Ik zal mij nooit tot zwijgen laten brengen door de suggestie dat ik vanwege mijn achtergrond of mijn huidskleur de pijn niet kan voelen. Dat is namelijk een vooroordeel
De Amerikaanse vlag staat voor de waarden die Black Lives Matter tot werkelijkheid wil maken. Zij komen tot uitdrukking in de laatste woorden van de pledge of allegiance waarmee men in de Verenigde Staten trouw zweert aan de vlag:
I pledge allegiance to the Flag of the United States of America, and to the Republic for which it stands: one Nation under God, indivisible, with Liberty and Justice for all.
Het Amerikaanse volkslied, the Star Spangled Banner , gaat over die vlag. Het stamt uit 1814 en is net als het Wilhelmus een strijdlied uit een goeddeels vergeten oorlog. Daarin wappert die vlag boven the land of the free and the home of the brave !
Nu kun je natuurlijk zeggen dat de praktijk in de Verenigde Staten al meer dan twee eeuwen lang weinig te maken heeft met deze verheven idealen maar dat doet aan het bovenstaande niets af. Vlag en Black Lives Matter staan voor dezelfde zaak. Blijven zitten als een zoutzak toont dan ook aan dat je weinig geloof hebt in de idealen achter de vlag. Daarom is het knielen van Amerikaanse football-spelers zo’n briljante vondst. Hun eerbied voor de maatschappelijke visie achter vlag en volkslied staat buiten kijf. Zo raken zij het publiek waar het pijn doet. Zij wijzen door hun houding erop dat er een diepe kloof gaapt tussen de mooie praatjes en de werkelijkheid. Dat er een groot verschil bestaat tussen het ideaal en wat er onder misbruik van die vlag allemaal is aangericht. Dat niet alleen. De knielende spelers stellen een probleem aan de orde dat niet specifiek Amerikaanse is maar in verreweg de meeste westerse landen op een of andere manier speelt, nadrukkelijk ook in Nederland.
Als ik Sander Philipse mag geloven , is het heel erg als een oudere blanke man opvattingen als bovenstaande publiek maakt. Hij kon zelfs niet wachten tot iemand met Afrikaanse roots het woord nam, maar drong zich ondanks zijn schuldige huidskleur naar voren om Mart Smeets de “witte” oren te wassen. Deze zou van alles verzwijgen. Wie het stuk van Sander Philipse leest, merkt dat dit nogal meevalt. Smeets heeft een andere interpretatie van de gebeurtenissen: hij ziet de zege van de activisten op het sportveld gloren omdat de bobo’s zich er niet echt tegen durven verzetten en de president van het land in feite morele steun gaf.
Hoe Sander Philipse er tegenaan kijkt, blijkt duidelijk uit de manier waarop hij dit artikel over de knielende voetbalster Rapinoe interpreteert. Daarin valt te lezen hoe de Amerikaanse voetbalbond zegt dat er vooralsnog geen maatregelen worden genomen maar in de toekomst misschien wel. Dat licht Philipse eruit. Het artikel gaat echter ook over de houding van het publiek op de tribunes, waaruit Rapinoe kracht put. Voor hetzelfde geld verandert zo’n stadion in een kolkende ketel van woede tegen zoveel brutaliteit en gebrek aan vaderlandsliefde maar dat gebeurt nergens. Ook niet bij het football. Het publiek toont iets tussen verbijstering en respect in. Men is geráákt.
Natuurlijk kun je van mening verschillen over de interpretatie van bepaalde gebeurtenissen. Wie weet hebben Mart Smeets en ik het wel bij het verkeerde eind. Maar dat komt dan niet, nadrukkelijk niet, omdat wij oudere blanke mannen zijn. Wij denken namelijk met onze hersens en niet met onze huid. En ik zal mij nooit tot zwijgen laten brengen door de suggestie dat ik vanwege mijn achtergrond of mijn huidskleur de pijn niet kan voelen. Dat is namelijk een vooroordeel. De geschiedenis van Afrika laat zien dat je het ontstaan van vooroordeel in de kiem moet smoren. Anders ben je voor je het weet zwaar de lul. Wie mij op mijn huidskleur en/of mijn leeftijd aanspreekt, zal zich daarom altijd en overal tegenover zich vinden. Ik kan iedereen die houding ten sterkste aanbevelen. Voor het goede begrip: het maakt niet uit wat je leeftijd of je huidskleur is. Wie je daartoe probeert te reduceren, heeft zelden goeds in de zin.