'Mevrouw zal wellicht niet altijd even goed in staat zijn voor zichzelf op te komen.'
Het is toch een beetje een rare rechtszaak. Voor in de rechtszaal zit de verdachte. Drie meter achter hem het slachtoffer. Hij zou haar hebben geslagen. En een duw hebben gegeven. In hun eigen woning. Ergens onderweg is het koffie-apparaat gesneuveld.
De officier van justitie kijkt er streng bij. Want huiselijk geweld. Dat tolereren ‘wij’ niet. Dat gaat zomaar niet. Daar moet een straf voor volgen.
Op haar pad treft ze niet alleen een ontkennende verdachte, maar ook een minstens zo hardnekkig nee-schuddend slachtoffer. Er was helemaal geen sprake van mishandeling. Echt niet.
Het slachtoffer had dat nog eens haarfijn uiteengezet in een brief aan de rechter. Ze wil helemaal geen vervolging. Haar man heeft haar niets misdaan. Hij had die avond wat teveel whisky gedronken. Was wat bozig. En toen liep hij ook nog eens tegen een schilderijtje aan. Met zijn zatte hoofd.
Man boos. En in paniek. Want man, bloed en hoofd. Dat is vaak niet goed. En zeker niet als je gedronken hebt. Vrouw moet ambulance bellen. Klonk wat angstig over de telefoon. Politie op de stoep.
Start huiselijk geweld. Alarmbellen. Prioriteit.
Als de rechter de verdachte confronteert met de “bevindingen” van agenten die ‘ter plaatse’ toch echt een opgezwollen rode wang bij “mevrouw” hebben “waargenomen” en haar toch echt hebben horen zeggen dat ze is geslagen, grijpt het slachtoffer zelf maar even in.
“Die rode wang was niet van een klap, dat was van het huilen.”
Iedereen in de rechtszaal hoort het de vrouw zeggen, maar niemand reageert. De officier gaat links en rechts voorbij aan de wens van het slachtoffer. Zij ziet wettig en overtuigend bewijs. Ergens tussen de regels perst ze een extra veelzeggend zinnetje.
“Mevrouw zal wellicht niet altijd even goed in staat zijn voor zichzelf op te komen.”
De rechter heeft het laatste woord. Ook hij passeert de pogingen van het slachtoffer om haar dader te beschermen. En acht hem schuldig. Aan de mishandeling.
“Of er geslagen is of alleen geduwd, dat laat ik maar even in het midden.”
De straf is laag. Een voorwaardelijke boete van een paar honderd euro. Hij is immers in behandeling voor zijn problemen.