Waarom volgt hierna bijna altijd een racistische opmerking? Omdat we niet weten waar onze racistische denkbeelden vandaan komen. [longread]
Bleri Lleshi maakt het vaak mee: mensen die zichzelf geen racist vinden, maar toch aan de lopende band racistische uitspraken produceren. Weten we eigenlijk wel waar die discriminerende denkbeelden over afkomst vandaan komen? Lleshi gaat terug tot nog vóór de middeleeuwen.
Ik herinner mij de eerste weken aan de universiteit toen ik vol enthousiasme naar de lessen ging. Af en toe was er een discussie in de groep over de multiculturele samenleving. Zelf was ik een van de enkelingen met migratieachtergrond. Het kwam regelmatig voor dat één van mijn medestudenten opende met ‘ik ben geen racist, maar…’ Na die ‘maar’ volgde meestal een racistische uitspraak, maar de student kon onmogelijk een racist zijn, want die werd ingedekt door zijn openingszin ‘ik ben geen racist’ en ook door de feiten, want ‘het is immers een feit dat…’.
Sindsdien, heb ik de zin ‘ik ben geen racist, maar…’ zo vaak gehoord dat ik onmogelijk de tel kan bijhouden. Als ik zo terugkijk dan vallen mij twee dingen op. Ten eerste hebben heel wat mensen de zin ‘ik ben geen racist, maar…’ ingeruild voor ‘ik ben racist en het kan me niet schelen’. Ten tweede heb je tegenwoordig heel wat zelfverklaarde progressieve, linkse wereldburgers die het doodnormaal vinden om af en toe een betoog te openen met ‘ik ben geen racist maar…’
Talloos zijn de opiniestukken die ik over racisme heb geschreven en nog talrijker de gesprekken die ik erover voerde. En toch. Het racisme is er nog steeds en neemt zelfs toe. Expliciet of latent, het zit in alle lagen van de samenleving en bij alle groepen, van blanke Belgische (wereld)burgers tot zwarte Afrikanen, al dan niet gematigde moslims, Albanezen en… de lijst is oneindig lang. Wie dit ontkent, ontkent de realiteit.
Anderzijds moet erbij gezegd worden dat terwijl alle racisme verwerpelijk is en schadelijk voor een samenleving, niet alle racisme gelijk is. Er zijn mensen van Marokkaanse origine die zich racistisch uitlaten over Turken, of Turken over Polen, Polen over Roma’s enz. Diezelfde mensen worden echter op hun beurt geconfronteerd met het racisme van de blanke Belg of Nederlander. En dan niet alleen met racistische uitspraken of scheldnamen zoals ‘makak’ of ‘aap’, maar ook met structureel racisme op de arbeidsmarkt, bij huisvesting en binnen het onderwijs. Alle vormen van racisme zijn een groot probleem voor een samenleving. Structureel racisme is echter het allerergste want het ontneemt mensen structureel de kans om hun leven te verbeteren.
Mijn doelstelling in dit artikel is zoveel mogelijk mensen doen nadenken bij wat racisme is, waar het vandaan komt en hoe we er bewuster mee kunnen omgaan. Bewust worden van het probleem racisme kan niet als we het probleem ontkennen of relativeren, zoals sommige ministers van nota bene Gelijke Kansen (in Vlaanderen), oh ironie of ja, eerder tragiek…
Mensen van het zuivere bloed
Om de wortels van het racisme te begrijpen moeten we de geschiedenis induiken. Als we terug kijken in de tijd, spreekt het voor zich dat we rekening moeten houden met de geest van de tijd. Racisme is veel ouder dan we denken. Al in de oudheid was er sprake van racisme. Zowel Grieken als Romeinen keken neer op andere mensen die ze meestal ‘barabaren’ noemden. Mensen uit het Oosten werden door de Romeinen gezien als natuurlijke slaven. Ook over de zwarten waren heel wat stereotypes. Volgens de Grieken waren de Ethiopiërs zwart omdat ze ‘verbrand waren door de zon’. De vooroordelen waren sterk verankerd en hadden vooral met afkomst te maken. Over hoe groot het racismeprobleem in die tijden was, lopen de mening uiteen bij historici. Daarom misschien vormen de kruistochten een beter vertrekpunt voor een beschrijving van de historiek van racisme.
Tussen 1095 en 1272 vonden er negen kruistochten plaats. Tijdens de kruistochten zijn ongeveer 200.000 mensen van het Westen naar het Midden-Oosten vertrokken. Dit was een heel intens gebeuren op allerlei vlakken. Mensen kwamen in aanraking met verschillende culturen, tradities, religies enz. In tijden van oorlog en met weinig kennis over elkaar, waren het vooral de negatieve vooroordelen en stereotypes die domineerden. Westerlingen trokken naar Jerusalem om strijd te voeren in naam van God. De kerkelijke leiders in het Westen waren ervan overtuigd dat ze er alle recht toe hadden om uit te breiden en de regio van het Midden-Oosten tot het christendom te bekeren. Jerusalem werd een belangrijk symbool voor de christenen en moest worden ingenomen. De kruistochten brachten niet alleen oorlog, uitbuiting en vervolging met zich mee, maar behalve een religieuze, ook een etnische classificatie van mensen.
Dit wil niet zeggen dat racisme alleen bij Westerlingen voorkwam. De Arabieren van die tijd hadden ook hun stereotypes over andere mensen. Vooral over de Afrikanen werd er negatief gedacht. De zwarte Afrikanen werden als anders gezien, ze zouden ‘wilden’ zijn die ook veel minder intelligent waren dan de rest van de mensheid.
De hierarchie was tekenend voor de middeleeuwen en zou dat nog eeuwen lang blijven. Behalve de moslims werden ook de joden als minderwaardig gezien. Moslims en joden werden vervolgd omdat ze geen deel uitmaakten van de mensen met ‘zuiver bloed’. Christenen in Spanje en Portugal die bekeerd waren tot de islam of moslims die zich later zouden bekeren tot het christendom, werden vervolgd en bespot. Een duidelijk voorbeeld zijn de Decretales van paus Gregory IX (jaar 1234). Volgens dit canoniek recht werden de kruistochten gerechtvaardigd als een defensieve oorlog. Christenen mochten moslims en joden dienen noch trouwen. Joden en moslims moesten in bepaalde wijken leven waar ze een duidelijke badge en kleren moesten dragen om hen te kunnen onderscheiden. Tijdens de Heilige Week mochten ze niet in het publiek verschijnen. Eén voorbeeld van de zovelen dat aantoont hoe structureel werd gediscrimineerd en gesegregeerd op basis van religie en etnicitieit.
Blanke superioriteit
Er bestond niet alleen een hierarchie van mensen maar ook van continenten. Abraham Ortelius publiceerde in 1570 een wereldatlas, een van de eerste die ook een bestseller werd. In 42 jaar verschenen er 41 edities van, wat in die tijd zeer indrukkwekkend was. De voorkant van de atlas, Theatrum Orbis Terrarum, bracht de vier continenten samen in een beeld als vier vrouwen. Europa staat bovenaan het beeld met een keizerskroon. Ze is de enige die deftig is gekleed, zelfs met schoenen aan. De positie die ze aanneemt is die van een heerser. Azië komt op tweede plaats. Ze is elegant gekleed en op blote voeten. Rechttegenover haar staat Afrika, die als een bijna naakte vrouw wordt voorgesteld, met een kleedje rond haar heupen. Op haar hoofd zie je zonnestralen die verklaren waarom ze zwart is. Helemaal onderaan staat Amerika. Die is nog schaarser gekleed terwijl ze in haar handen het hoofd van een slachtoffer houdt. Dit is een verwijzing naar het kannibalisme bij inheemse volkeren in Amerika. Er zit veel symboliek in dit beeld maar de kernboodschap is dat Europa domineert terwijl de andere continenten aan haar voeten liggen. Dat Europa domineert is geen toeval want, afgaande op de symbolen in het beeld, wordt Europa voorgesteld als wijs, rechtvaardig en hardwerkend.
De Jezuïet José de Acosta schreef in 1588 een invloedrijk etnografisch werk over de wereldvolkeren. Al wie niet christelijk was werd gecategoriseerd als ‘barbaar’. Dit hebben we al eerder gezien. Nieuw bij Acosta is dat hij een onderscheid maakt tussen de ‘barbaren’. Sommige van die barbaren zijn rationeel en hebben eigen wetten, steden enz. Hij doelt hier op Chinezen en Japanners bijvoorbeeld. Een tweede categorie was die van mensen die wel een leger, steden, religie et cetera hebben maar geen eigen schrift. Onder andere de Mexicanen en Peruvianen. De derde categorie beschouwde hij als wilden, gelijkaardig aan beesten die geen wetten, koningen of overheden hebben. Allerlei ontheemde volkeren, vooral in het Amerikaanse continent, behoorden tot deze laatste categorie.
Oneindig zijn de voorbeelden van kerkelijke figuren, militaire leiders en denkers die verhalen verspreidden over de volkeren met wie ze in contact kwamen, gaande van de eerste kolonisaties in Afrika tot deze in Amerika. Die volkeren werden altijd als barbaars en vaak zelfs als kannibalen voorgesteld. Deze stereotypes dienden niet alleen om die volkeren te koloniseren en uit te buiten maar ook om de hele slavenhandel te rechtvaardigen, zowel bij Europeanen als Arabieren, zoals we later zullen zien.
Christoffel Columbus, misschien wel de beroemdste ontdekkingsreizer, was ook de persoon die als eerste over kannibalisme sprak. In 1494 stuurde hij een brief aan verschillende katholieke koningen waarin hij suggereerde dat de Europeanen van de ‘kannibalen’ slaven moesten maken want hun aantal was oneindig en volgens Columbus was elk van hen drie zwarte Afrikanen waard. Economisch heel interessant dus. Bovendien was het in het voordeel van deze volkeren om slaven te worden want zo zouden ze verlost worden van hun ‘onmenselijkheid’. Het jaar daarop schreef hij nogmaals naar de koningen, nu met het idee om van alle Indianen slaven te maken, ook al was hij niet echt overtuigd van de waarde van Indiaanse vrouwen als huisslaaf.
Zelfs de meest humane en progressieve mensen van die tijd waren overtuigd van de superioriteit van de blanken en meenden dat de anderen achterlijk waren. Nicolaes Cleynaerts is een humanist die als doel had om christenen en moslims bij elkaar te brengen. Toen hij in Portugal verbleef bracht hij drie zwarte jongens naar Europa. Hij leerde ze Latijn en ze werkten als zijn assistenten. En toch: als Cleynaerts in zijn correspondentie over hen sprak, dan had hij het over ‘apen’, want volgens hem waren de zwarten wel in staat om te imiteren, maar niet om zelf te creëren.
Behalve kleur en religie was ook levensstijl een reden om mensen te discrimineren. Het geval van de Roma’s is hier een bewijs van. Ooit werden ze als hardwerkende mensen gezien. Met de tijd veranderde dit en werden de Roma’s overal in Europa vervolgd en gediscrimineerd. Ze werden als een soort ongedierte gezien en van hun menselijkheid ontdaan. Hun nomadische levensstijl werd voorgesteld als synoniem voor mensen die van diefstal en waarzeggerij leven. Samen met moslims en joden was het de Roma’s verboden om naar het nieuwe continent Amerika te trekken. Vandaag zijn die stereotypes nog steeds aanwezig en de Roma’s zijn de meest gediscrimineerde groep in Europa.
“God heeft de blanke man gemaakt, de duivel de mulat”
‘God heeft de blanke man gemaakt, de duivel de mulat’ luidt een bekende gezegde uit de achttiende eeuw. U zal ongetwijfeld woorden kennen zoals ‘creool’ of ‘mulat’. Wat de meeste onder ons niet weten is waar deze woorden vandaan komen. Ze zijn met name een verwijzing naar dieren. In Zuid-Amerika waar je heel wat gemixte mensen hebt, vind je ook het meest dergelijke woorden. Coyote, lobo, cambujo, albarzado zijn allemaal woorden van bepaalde mixen die naar dieren verwijzen.
Bij de Portugezen werd crioulo (Creole) gebruikt voor slaven die geboren werden in het huis van hun meester. De vergelijking ging met een kip die niet buiten was gekocht, maar thuis geboren. Creole komt van het Latijnse creare, en een van de betekenissen van dit woord is broeden. Ook Cabrito -de mix van een blanke met een mulat- is een verwijzing naar een dier, namelijk een jonge geit. Mulat komt trouwens van het woord ‘mule’ wat een nakomeling is van een paard en een ezel. In de meeste Europese landen werden mulatten als zwarten gezien en hadden ze beperkte rechten. In Frankrijk bijvoorbeeld mochten ze niet dienen in rechtbanken noch in het leger en ze waren uitgesloten van het praktiseren van geneeskunde. In de Nederlandse koloniën in Azië was het niet toegelaten voor niet-blanke mensen om naar Europa te reizen. Races of man, geschreven door Robert Knox en gepubliceerd in 1850, geldt als een van de eerste boeken over ras. Over de mulatten schrijf Knox dat het een ‘waardeloos ras’ is dat geen toekomst heeft. Brazilië, waar je misschien nog steeds de meeste gemixte mensen vindt, vond hij een horror. Een ondergang vond hij dat. Over de Roma’s schreef hij dat deze mensen een mix zijn van barbaren en wilden. Het is dit soort racistisch werk dat gecategoriseerd kan worden als wetenschappelijk racisme dat ons denken tot en met vandaag blijft beïnvloeden.
Het racisme heeft geleid tot miljoenen slaven die niet alleen richting Amerika werden afgevoerd, maar ook naar de Arabische wereld. Er is sprake van ongeveer 18 miljoen slaven die via de transsahara handel van Afrika naar het Midden-Oosten werden gebracht. Via de transatlantische route werden 12,5 Afrikanen naar het Amerikaans continent en de omringende eilanden gevoerd. Volgens berekeningen zijn 2,5 miljoen slaven onderweg naar die bestemmingen gestorven. Behalve slavernij heeft racisme geleid tot het uitmoorden van inheemse volkeren. De meeste historici zijn het erover eens dat continentaal Amerika een bevolking telde van ongeveer 60 miljoen mensen op het moment dat de Europeanen daar belandden. Twee eeuwen later bleven van die 60 miljoen nog geen 5 miljoen mensen over. In de Caraïbische eilanden verdwenen op twee generaties tijd 3 miljoen mensen.
De racistische stereotypes die werden opgebouwd en door de eeuwen heen verspreid via de kerk, de intellectuelen en de politiek konden niet anders dan tot zware drama’s leiden. Vooral na de opkomst van het nationalisme werd de situatie explosief. Stereotypes en wetenschappelijk racisme -dat mainstream was geworden- werden door allerlei nationalistische politici gebruikt om bepaalde volkeren, minderheden, aan te vallen. In het geval van de Armenen en de Joden leidde dat zelfs tot genocide.
Genocide in Europa
De Armeense genocide is een ander voorbeeld dat aantoont dat racisme niet alleen een zaak is van het blanke Westen. De Jonge Turken, een Turkse nationalistische beweging, zou het politieke landschap in Turkije voorgoed veranderen. Voor hen was Anatolië de kern van het Ottomaanse Rijk en daarom moesten de mensen die er woonden Turken zijn. Voordien werd in het Ottomaanse Rijk vooral onderscheid gemaakt op basis van religie, maar met de opkomst van het nationalisme werd er steeds meer over rassen gesproken. Armenen werden voorgesteld als profiteurs en agenten van Rusland die Anatolië wilden verdelen. Tussen 1894 en 1896 werden ongeveer 250.000 Armenen vermoord, maar het ergste moest nog komen. Tussen 1915 en 1916 zijn ongeveer 1 miljoen Armenen vermoord. Een groot aantal kon ontsnappen door te vluchten naar Rusland of verder te immigreren naar Frankrijk en de Verenigde Staten.
De Armeense genocide ligt heel gevoelig bij de Turken en toch is het belangrijk om erover te praten, want in Europa geldt dit als de eerste genocide. Het is de eerste keer dat we duidelijk zien hoe een minderheidsgroep wordt geviseerd door een staat. De centrale Turkse overheid was samen met de lokale besturen betrokken bij de deportatie en moordpartijen. Een van de grote verantwoordelijken voor deze genocide was Talât Pasha, leider van de Jonge Turken en grootvizier tussen 1917 en 1918. Hij was er zelfs fier op want hij liet weten aan Westerse ambassadeurs dat hij in drie maanden tijd meer had gedaan om de Armeense kwestie ‘op te lossen’ dan Sultan Abdul Hamid II in dertig jaar. Het is geen toeval dat Talât Pasha uiteindelijk in 1921 door een Armeen werd neergeschoten.
De Armeense genocide zou niet de laatste zijn. In Duitsland zou een genocide volgen die geldt als een van de dieptepunten in de menselijke geschiedenis. Er circuleerden in Duitsland veel stereotypes over de joden. Ze zouden rijk zijn en de financiën en industrie controleren, en vooral de staat en de mensen uitbuiten. Wilhelm Marr was een van de eerste auteurs die openlijk dergelijke stereotypes verdedigde en zelfs de Anti-Semitische Liga oprichtte. Een andere auteur was Houston Stewart Chamberlain, die anti-joodse propaganda schreef. Chamberlain was een Brit die de Duitse nationaliteit kreeg en lid werd van Duitse nationalistische kringen. Zijn boeken waren heel populair in Duitsland en Adolf Hitler was een van zijn grote fans. Voor zijn ideeën in ‘Mein Kampf’ maakte Hitler goed gebruik van het werk van Chamberlain. Hitler zou Chamberlain meermaals ontmoeten en hem zelfs lid maken van de Nazipartij. Beide waren overtuigd van de blanke superioriteit en meer bepaald van het Arische ras. Zoals Knox een hekel had aan Brazilië omwille van de mix van volkeren, zo hard ging Hitler tekeer tegen Vienna (Wenen) omdat het een Babylon van rassen zou zijn. Wat volgde toen Hitler later aan de macht kwam, staat te boek als de Holocaust waarbij miljoenen joden werden vermoord. Als Hitler de kans zou hebben gekregen dan waren dat er nog meer geweest, want volgens de plannen van de Nazis moesten alle 11 miljoen joden in Europa uitgeroeid worden en plaatsmaken voor blanke Duitsers. Niet alleen de joden werden geviseerd. Hier zien we weer dat verboden werd dat mensen zouden trouwen met ‘vreemde rassen’ of ‘minderwaardige minderheden’. Bovendien werd ook de jacht geopend op Roma’s en zwarten. Minstens een half miljoen Roma’s werden vermoord door de Nazi’s. Zoals in de tijden van de kruistochten ging het om zuiverheid. Terwijl men in de middeleeuwen over ‘zuiver bloed’ sprak, ging het in het begin van de twintigste eeuw over ‘zuivere rassen’.
Bewust worden van het racisme
In de 21ste eeuw is het niet beter gesteld met het racisme. Racisme bestaat nog steeds, nu zelfs in nog meer verschillende vormen. Ook landen zoals België en Nederland lijden onder het racisme. Er zijn tientallen voorbeelden van racisme bij de politie, in de politiek, op de arbeidsmarkt enz. Op de arbeidsmarkt in België bijvoorbeeld zien we dat 22% van de hooggeschoolde migrantenjongeren werkloos zijn, terwijl dat bij autochtone jongeren slechts 6% is. Het racisme binnen het onderwijs is geïnstitutionaliseerd. Getuige daarvan het lage aantal migrantenjongeren dat doorstroomt naar universiteiten. Op geen enkel niveau, van lokaal tot federaal, hebben we harde maatregelen gezien tegen het racisme.
Op Europees niveau is het niet beter gesteld. Zoals eerder gezegd is de situatie in de 21ste eeuw van de Roma’s in Europa onaanvaardbaar. In Griekenland zijn verschillende mensen vermoord omdat ze een andere kleur hebben dan de blanke autochtoon. De Europese Unie opent regelmatig de jacht op migranten, zoals momenteel met de politieoperatie Mos Maiorum.
Ook buiten Europa blijft racisme een probleem. In Arabische landen zoals de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar is er een ongezien racisme jegens Pakistanen, Bangladeshi en Indiërs die in deze landen werken. Het is een van de meest treffende voorbeelden van moderne slavernij. Verschillende minderheden worden dagelijks met racisme geconfronteerd in de Arabische wereld. Zo is ook racisme tegen zwarte Afrikanen er een hardnekkig probleem. In landen zoals Libië en Marokko werden verschillende zwarte Afrikanen vermoord omdat ze zwart waren. In Indië is hetzelfde gaande, ook daar is de afgelopen jaren de jacht op Afrikanen geopend.
Racisme is dus nog lang niet een probleem van het verleden, bovendien heeft het diepe wortels zoals ik heb trachten aan te tonen. Het is daarom belangrijk om geïnformeerd te worden en de geschiedenis te kennen om racisme beter te begrijpen. We kunnen racisme alleen maar bestrijden als we ons bewust zijn van het racisme dat in elke samenleving bestaat.
Pas als we ons bewust worden van de vooroordelen, stereotypes, discriminatie en racisme die bestaan en de wortels ervan, dan pas zullen we minder vaak horen: “Ik ben geen racist, maar…”