Eten van insecten is niet de oplossing voor het wereld voedselprobleem
Insecten eten wordt steeds meer gepromoot als iets van de toekomst. Als een oplossing voor het wereldvoedselprobleem. Gegeven is dat het eten van insecten in sommige culturen net zo gewoon is als het eten van vlees en vis in het westen. Insecten zijn voedzaam en de productie ervan schaadt het milieu stukken minder dan de productie van vlees. Ook schijnt de smaak zo goed te zijn dat mensen zich steeds vaker laten verleiden zo’n klein diertje op te eten. Ze zouden een mooie nootachtige smaak hebben. Laten we de koeien, varkens, schapen, runderen en kippen maar met rust laten, zou je zeggen.
In London kun je een ‘’Baby Bee Brulee’’ bestellen: een romige vla bedekt met een knapperige echte bij erbij. En in Nice biedt de chef zijn gasten een menu met krekels en meelwormen. Het eten van insecten is al zo oud als de weg naar Rome. De oude Romeinen zagen keverlarven als een gastronomisch lekkernij. Ook in het Oude Testament staan krekels en sprinkhanen op het menu.
Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) moeten we aan de insecten. Sprinkhanen, mieren en andere insecten zijn de nieuwe bronnen voor mens én dier. Op dit moment eten zo’n twee miljard mensen al insecten. Omdat het makkelijk en goedkoop is en past binnen de cultuur en traditie. Komt bij dat het eten van insecten minder belastend is voor het milieu. Zo is voor 1 kilo kippenvlees maar liefst 4 kilo voer nodig, voor 1 kilo rundvlees 10 kilo veevoer en voor een kilo rupsen slechts 3 kilo. Ze voeden zich voornamelijk met afval. Ook denkt men dat er veel minder broeikas vrij zal komen bij een eventuele grootschalige productie, waardoor de ecologische voetafdruk klein is. Ruil die McBurger dus maar in voor een McCricket.
De wereldbevolking groeit snel. Naar verwachting zijn er in 2050 maar liefst negen miljard mensen, die allemaal te eten moeten hebben en daar is veel meer vleesproductie voor nodig. Door een stijgende welvaart verwacht men zelfs dat er een verdubbeling nodig is, omdat de vraag naar vlees hierdoor zal toenemen. Dat kan de aarde niet aan. Weiden en voergewassen verbruiken nu al 70 procent van alle landbouwgrond. Het verdubbelen van de dierlijke productie zal leiden tot het uitbreiden van het landbouwareaal en dat kan alleen maar door ten koste te gaan van regenwouden en andere natuurlijke gebieden. Het klinkt dus logisch om het eten van insecten meer mainstream te maken. Bovendien: Hoeveel ondervoede kinderen zijn er niet te redden door het eten van insecten te bevorderen?
Het is een ethisch dilemma. Insecten leven dicht op elkaar, die kunnen bij de productie makkelijk in gestapelde kooien leven, in tegenstelling tot runderen, varkens en kippen. Momenteel vissen we de zeeën leeg; grote vissen worden kleiner door te veel vangst en te weinig tijd voor herstel en bijvangst zorgt voor uitroeiing van leven in het water.
Als we overgaan op insecten is ook het probleem van het transporteren en doden van dieren opgelost. Geen transporten van koeien en varkens meer, dwars door Europa en verder. Geen vissen die lange tijd snakken naar adem of gemarteld worden in een zoutbak. Het klinkt zo ideaal dat er zelfs vegetariërs zijn die zeggen “voor mensen die nog vlees en vis eten is het misschien zinvol. Ik zie liever dat vleeseters insecten eten dan kippen en koeien. Dat is beter voor de planeet en geeft minder lijden.”
Toch geloof ik niet dat het eten van insecten de oplossing is voor het wereldvoedselprobleem en het morele dilemma van het eten van zoogdieren en vissen. Insecten eten is the easy way out. Waarom kiest de mens altijd voor de makkelijke oplossing? We blijven volharden in het zoeken van rare oplossingen waarbij uiteindelijk altijd dieren moeten worden gedood, terwijl er eenvoudige humane oplossingen bestaan.
Mensen kunnen planten eten. We hoeven geen insecten, vlees, vis of eieren te consumeren. Ook zuivel is overbodig. Waarom laten we dieren – hoe hoog of laag in onze bedachte rangorde – niet gewoon met rust? We gaan opzoek naar alternatieven, maar er zijn al goede alternatieven voorhandig. Zo zijn planteneters gezonder.
Een van de bekendste onderzoeken is The China study van Colin Campbell. Uit een studie onder 6500 personen van het Chinese platteland bleek dat de kans op borstkanker bij Chinese vrouwen aanzienlijk lager was dan bij Westerse vrouwen. Ook is gebleken dat darmkanker minder voorkomt. De levensverwachting van vegetariërs ligt gemiddeld acht jaar hoger dan die van vleeseters, dat blijkt uit een Harvard University onderzoek. En uit Japans onderzoek bleek dat vegetariërs in het algemeen een lagere bloeddruk dan mensen die wel vlees eten.
De belangrijks reden ligt echter niet in de gezondheidsvoordelen. Vlees, vis en insecten eten is onethisch en onesthetisch. We hoeven niets te doden om ons te voeden. Het doden van dieren voor voedsel is een historische vergissing en nu alleen nog maar een traditie waar te weinig mensen over nadenken. De wereld zou echt veel beter af zijn als de mens massaal overstapt op een werkelijk groene levenswijze. We hebben geen enkel dier nodig om op te eten. Ook geen insecten.