Hij verspreidt opnieuw het sprookje dat Nederland zijn poorten wijd open heeft staan
Hugo de Jonge deed dit weekend de eerste officiële stap in zijn gooi naar het politiek leiderschap van het CDA. Hij koos daarvoor een uitgebreid interview in de NRC als voertuig. Natuurlijk stelt de minister zich niet expliciet kandidaat. Hij doet dat met zoveel woorden. Hugo de Jonge maakt zich zorgen over het groeiend aantal immigranten. Daar gaat een wezenlijk deel van het artikel in de NRC over.
Elke rechtse politicus die het ver wil brengen, pist eens stevig tegen buitenlanders aan. Daarom staat zulk gedrag gelijk met een kandidaatsstelling in dit tiefusland.
Het moest eens gaan over onderwerpen die van wezenlijk belang zijn.
Hugo de Jonge is als bewindsman verantwoordelijk voor de gezondheidszorg in Nederland. Hij is aanspreekbaar op het feit dat oude mensen gevaarlijk lang zonder adequate zorg in huis moeten blijven, dat steeds meer verwarde personen over straat rondzwerven, dat doodzieke mensen gemangeld worden tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars.
Hugo de Jonge maakt deel uit van een kabinet, dat door een frivole omgang met de wetgeving de woningbouw tot stilstand heeft gebracht en de landbouw met volle snelheid door laat jakkeren op een doodlopende weg. Hij zit in een regering die wel een energietransitie heeft aangekondigd maar geen idee heeft van wat dat werkelijk voor burgers gaat betekenen of wie de rekening zal betalen.
Dat zijn de dingen waar het om gaat. Dat zijn de zaken die elke Nederlander rechtstreeks treffen: dat je kinderen met geen mogelijkheid aan een woning kunnen komen. Dat de buurman ‘s nachts tiert en schreeuwt, als zijn demonen hem bezoeken. Dat je moeder maar geen plekje in het verpleeghuis vindt.
Maar Hugo de Jonge pakt het anders aan. Hij geeft de schuld aan de immigranten. Dat is het grote probleem. Hij verspreidt opnieuw het sprookje dat Nederland zijn poorten wijd open heeft staan. Dat iedereen maar kan binnenkomen zonder dat hem of haar een strobreed in de weg wordt gelegd. Dat de hele wereld de dampende vleespotten van Ruttonia ruikt en op weg is hier naar toe.
Ondertussen lachen Wilders en Baudet in hun vuistje. Zij zullen oogsten wat Hugo de Jonge zaait.