Adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad vindt het maar vreemd dat sommige mannen met elkaar willen trouwen
Ik ben misselijk. Kotsmisselijk. Nee, niet omdat ik iets verkeerds gegeten heb, maar omdat ik iets verkeerds gelezen heb. Nou, eigenlijk heb ik het niet verkeerd gelezen. Sterker nog, ik heb het heel goed gelezen, want het staat er echt.
Steef de Bruijn, adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, schreef een column over kijkcijferkanon Boer Zoekt Vrouw en uitte daarin zijn frustratie:
Zo worden wekelijks 4 miljoen mensen gehersenspoeld in een duivelse strategie het huwelijk te ondermijnen. Eerst door kijkers wijs te maken dat je de beste levenspartner vindt via een soort ratrace en daarna door de indruk te wekken dat het volstrekt normaal is dat je als man een andere man zoekt om je leven mee te delen.
Waarom, meneer De Bruijn, is het niet volstrekt normaal dat je als man een andere man zoekt om je leven mee te delen? Oké, het komt niet zo vaak voor als andersom het geval is, maar er zijn nu eenmaal mannen die op mannen vallen. En naar mijn mening is het ‘volstrekt normaal’ dat zij een andere man zoeken, anders zouden ze geen homo zijn. Zoals ik het ook volstrekt normaal vind wanneer u en uw medechristenen een kerkdienst in de kerk houden en niet in de shoarmatent om de hoek.
De column ging verder en ik citeer:
Hoe triest dit ook is, er zit één lichtpuntje aan. Het lijkt erop dat Nederland niet meer tot de voorhoede in de westerse wereld hoort. Boer Willem had zich al een paar jaar eerder opgegeven, maar kennelijk durfde de KRO het toen niet aan. In andere landen waar Boer Zoekt Vrouw ook draait, waren al eerder homostellen te zien: Duitsland, Zweden en Vlaanderen. Een ander recent bericht wijst er ook op dat we niet langer gidsland van de homolobby zijn in Europa. Frankrijk wil snel af van de woorden “vader” en “moeder” in officiële documenten vanwege de invoering van het homohuwelijk. Gelukkig zijn we in Nederland nog niet zo ver.
Meneer de Bruijn, wanneer u ervan overtuigd bent dat we niet meer ‘tot de voorhoede’ in de westerse wereld behoren als het gaat om homo-emancipatie wil ik u toch even wijzen op de jaarlijkse Gay Pride, een symbool van vrijheid en diversiteit waar ik als Nederlander zeer trots op ben. Maar wat ik eigenlijk nog het ergst vind, is uw ‘goedmakertje’ richting homo’s: “In mijn column beledig ik geen homo’s maar gaat het me om het homohuwelijk en homoseksuele relaties. Ik hou van homo’s, echt, maar heb er grote moeite mee als ze een relatie met elkaar aangaan.”
Eeuwenlang hebben homo’s de kans niet gekregen om zich te uiten, om überhaupt samen over straat te kunnen en nu beweert u van homo’s te hóuden? Lief te hebben, terwijl u ondertussen niet wil dat ze een relatie aangaan? Je mag gevoelens hebben voor een andere man, maar dit niet praktiseren?
Meneer de Bruijn, heeft u enig idee wat dit met homo’s in ons land doet? Blijkbaar niet. En dat vind ik een schande. Wanneer ik als atheïst net zo veel aan mezelf en mijn eigen overtuiging zou denken als u doet, zou ik nu naar de kerk lopen en zeggen: “Prima dat jullie in God geloven, maar ik heb er grote moeite mee als jullie dat gebouw iedere week bezet houden.”