Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

In de discussie over slavernij zijn ‘erfzonde’ en ‘herstelbetalingen’ noodlottige termen

  •  
03-12-2022
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
7837 keer bekeken
  •  
adameneva

© cc-foto: Ralph

Het komt allemaal teveel in de buurt van collectieve schuld: alsof je alle Nederlanders van Marokkaanse afkomst kunt aanspreken op de voetbalrellen van afgelopen donderdag.

Ze weten bij de Trouw de decembermaand lekker te beginnen. Een stevige kop luidt: “Zie slavernij als een soort erfzonde: we dragen allen de erfenis van dat kwade verleden met ons mee”. Dit zijn woorden van de theoloog Erik Borgman.

Over die erfzonde heeft broeder Blasius mij in het schooljaar 1955/’56 alles verteld. Adam en Eva hadden van de verboden vrucht geproefd. God de Vader boos. Hij verdreef ze uit het paradijs. Ze moesten voortaan sterven en voor hun brood werken in het zweet huns aanschijns. De bevalling zou voor Eva een pijnlijke affaire worden. So far so good. Maar mijn vader moest ook werken en iedereen ging uiteindelijk dood. Dit was, leerde broeder Blasius ons, het gevolg van de erfzonde die we allemaal als kinderen van Adam en Eva met ons mee droegen. Maar daarom niet getreurd. God de Vader had zijn zoon naar de aarde gestuurd die daar voor onze zonden aan het kruis gestorven.

Hij lichtte dit toe door een verhaal te vertellen over mensen die voor straf door een koning naar een eiland waren gestuurd vol giftige schorpioenen. Zulke mensen heetten ballingen, leerde broeder Blasius ons. Veel later ging de zoon van die koning uit medelijden ook naar dat eiland om hulp te bieden. Hij werd door een schorpioen gestoken en ging dood. Toen verloste de koning de ballingen allemaal. Zo waren ook wij verlost. We gingen nog wel dood. En we moesten werken. Maar onze ziel kon wel in de hemel komen als we goed ons best deden en geen kwaad bedreven. Over pijnlijke geboortes had men het in die dagen nog niet met zevenjarigen. Ik was ervan overtuigd dat mijn broertje ’s nachts door engelen (en niet door de ooievaar!) was gebracht. Nu begreep ik waarom de priester aan het eind van de zondagsmis altijd klaaglijk uitriep “wij ballingen, wij kinderen van Eva!”

Ergens zat het mij niet lekker dat ik, pa, ma en mijn broertje gestraft werden voor een zonde die we niet bedreven hadden. Het was net zoiets als de hele klas laten nablijven omdat één jongetje had zitten klieren. Achteraf vermoed ik dat toen al het mosterdzaadje is gelegd voor mijn latere ongeloof.

Dat paradijsverhaal is natuurlijk gewoon een mythe van het soort dat je over de hele wereld aantreft. Ze leggen uit waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Ze blijven plausibel zo lang je niks beters hebt, bijvoorbeeld de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Daarom behoudt het paradijsverhaal wél voor velen zijn waarde: het wordt een gelijkenis. Het krijgt een symbolisch karakter. Het laat je nadenken over het kwaad in de wereld. Dat zit vanaf het begin in ons allemaal. Zo is ook de benadering van de Tilburgse professor Borgman.

Ik houd niet van erfzondes. Het komt allemaal teveel in de buurt van collectieve schuld: alsof je alle Nederlanders van Marokkaanse afkomst kunt aanspreken op de voetbalrellen van afgelopen donderdag. Ook kun je de kinderen niet verantwoordelijk stellen voor  de misdaden van hun ouders. Anders was Maxima nooit koningin geworden. Je kunt het wel hebben over het kwaad in ons maar dan zit dat ook in iedere mens, zonder uitzondering. Afkomst of huidskleur doen er dan niet toe.

Toch heb ik door mijn nationaliteit mijn lot verbonden met Nederland. Ik krijg daardoor deel aan het heden en het verleden van dat land met al zijn lichte en zijn donkere kanten. Daar horen niet alleen schilderkunst, wetenschap, armenzorg en ondernemerschap bij maar ook onrechtvaardige oorlogen en slavenhandel. Je hoort als Nederlander dat verleden in zijn totaliteit te erkennen. Daar passen excuses bij als land voor daden uit het verleden die we nu als misdaden tegen de mensheid beschouwen en ook het vaste voornemen het voortaan anders aan te pakken. Er zijn mensen die nu luidkeels roepen: “Ik heb er niks mee te maken gehad. Ik schaam me nergens voor”. Die geven daarmee vooral blijk van politieke onvolwassenheid. En dat ze als burger van dit land niet sterk genoeg in hun schoenen staan. Anders hoefden ze die zwarte bladzijdes in het nationaal verleden immers niet uit te scheuren.

Deze houding heeft niets met zondebesef te maken. Wel met de manier waarop je zelf als mens in de wereld wilt staan en hoe je verhouding is tot de medemens.

Daarom is slavernij géén erfzonde die de huidige generaties aankleeft. Het gebruik van die term staat een rationeel gesprek over hoe we met het slavernijverleden moeten omgaan alleen maar in de weg.

Berouw komt na de zonde. Ook dienen zondaars boete te doen. Mensen die hun identiteit ontlenen aan het gegeven dat hun voorouders slaven waren, eisen vaak herstelbetalingen. Ze willen dat de schade vergoed wordt. Daar hebben we in Europa een slechte ervaring mee. In 1918 besloten de geallieerden na de wapenstilstand die een einde maakte aan de vijandelijkheden van de Eerste Wereldoorlog, dat de verliezers – in het bijzonder Duitsland –  alle schade moesten vergoeden, berekend op 269 miljard goudmark. Van de opgelegde herstelbetalingen is maar een beperkt gedeelte verricht, vaak ook nog op basis van leningen uit Amerika. De plicht tot herstelbetalingen (laatste termijn 2014) is een belangrijke oorzaak van de Tweede Wereldoorlog. Die fout hebben de overwinnaars na 1945 dan ook niet herhaald. Wel richtte de Duitse Bondsrepubliek een systeem van Wiedergutmachung in. Ze vergoedde materiële en immateriële schade aan de slachtoffers van de nazi’s. Op die basis is 80,5 miljard euro uitgekeerd. Met Israël sloot bondskanselier Adenauer in 1951 de Overeenkomst van Luxemburg. In 14 jaar zou het land 3 miljard Dmark ontvangen. Alles bij elkaar is echter tot 2007 25 miljard euro naar Israël gegaan, inclusief de schadevergoedingen aan overlevenden van het nazi-regime.

Armand Zunder van de Nationale Reparatie Commissie Suriname heeft uitgerekend hoeveel Nederland aan herstelbetalingen voor de slavernij zou moeten verrichten: 200 miljard euro. Ene Thomas Cramer calculeerde een dergelijke claim voor de Verenigde Staten. Hij kwam er niet helemaal uit maar presenteerde een brandbreedte van zes tot veertienduizend miljard dollar. Dit is een berekening à la het sommetje van de geallieerden: 269 miljard goudmark.

Daarbij blijft volstrekt onduidelijk wie precies deze bedragen moeten opbrengen en wie de ontvangers zijn. Hoe definieer je de nazaten? Hoeveel voorouders in slavernij moet je gehad hebben om voor vergoeding in aanmerking te komen? Of gaat het per voorouder? Je kunt natuurlijk op je demonstratiebord zetten: “De witte man moet betalen”. Wanneer ben je dan niet meer “wit”? Hoeveel “witte” voorouders moet je gehad hebben om zelf als “wit” te gelden? Is een grootouder van kleur al voldoende om van de lijst te worden afgevoerd of is dat te weinig? Zekere lezers met kennis van de vaderlandse geschiedenis moeten nu zeker denken aan een bepaald formulier dat je in een bepaalde zwarte periode van de twintigste eeuw ter invulling kreeg voorgelegd. Die overeenkomst is inderdaad treffend.

Kortom: de term “herstelbetalingen” brengt veel rancune en hopeloze discussies met zich mee. Ze zal net als “erfzonde” alleen maar tot misverstanden, woede, rancune en polarisatie leiden. En niet tot een wereld, waarin alle landen eerlijke kansen krijgen om zich te ontwikkelen.

De last van het verleden hoort in de rijke landen het besef aan te scherpen dat zij een bijzondere verantwoordelijkheid dragen ten opzichte van de planeet. Dat daarbij hoort streven naar mondiale gerechtigheid. Dat het terugduwen van vluchtelingenboten en het aankopen van massagoed in doodarme landen tegen bodemprijzen daar niet bij hoort. Dat het grootste deel van de wereld slechte ervaringen met onze landen heeft en dat het wantrouwen tegen wat tegenwoordig Het Westen heet, op goede gronden is gebaseerd. Het gaat om verantwoordelijkheidsgevoel, niet om schuldbesef.

Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.

Beluister Het Geheugenpaleis, de podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis.

cc-foto: Ralph

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.