Het op stal houden van koeien wordt gefaciliteerd door de overheid en vormt een grote bedreiging voor het voortbestaan van kleinschalige familiebedrijven, het dierenwelzijn én het milieu
Woensdag spreekt de Tweede Kamer met experts over het initiatiefvoorstel van SP, D66 en GroenLinks om weidegang in Nederland te verplichten. De vertegenwoordigers van de melkveesector zijn tegen.
In 2001 liep nog ruim 90 procent van de Nederlandse koeien in de wei. Vanwege de afschaffing van het melkquotum gingen veel melkveehouders grotere stallen bouwen en steeds meer koeien houden. In 2014 bereikte de melkkoeienstapel – dat woord wordt steeds toepasselijker – een piek met maar liefst 1,61 miljoen koeien. Het hoogste aantal in vijftien jaar. In sommige gebieden in Nederland stond toen al meer dan vijftig procent van de koeien jaarrond op stal.
Schaalvergroting De toenemende schaalvergroting binnen de melkveehouderij is de grootste bedreiging voor weidegang. Het Centraal Bureau voor Statistiek berekende dat de kans op weidegang steeds kleiner wordt naarmate het bedrijf groter wordt. Hoe meer koeien een bedrijf heeft, des te meer grond is nodig en die grond is veelal niet beschikbaar. Daarbij is het voor de boer veel minder arbeidsintensief als de koeien gewoon binnen blijven. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kunnen op bedrijven met 160 melkkoeien of meer, slechts 42 procent van de melkkoeien naar de wei. Vaak alleen voor het jongvee dat nog geen melk geeft. Op bedrijven die zo’n 40 koeien houden kunnen bijna alle koeien (93 procent) beweid worden. Massieve schaalvergroting zorgt voor levenslange opsluiting van meer en meer koeien.
Hoe meer koeien, hoe minder weidegang. Maar dat is niet het enige probleem. De uit de hand lopende veestapel zorgt ook voor meer poep. Een koe produceert vandaag de dag in haar werkzame leven ruim drie keer meer poep dan melk. Met kaas is het nog erger. Om één kilo kaas te kunnen maken, is tien kilo melk nodig en dat levert dan als bijgerecht weer ruim dertig kilo mest op. 82.200 inwoners in een stad produceren net zoveel poep als één megastal van 500 koeien.
De wet maakt geen onderscheid tussen boeren die weidegang toepassen en de mest op hun eigen land afzetten, en boeren die de koeien altijd binnen houden en de mest in mestfabrieken verwerken. Het is aantrekkelijker om de koeien het hele jaar op stal te houden. Doordat er wettelijk geen paal en perk meer gesteld is aan de omvang van de melkproductie met melkquota, is schaalvergroting en intensivering van de melkproductie per koe aan de orde van de dag.
Negatieve gevolgen Deze ratrace to the bottom wordt aldus gefaciliteerd door de overheid en vormt een grote bedreiging voor het voortbestaan van kleinschalige familiebedrijven en het dierenwelzijn. Een groeiende melkveehouderij zorgt tevens voor een hogere uitstoot van broeikasgassen als methaan en lachgas .
Een drastische inkrimping van de melkveestapel is de enige werkbare oplossing. Minder koeien, minder milieuschade, minder klimaatproblemen, meer weidegang en meer dierenwelzijn .
Het initiatief van de SP, GroenLinks en D66 om koeien in de wei te houden, is toe te juichen. Het is, meer dan ooit, noodzakelijk om dit bij wet te regelen. Al gaat de verplichte weidegang niet verder dan 6 uren per dag, 120 dagen per jaar. Ter vergelijking in 2006 gingen koeien gemiddeld zo’n 181 dagen per jaar, 11 uur per dag naar buiten.
De initiatiefnota maakt een uitzondering voor bestaande megakoeienstallen. Voor die bedrijven zou geen verplichte weidegang gelden. Ook koeien in bestaande megastallen hebben recht op weidegang. Een ontheffing, juist op megastallen, is niet op zijn plaats. De omvang van de huidige melkveestapel in dit kleine landje, is niet te verantwoorden gelet op de negatieve gevolgen voor milieu, klimaat en dierenwelzijn. Tijd om de handen ineen te slaan!