Terwijl Geert Wilders jubelend de Hongaarse premier feliciteert met de uitkomst van het referendum, heerst in het land zelf grote vrees binnen de joodse gemeenschap vanwege het pad dat Viktor Orbán bewandelt. Volgens de Hongaarse joden gebruikt Orbán exact dezelfde retoriek tegen moslims en vluchtelingen, als Hitler deed tegen hen in de jaren 30.
Viktor Orbán en zijn populistische regering voerden in de aanloop naar het referendum van afgelopen zondag de grootste reclamecampagne in de Hongaarse geschiedenis. Maar liefst zesduizend anti-vluchtelingenposters werden in de openbare ruimte opgehangen. Het doel: de Hongaren ervan overtuigen vooral tégen de opvang van 1294 vluchtelingen te stemmen die aan het land zijn toegewezen volgens Europese afspraken.
Gedurende de hele campagne heeft Orbán vluchtelingen in verband gebracht met de terreurdaden elders in Europa. ‘Wie weet hoeveel terroristen er onder de immigranten zijn,’ stond te lezen in een door de staat gefinancierde en landelijk verspreide propagandafolder. Ook repte het pamflet over complete West-Europese steden die zouden zijn overgenomen door vluchtelingen en dat er in een aantal steden sprake is van no-go zones door hun aanwezigheid.
‘Het publieke discours ten aanzien van vluchtelingen is overgegaan in hate speech,’ aldus András Heisler, hoofd van Mazsihisz, de grootste joodse koepelorganisatie van Hongarije. Hij is bang dat de voortdurende stigmatisering van vluchtelingen zal overslaan in intolerantie tegen andere Hongaarse minderheden.
‘Het is voor ons onacceptabel om haat aan te wakkeren, niet alleen tegen joden, maar ook tegen de Roma, christenen, homo’s of migranten. We weten allemaal dat haat zich gedraagt als een virus: het verziekt langzaam de hele maatschappij.’
Heisler zei zich aan te sluiten bij rabbi Zoltán Radnóti die onlangs nog waarschuwde dat de rechten van vluchtelingen evident zouden moeten zijn wanneer lessen worden getrokken uit de Holocaust. ‘Het kan niet anders in het Europa van na de Shoah dat diegenen die moeten vluchten in staat gesteld worden dit ook te doen.’
Ook Diana Groo, een Hongaarse regisseur die films maakt over de joodse geschiedenis, ziet de paralellen met het verleden:
‘De gevoerde haatcampagne doet sterk denken aan de nazipropaganda en de film Der Ewige Jude. Het doet in alles denken aan de jaren 30.’
Nederlaag De enorme haatcampagne van Orbán heeft uiteindelijk niet geleid tot een beslissende zege. Hoewel van de uitgebrachte stemmen maar liefst 98 procent tégen de opvang van vluchtelingen was, kwam slechts zo’n 40 procent van de kiezers opdagen. Te weinig om het haatreferendum geldig te maken, te weinig om Orbán munitie te verschaffen voor zijn opstand tegen de Europese Unie. De democratische oppositie had mensen opgeroepen niet te gaan stemmen, daar is massaal gehoor aan gegeven.
Hoewel Orbán na het referendum de overwinning claimde en direct lofuitingen ontving van hem gunstig gezinde xenofobe politici uit heel Europa, waaronder ook Geert Wilders, drukten andere Europese politici hem direct met zijn neus op de feiten: de opkomst lag onder de 50 procent, het referendum kon de prullenbak in.
Jobbik, Hongarijes grootste oppositiepartij – een extreemrechtse beweging met nóg extremere standpunten dan Orbán – aarzelde niet om de lage opkomst in de schoenen van Orbán zelf te schuiven. Die zou ondanks de grootste haatcampagne uit de Hongaarse geschiedenis niet genoeg hebben gedaan om kiezers aan te moedigen. ‘Sinds gisteren bent u een mislukt politicus,’ zei Jobbik-leider Gábor Vona maandag in het parlement tegen de premier. ‘U zult nooit meer serieus genomen worden door de Brusselse bureaucraten.’
De mislukking van Orbán is een kleine troost voor de democraten in het parlement, maar vooral ook voor de joodse gemeenschap in het land. Dat vindt ook Zsuzsanna Vajna. Maar het blijft gevaarlijk, zo zegt ze. In 1944 werd Vajna door de nazi’s gedwongen om samen met andere joden op en neer te lopen langs de oevers van de Donau, terwijl de nazi’s willekeurig een aantal van hen doodschoot en in de rivier liet vallen. In 1945 verhongerde Vajna bijna in het getto van Boedapest, ze overleefde ternauwernood de Holocaust.
Nu, op bijna dezelfde plek als waar Vajna in 1944 langs de oevers van de Donau moest lopen, kwamen de dag voor het referendum honderden extreemrechtse demonstranten bijeen voor een anti-vluchtelingenmars. Vajna:
‘Hitler zei in de jaren 30 dezelfde dingen en zette aan tot haat tegen een deel van de bevolking. Dit keer zijn de moslims de slachtoffers. Het een zeer agressieve campagne geweest die meer dan een jaar heeft geduurd en het land heeft verscheurd.’