Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Ik beslis nog altijd zelf over mijn toekomst, zij niet

  •  
05-11-2013
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
RTEmagicC_lagordtdillie_cover_klein.jpg
Een bezoekje aan mijn opa en zijn medebewoners met dementie
Al denkend en zuchtend stap ik de auto in. Een hoofd vol ‘zorgen’. Nu ben ik al een twijfelaar – weegschaal – en als je dan ook nog eens druk bent het solliciteren naar een geschikte stageplek in de radiojournalistiek en telkens bezig bent met je eigen (onzekere) toekomst, word je al snel wat onrustig. Altijd het juiste moment om even een bezoekje te brengen aan de mensen die allesbehalve dit soort zorgen aan hun hoofd hebben: mijn opa en zijn medebewoners in het verpleeghuis.
Mijn opa oogt vrolijk. “Ha Yannick!” zegt hij lachend. Hij herkent me. Godzijdank, denk ik. M’n enige opa (de andere spreek ik niet meer door vervelende omstandigheden – bewuste keuze) herkent me nog. Ik neem plaats op de stoel naast hem, en begin een gesprekje. Zoals altijd is er één onderwerp dat mijn opa minstens vijf keer bespreekt met zijn visite: het weer. “Gelukkig staat er niet zo’n wind,” zegt hij. “Voetbal jij nog?” Ik kijk verbaasd op. Normaal gesproken moet ik hem tijdens ieder bezoekje nog even uitleggen wat ik studeer en waar ik voetbal, maar dit weet hij nog. “Ik ben voor nu even gestopt wegens astmatische klachten, opa. Het werd te zwaar.” Hij knikt.
Ondertussen word ik afgeleid door een van zijn medebewoners. De beste man is zeer verward, en roept constant mensen bij zich vanuit zijn rolstoel. “Hé jongen, kom eens!” Als je vervolgens antwoord geeft, is hij alweer kwijt wat hij wilde zeggen. Terwijl ik mijn koffie opdrink, komt de bekende, onrustige medebewoonster naast me zitten. Ze zit hier al jaren. Zoals altijd begint ze een onduidelijk en onverstaanbaar verhaal. Enkele woorden zijn te volgen, de rest niet. Ze kijkt me diep in de ogen aan. “Vroeger als je iemand leuk vond, dan deed je zo..” Met een flirtende blik kriebelt ze over mijn bovenbeen. Ik lach. Want dit ben ik gewend. Ze mag dan wel enorm dement zijn; het blijft een ouder iemand die een heel leven achter zich heeft. Daar moet je respect voor blijven houden.
De verwarde man in de rolstoel roept me opnieuw. Ik loop naar hem toe en buig voorover. “Wat wilt u zeggen?” Hij kijkt me aan, en zegt: “Het gaat wel goed met jou hè. Gelukkig. Nou, met mij niet hoor. Ik heb het zwaar. Ik heb het heel zwaar,” zegt hij met een bedroevend gezicht. Plotseling is het geen verward praatje meer, maar duidelijke taal. Wanneer ik weer op m’n stoel ga zitten, kijk ik hem nog even aan. Hij glimlacht naar me. Gemeend. Ondertussen wordt er gevraagd wie de gele bloem op tafel heeft afgebroken. De medebewoonster naast me beweert dat ze niets heeft gedaan. In werkelijkheid deed ze dat zelf. Nog geen twee minuten geleden.
Iedere keer dat ik bij mijn opa in het verpleeghuis ben, word ik rustig. Thuis ben ik bezig met freelancen, werk zoeken, stage zoeken, financiën, afspreken, Twitteren, appen, mailen, tobben, twijfelen, nadenken. Maar bij hem, en bij zijn medebewoners, realiseer ik me dat ik mijn eigen zorgen tenminste nog in eigen handen heb. De mensen in dit verpleeghuis niet. Niet meer. Zij zijn overgeleverd aan degenen die er nog zijn, die van hen houden en voor hen zorgen. De dementie bepaalt de achteruitgang van hun geest, hun verstand. Hun resterende leven. Ik beslis nog altijd zelf over mijn mogelijkheden, over mijn toekomst. Met het volle verstand. En dat moet ik me, zeker na het bezoekje aan mijn opa vandaag, blijven realiseren.
Yannick schreef het boek ‘Op weg naar de Serengeti’

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.