
Human Rights Watch beschuldigt Israël van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid tijdens militaire operaties op de bezette Westelijke Jordaanoever begin dit jaar. Dat meldt NRC donderdag. De mensenrechtenorganisatie concludeert in een nieuw rapport dat 32.000 Palestijnen gedwongen zijn ontheemd uit vluchtelingenkampen in Jenin, Tulkarem en Nur Shams. HRW roept op tot vervolging van premier Netanyahu en minister van Defensie Katz.
Tijdens het staakt-het-vuren met Hamas in Gaza richtte het Israëlische leger zich in januari en februari 2025 op de Westelijke Jordaanoever, waarbij het voor het eerst sinds 2002 tanks inzette. Vluchtelingenkampen werden ontruimd en vernietigd, meerdere Palestijnen kwamen om. Volgens de Geneefse Conventies is gedwongen verplaatsing van burgers in bezet gebied alleen onder strikte voorwaarden toegestaan, maar de ontheemde Palestijnen konden niet terugkeren omdat hun onderkomens waren verwoest.
HRW-onderzoeker Nadia Hardman spreekt van etnische zuivering: "Terwijl de wereldaandacht op Gaza gericht was, hebben Israëlische troepen oorlogsmisdaden uitgevoerd op de Westelijke Jordaanoever." Het Israëlische leger verdedigt zoals gewoonlijk de vernietiging van infrastructuur als "noodzakelijk" om "misbruik door militanten" te voorkomen, maar geeft ondertussen geen datum voor een eventuele terugkeer van bewoners.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.