
De hedendaagse Europese democratieën ondergaan een ingrijpende transformatie: het traditionele kader van de representatieve, op verkiezingen gebaseerde democratie wordt steeds meer aangevuld met een breed scala aan democratische innovaties. In deze context hebben sociale bewegingen en informeel activisme een hernieuwde betekenis gekregen. Deze krachten zijn niet louter “tegenstemmen” of “maatschappelijke organisaties”, maar zijn in staat om nieuwe ruimte te creëren voor participatie en democratische innovatie. Zoals de Italiaanse socioloog Donatella della Porta benadrukt, versterken sociale bewegingen de normatieve grondslagen van de democratie door burgers in staat te stellen om actie te ondernemen, democratische praktijken binnen hun eigen structuren in te voeren en kanalen te creëren om maatschappelijke behoeften te uiten. Informeel activisme – waarbij mensen via los-vaste netwerken handelen, vaak zonder formeel organisatorisch kader – is bijzonder cruciaal voor de vernieuwing van de democratie.
Deze actoren – of ze nu deel uitmaken van strakkere of lossere samenwerkingsverbanden – doen meer dan alleen een plaats aan tafel opeisen; ze introduceren oude en nieuwe methoden: participatieve begrotingen, gemeenschapsforums en mini-publieke vergaderingen. Deze instrumenten brengen de besluitvorming dichter bij de mensen en helpen de politieke polarisatie te verminderen. Sociale bewegingen zijn dus niet alleen verdedigers van de democratie, maar ook de heruitvinders ervan.
Dit is van belang in Midden- en Oost-Europa, waar participatie en lokaal zelfbestuur met complexe juridische en politieke uitdagingen worden geconfronteerd. Hongarije fungeert als een soort negatief laboratorium, waar maatschappelijke organisaties, onafhankelijke sociale bewegingen en lokale autonomieën voortdurend worden aangevallen binnen een uitgeput gemeentelijk systeem. Ook de voormalige PiS-regering in Polen heeft geprobeerd om kritisch denken en democratische participatie te ondermijnen. Maar in tegenstelling tot Hongarije is dat uiteindelijk mislukt, wat juist aantoont hoe maatschappelijk verzet en gedecentraliseerde inspanningen de weerbaarheid kunnen bevorderen.
De situatie in Polen is bijzonder leerzaam. Na de parlementsverkiezingen van 2023, die een einde maakten aan het achtjarige bewind van PiS, stond de nieuwe regering van Donald Tusk voor de enorme taak om de schade aan de democratische instellingen te herstellen. Hoewel dit nog steeds een werk in uitvoering is, speelt het echte verhaal zich af op het niveau van de gewone burger. Sociale bewegingen, zoals de Vrouwenstaking (Strajk Kobiet), die in 2020 honderdduizenden mensen mobiliseerde tegen het bijna totale abortusverbod, speelden een cruciale rol bij het handhaven van democratische normen.
Deze bewegingen waren niet alleen reactief of spontaan; ze bouwden voort op tientallen jaren van maatschappelijke betrokkenheid en maakten gebruik van informele netwerken om protesten, juridische procedures en ondersteuningssystemen voor de gemeenschap te organiseren. De protesten van 2020, die werden aangewakkerd door de uitspraak van het Constitutionele Hof, waren een keerpunt en brachten een brede coalitie op gang, waaronder stedelijke jongeren, plattelandsvrouwen en zelfs enkele conservatieve groeperingen die teleurgesteld waren in de machtswellust van PiS.
Decentralisatie bleek een belangrijke factor te zijn. In tegenstelling tot het gecentraliseerde systeem in Hongarije, waar lokale overheden sterk afhankelijk zijn van nationale financiering en toezicht, behielden de regionale en gemeentelijke autoriteiten in Polen een aanzienlijke autonomie. Hierdoor konden steden als Warschau, Gdańsk en Krakau uitgroeien tot centra van verzet, die activisten middelen en platforms boden. Zo steunde het stadsbestuur van Warschau onder leiding van Rafał Trzaskowski openlijk de vrouwenstaking en stelde het openbare ruimtes ter beschikking voor bijeenkomsten en juridische bijstand voor gearresteerde demonstranten. Deze synergie tussen lokaal bestuur en het maatschappelijk middenveld creëerde een veerkrachtig democratisch ecosysteem dat PiS ondanks zijn pogingen om staatsinstellingen in te nemen niet volledig kon onderdrukken.
Het Poolse voorbeeld benadrukt ook de kracht van informeel activisme. Kleinschalige initiatieven, vaak geleid door jongeren of lokale leiders zonder politieke banden, vulden ook de leemtes op die waren ontstaan door verzwakte nationale instellingen. Neem bijvoorbeeld het geval van de burgerobservatoria (Obserwatoria Obywatelskie): informele groepen die tijdens de campagne van 2023 toezicht hielden op onregelmatigheden bij de verkiezingen. Deze netwerken, die gebruik maakten van WhatsApp-groepen en gemeenschapsbijeenkomsten, documenteerden de pogingen van PiS om de opkomst van kiezers te manipuleren en deelden bewijs met internationale waakhonden, wat bijdroeg aan de overwinning van de oppositie.
Deze bewegingen gaan niet alleen over protest, maar introduceren ook alternatieve politieke praktijken. Daarom is het herstel van de gemeentelijke autonomie in Hongarije van cruciaal belang – niet alleen juridisch, maar ook cultureel – zodat mensen weer kunnen geloven dat participatie op lokaal niveau echte verandering kan brengen. Het succes van het Poolse maatschappelijk middenveld hing af van het opbouwen van langdurig vertrouwen tussen maatschappelijke organisaties en lokale overheden. Dit kwam niet alleen voort uit EU-projecten of externe financiering, maar werd een dagelijkse praktijk die gebaseerd was op voortdurende samenwerking.
In Hongarije zal er alleen een sterke civiele samenleving ontstaan als burgers door persoonlijke ervaring gaan geloven dat participatie zin heeft. Boedapest, een stad onder leiding van burgemeester Gergely Karácsony introduceerde innovatieve praktijken zoals participatieve begrotingen en burgervergaderingen, wat een goed begin is. Om nog maar te zwijgen van het succes van de Pride March in 2025, die plaatsvond in Boedapest en Pécs met krachtige steun van het maatschappelijk middenveld, ondanks het officiële verbod en de enorme intimidatie door de regering. Er zijn echter meer gecoördineerde inspanningen nodig om de hyperpolarisatie van de Hongaarse samenleving, die van bovenaf door het regime wordt opgelegd, te doorbreken.
Eén manier om giftige polarisatie te verminderen, is door activisme te richten op gemeenschappelijke problemen in plaats van op ideologieën. In Polen zijn er verschillende voorbeelden van burgerinitiatieven op het gebied van milieu of gezondheid die de kloof tussen politieke partijen overbruggen. Om maar één succesvol voorbeeld te noemen: de milieubeweging “Kraków Smog Alarm” (Krakowski Alarm Smogowy), waarbij inwoners – ongeacht hun politieke voorkeur – samen vechten tegen luchtvervuiling, waardoor de gemeente onder druk gezet wordt om kolenverwarming uit te faseren en het openbaar vervoer te verbeteren.
Het Poolse voorbeeld laat duidelijk zien dat democratie niet met één verkiezing ten onder gaat, maar ook niet met één verkiezing herboren wordt. Democratie moet dag na dag opnieuw worden opgebouwd, van stad tot stad. In Hongarije moeten we op dezelfde manier denken: verandering komt voort uit het herstellen van het vertrouwen tussen mensen – opnieuw leren met elkaar te praten, samen beslissingen te nemen en verantwoordelijkheid te nemen. Zonder een sterke lokale democratie is er geen vrijheid, en zonder een civiele samenleving is er geen democratie.
Dr. Edit Zgut-Przybylska is assistent-professor aan het Instituut voor Filosofie en Sociologie van de Poolse Academie van Wetenschappen en lid van het bestuur van Amnesty International Hongarije.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.