Spice ruikende bankier. Ik ben Ferguson dankbaar voor zijn uithoudingsvermogen, geduld en scherpzinnigheid. Het bankenmysterie waar tot nu toe altijd een ‘ingewikkeld’ luchtje omheen hing, is voor iedere leek ontrafeld. “Sommige dingen zijn het waard om voor te blijven vechten”, stelt Ferguson aan het eind van zijn film. Ik zit alvast klaar voor zijn volgende documentaire: ‘Beating the fat ass of the financial world’.