De reden dat 'strijd' als metafoor bij ziekte gebruikt wordt is ten diepste ideologisch. Een maatschappij zonder vangnet is alleen eerlijk als alle ellende de schuld is van de vrije beslissingen van het individu
Als er iets is waardoor ik nooit meer een cent aan een collecte zal geven, dan zijn het wel die ALS-posters ‘ga door met mijn strijd’. Ernstige ziektes zijn geen strijd. Of je ze krijgt of niet is botte pech, en of je ze overleeft ook. Wie ziektes als strijd presenteert, draagt bij aan het waanbeeld dat alle succes of falen onze eigen schuld is.
De ALS-posters laten zien hoe onze maatschappij doordrenkt is van neoliberale ideeën. Het ergste wat je tegenwoordig verweten kan worden dat je ‘een slachtofferrol aanneemt’, zelfs als je daadwerkelijk slachtoffer bent. Als je dus geld voor ALS-patienten los wilt krijgen, dan kun je ze niet presenteren als hulpeloze slachtoffers; je moet doen alsof ze strijders in een of andere nobele oorlog zijn. Door deze metafoor de gebruiken doet ALS Nederland zijn patiënten geen goed. Hen wordt immers impliciet verteld dat als het slecht met ze gaat, dat hun eigen schuld is: dan hebben ze niet genoeg gestreden. Het was om deze reden dat het Kankerfonds, dat vergelijkbare kreten gebruikte, een paar jaar geleden op verzoek van juist de patiënten opgehouden is deze metafoor te gebruiken.
De reden dat deze metafoor gebruikt wordt is ten diepste ideologisch. Een maatschappij zonder vangnet is alleen eerlijk als alle ellende de schuld is van de vrije beslissingen van het individu. Immers, als we zouden erkennen dat we ons leven niet perfect in de hand hebben, dan zou dat grond zijn voor allerlei enge socialistische dingen als collectieve verzekeringen, en daar willen we niet aan. Ziekte en pech passen niet in dat beeld. Ze moeten daarom weggemoffeld worden. Dat gebeurt door ze te herformuleren als strijd. Alleen iemand die vecht kunnen we respecteren.
De strijd-metafoor verbergt dat we aan sommige ziektes niets kunnen doen. In de moderne wereld nemen ziektes een speciale rol in; veel van de dingen die vroeger levensgevaarlijk waren (denk aan bevallen, of lange reizen maken) zijn inmiddels getemd, maar ziektes niet. Je kunt je leven in volstrekte veiligheid leiden, maar als de dokter zegt dat je ALS hebt is het binnen een jaar of vijf afgelopen. Denken dat je dan ‘gaat strijden’ is een vorm van schijnzekerheid.
Vanwege die schijnzekerheid is de strijd-metafoor populair bij mensen met macht: als jij het idee hebt dat je eerlijk gestreden en eerlijk verloren hebt, dan zul je je daarbij neer leggen. Je gaat niet de straat op als je het idee hebt dat het allemaal je eigen schuld is. Zo maakt de strijdmetafoor ons blind voor het feit dat net zoals bij ziektes er in de rest van de maatschappij ook gewoon zoiets bestaat als botte pech. Strijd is een onderwerp dat goed past in het neoliberalisme. Daarom wordt strijd als metafoor overal gepropageerd, niet alleen als het om ziektes gaat, maar bijvoorbeeld ook in de sport, of in het bedrijfsleven, waar het kapitalisme als veredelde strijd gepresenteerd wordt. De metafoor heeft – zie de ALS posters – inmiddels potsierlijke vormen aangenomen.