Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

In Dubai staat de 1,5 graden op het spel

  •  
29-11-2023
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
760 keer bekeken
  •  
ANP-485015689

Door: Dion Huidekooper en Kas Jansma

De klimaatconferentie van Dubai 2023 wordt de belangrijkste klimaatconferentie sinds Parijs. Daar is de Global Stocktake in het leven geroepen: een afspraak dat we vanaf 2023, dit jaar dus, elke vijf jaar inventariseren waar de wereld staat rondom het afremmen van klimaatverandering (mitigatie), het voorbereiden op een opgewarmde wereld (adaptatie) en het eerlijk verdelen van de kosten.

Spoiler alert: het gaat niet goed.

De VN waarschuwde onlangs dat we met het huidige beleid afkoersen op bijna 3 graden opwarming: het dubbele van wat we hebben afgesproken. Veel meer actie is dus nodig.

Die anderhalve graad is namelijk niet voor niets een essentieel streven. Een opfrisser van wat er gebeurt als we dat niet halen: de grootste ijskappen dreigen in te storten, de permafrostlaag in Siberië verdwijnt met extreem veel extra uitstoot tot gevolg, het koraal sterft wereldwijd af en vele andere onomkeerbare kantelpunten die op hun beurt de desastreuze gevolgen van klimaatverandering versnellen. Dat betekent meer extreem weer, wereldwijd verlies van biodiversiteit en een significant stijgende zeespiegel.

In Nederland belooft de verkiezingsuitslag voor het klimaat weinig goeds, maar dat hoeft het internationale tempo niet af te remmen. Niet omdat toekomstig Nederlands beleid geen invloed heeft, maar vanwege strenge Europese regels. De Europese Unie is dankzij de Green Deal, die nota bene uit de koker van Timmermans komt, op stoom gekomen. Zelfs de PVV, die alle Nederlandse klimaatplannen door de shredder wil gooien, kan Europese regels niet stoppen zonder een onhaalbaar lijkende Nexit. Bovendien behoren in de nieuwe Tweede Kamer nog altijd meer dan 100 zetels toe aan partijen die in ieder geval het huidige klimaatbeleid voort willen zetten.

Buiten de EU is het een ander verhaal. Het plaatje van de afgelopen klimaatconferenties is vooral een van halve maatregelen. Na 27 (!) klimaattoppen zijn de landen het er nog niet over eens dat er zo snel mogelijk gestopt moet worden met het verbranden van fossiele brandstoffen. Op de 26e klimaattop deed de Europese Unie een moedige poging om in de slotverklaring op te nemen dat steenkool moet worden uitgefaseerd. Tevergeefs, China en India zwakten de tekst op de valreep af. Over stoppen met andere fossiele energiebronnen wordt tot op de dag van vandaag met geen woord gerept.

Niet elk land is in staat om met eigen middelen de transitie te versnellen en dus de doelen te behalen. Financiering van buitenaf is dus een vereiste. In het Parijsakkoord hebben ontwikkelde landen zich dan ook gecommitteerd aan het plan om gezamenlijk jaarlijks 100 miljard dollar aan ontwikkelingslanden te geven. Dat is niets anders dan rechtvaardig. Het is schrijnend dat juist ontwikkelingslanden veel klimaatschade hebben, terwijl ze niet de middelen hebben om zichzelf te beschermen én niet hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn voor het ontstaan ervan.

De kosten verdelen tussen ontwikkelde landen is een goede afspraak, maar helaas rammelt er veel aan. Landen als China en India, samen goed voor 17,6% van de totale CO2-uitstoot sinds 1750, worden aangemerkt als ontwikkelingslanden vanwege een verdrag uit 1992. Ook Qatar, inmiddels een van de rijkste landen ter wereld, behoort tot deze groep. Bovendien is het volstrekt onduidelijk hoe de kosten onder de ontwikkelde landen verdeeld moeten worden. Zij kijken allemaal naar elkaar, met als resultaat dat zij sinds de afspraak in 2015 jaarlijks gemiddeld 25 miljard dollar te weinig hebben betaald.

Oude verdragen en geopolitieke spanningen dragen niet bij aan het vertrouwen dat nodig is voor rijke landen om het voortouw te nemen, maar gelukkig lijkt het erop dat de EU het licht begint te zien. In 2022 gaf zij 28,5 miljard dollar aan klimaatfinanciering aan ontwikkelingslanden. Nu is het tijd om door te pakken en andere landen te laten volgen. De Verenigde Staten bijvoorbeeld, die met 1 miljard dollar dit jaar uitgegeven, hopeloos achterlopen.

Het is van essentieel belang dat deze impasse op de klimaatconferentie in Dubai doorbroken wordt. Dat kan door eindelijk harde en afdwingbare afspraken te maken. De Europese Unie zou hier het voortouw moeten nemen, zodat andere ontwikkelde landen met een hoge uitstoot, zoals de Verenigde Staten, Australië en Zuid-Korea, volgen. Dat kan nu en dat móet nu. Gebeurt dat niet, dan houden landen elkaar nog langer in deze wurggreep en kunnen we fluiten naar de anderhalve graad.

Het belangrijkste doel van de Global Stocktake is om alle landen een schop onder de kont te geven. In Dubai - en niet in Nederland - staat de 1,5 graden op het spel. Bij deze een schop onder de kont van de Jonge Klimaatbeweging. Stel die leefbare en duurzame toekomst, ónze toekomst, veilig.

Dion Huidekooper is voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging. Nadat hij jaren voor het ministerie heeft gewerkt op verschillende plekken, waaronder als woordvoerder Klimaat, en alle ministers zo ongeveer weleens de hand heeft geschud, vond hij het tijd om echt in actie te komen voor het klimaat.

Kas Jansma is voorzitter van het persteam van de Jonge Klimaatbeweging. Daarnaast werkt hij als wetenschapsjournalist voor o.a. NEMO Kennislink en Het Klokhuis, voornamelijk op de thema’s energie en klimaat.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.