Iel, bacteriën!
• 03-10-2014
• leestijd 3 minuten
We vinden ze vies maar weten al geruime tijd dat we ze nodig hebben
Iel, bacteriën! Eng! Handen wassen, alles schoon maken. Anders worden we ziek. Oei, we zijn zo bang voor die onzichtbare vuiligheid. Die smerige kleine beestjes die ons ondermijnen. Bacteriën.
Al geruime tijd weten we echter dat we bacteriën nodig hebben en dat we met een grote hoeveelheid bacteriën in onze darmen vreedzaam samenleven. Zonder elkaar kunnen we niet. Verstoring van de bacteriestammen in onze darmen veroorzaakt ziekte.
Onderzoek dat in
het wetenschappelijk tijdschrift Nature verscheen laat ons zelfs zien, dat in tijden van ziekte muizen (ja dit onderzoek werd met muizen gedaan) speciale suikers produceren om de bacteriën te voeden teneinde zelf gezond te blijven. We mogen er wel vanuit gaan dat het bij mensen precies zo toegaat. We moeten de bacteriesamenleving in onze darmen beschermen om gezond te blijven.
“Zowel de gastheer/-vrouw als de darmbacteriën kunnen lijden in geval van ziekte, maar de voor beide gunstige relatie moet gehandhaafd blijven en daar zorgt de gastheer/-vrouw voor”, zeggen de onderzoekers. Bij chronische algemene ziekten gaan zoogdieren minder eten om energiestoffen te sparen in plaats van erop uit te gaan om energie te zoeken. En om zo ook geen energiestoffen aan de ziekmakende bacteriën meer te leveren. Daarmee wordt echter ook de voeding voor de gunstige bacteriën verminderd, maar dat is de bedoeling niet, want die helpen juist in geval van ziekte. Er is dus een speciaal systeem ontstaan om dat probleem op te lossen en dat is nu in kaart gebracht door de onderzoekers.
Het draait om een speciale suikersoort: L-fucose. De gastheer/-vrouw kan L-fucose verder niet gebruiken, maar indien het gebonden wordt aan eiwitten, hebben de bacteriën er iets aan. In geval van blakende gezondheid produceren de darmen van de muizen (en waarschijnlijk dus ook die van mensen) nauwelijks L-fucose, maar in geval van chronische algemene ziekten gaan ze dat wel doen.
Om het onderzoek te doen moesten de onderzoekers muizen een systemische infectie bezorgen (zielig natuurlijk, maar je denkt dan altijd bij jezelf: toch prettig dat ze zulke onderzoeken niet bij mensen doen). De muizen werden ziek, aten en dronken minder. Een paar uur laten kwam de aanmaak van L-fucose op gang en het suiker kwam terecht op alle oppervlakten van de dunne darm van de muizen. Alleen de muizen die voldoende gunstige bacteriën en genoeg L-fucose hadden, herstelden vervolgens voorspoedig.
Wat we ook weten is dat 20 procent van de mensen (ja nu gaat het om mensen) een gen mist om behoorlijk L-fucose te maken en laat dat nu net op een of andere manier
samenhangen met de vervelende darmziekte, de ziekte van Crohn.
We gaan steeds meer begrijpen van het belang van onze darmbacteriën. Het is daarom ook belangrijk te begrijpen hoe die darmbacteriën gezond blijven. Er is ook steeds meer bekend hoe we via een ongezond eetpatroon de verhouding tussen gunstige en ongunstige darmbacteriën verstoren en zo bijvoorbeeld grotere kans hebben op obesitas, verstoord metabolisme en dus ook op een grotere kans op diabetes-2.
Ja, we leren steeds meer, maar nu moeten we het ook nog leren toepassen.
Het laatste boek van Ivan Wolffers is ‘Als de tijd voor altijd stil zou staan ‘
Volg Ivan Wolffers ook
op Twitter Ivan schrijft voor Joop elke dag een Gezond Weetje van de Dag: klik hier voor een overzicht