
Huub Stapel zegt dat hij zich zorgen maakt dat zijn kleinkinderen over vijftig jaar naar de shariawetgeving zouden moeten luisteren. Het is een uitspraak die vooral iets zegt over zijn eigen gevoel, en nauwelijks iets over de werkelijkheid. Wellicht onder invloed van dystopische, AI-gegenereerde filmpjes en een extreme bubbel waarin hij zich bevindt, reageert de acteur op een manier die laat zien hoe beeldvorming onze perceptie kan sturen.
Er bestaat geen realistisch scenario waarin Nederland afglijdt naar religieuze wetgeving, laat staan naar sharia. De rechtsstaat is stevig verankerd, scheiding van kerk en staat is geen fragiel experiment maar een fundament, en zelfs in landen met een veel grotere moslimbevolking is sharia geen allesoverheersend systeem. Wie deze angst serieus neemt als toekomstbeeld, verwart gevoel met feit.
Wat hier zichtbaar wordt, is een terugkerend patroon onder welgestelde witte mannen van een oudere generatie. Mannen die hun leven hebben doorgebracht in een samenleving die om hen heen was gebouwd, waarin hun normen, humor en perspectief de maat der dingen waren. Voor hen voelt maatschappelijke verandering niet als vooruitgang, maar als verlies. Niet omdat hun rechten daadwerkelijk worden afgenomen, maar omdat hun vanzelfsprekende centrale positie verdwijnt. Dat verlies wordt vervolgens vertaald naar angst, en die angst krijgt een cultureel vijandbeeld mee.
Het is geen toeval dat dit soort uitspraken vaak komen van mensen die nooit zijn buitengesloten. Mensen die altijd ruimte hadden om te spreken, om te schuren, om te provoceren. Zodra de samenleving diverser wordt en andere stemmen hoorbaar worden, ontstaat het gevoel dat “niets meer mag” en dat “wij” worden overvleugeld door “zij”. Dat gevoel wordt dan verpakt als zorg om kleinkinderen, toekomst of beschaving, maar in wezen gaat het om het ongemak van gedeelde macht.
De ironie is pijnlijk. Mensen die decennialang hebben geprofiteerd van een systeem dat hen bevoordeelde, presenteren zich plots als potentiële slachtoffers. Alsof gelijkwaardigheid hetzelfde is als onderdrukking. Alsof het verdwijnen van culturele dominantie gelijkstaat aan het verdwijnen van vrijheid. Dat is geen analyse, dat is nostalgie met een dreigend randje.
Uitspraken als deze zijn niet onschuldig. Ze normaliseren wantrouwen en versterken het idee dat er een sluipende vijand onderweg is, terwijl die vijand in werkelijkheid vooral een veranderende samenleving is waarin niet langer één groep de toon zet. Angst wordt zo politiek, en gevoel wordt feit, met alle gevolgen van dien voor hoe we naar elkaar kijken.
De echte vraag is dan ook niet of de sharia eraan komt, maar waarom mensen die alles hadden zo bang zijn voor een toekomst waarin ze niet langer het middelpunt zijn. Misschien gaat deze angst niet over religie of wetgeving, maar over het loslaten van vanzelfsprekende macht. En misschien is het tijd om die angst te benoemen als wat zij is: geen waarschuwing, geen wijsheid, maar een boemerang van verlies die terugkomt bij degenen die hem zelf hebben weggegooid
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.