Zes jaar na de aanslag op Theo van Gogh is er nog bar weinig terecht gekomen van de anti-radicaliserings programma's. De aanpak van radicalisering verloopt op z'n zachtst gezegd moeizaam
Signalen van radicalisering komen nauwelijks door. Alsof er een taboe op heerst. Het gaat mij vooral om de passieve houding van een aantal instanties zoals welzijns- en onderwijsinstellingen. Maar dit geldt ook voor de islamitische instellingen. Vaak hoor ik dat het allemaal goed gaat en dat er op het gebied van radicalisering niets aan de hand is bij hen. Ook scholen maken zich schuldig aan bagatalisering. De signalen die van scholen zouden moeten komen, blijven uit. Bang als ze zijn voor imago schade. Daarom lossen ze het liever zelf op.
In mijn tijd als wethouder in Bos en Lommer kwam ik dit ook al tegen op het gebied van zorgleerlingen. In de Kolenkitbuurt, volgens het ministerie van VROM in 2009 de slechtste wijk van Nederland, wonen zeer veel gezinnen met veel en complexe problemen. Toch kwam er vanuit de scholen geen enkele melding over zorgleerlingen. Ik accepteerde dit niet en verlangde van de scholen in de Kolenkitbuurt een maandelijks verslag met betrekking tot zorgleerlingen.
We zouden scholen en welzijnsinstellingen moeten dwingen om met signalen te komen.
Laatst was er een debat in een moskee over Marokkaanse jongeren en antisemitisme. Als je dan hoort hoe jongeren allerlei zaken door elkaar halen, dan schrik je je niet alleen een hoedje maar je pleurt van je stoel. Uitspraken als: “Israel bestaat niet en Joden pikken ons land in”. Anti-Israëlbeleid dat ineens een antisemitische manifestatie krijgt. Dit zijn signalen die er toch op duiden dat we er nog lang niet zijn. Ik ben tegen Hamas en dat maakt mij niet anti-moslim. Ik ben ook tegen het Israëlisch beleid maar dat maakt mij niet anti-Joods.
Er zijn de afgelopen jaren stappen gezet in de richting van anti-radicalisering. Het onderwerp is bespreekbaar maar de aanpak vergt een zeer lange adem. Maar dan moet het wel blijven ademen. Het mag nooit wegebben. Totdat we weer geconfronteerd worden met een aantal aanhoudingen van verdachten van terrorisme. Dan is iedereen weer in rep en roer.
Tot slot, maar niet op de laatste plaats wil ik me richten tot de ouders. Ze schrikken vaak als ze verhalen horen over hoe hun kinderen denken over Joden, Islam en de frustraties waar ze mee zitten. Vaak gaat het dan ook nog om kinderen die het thuis en daarbuiten goed doen. Ouders moeten wel indenken dat ze een rolmodel zijn voor hun kinderen. Iets waar ze zich niet altijd van bewust zijn. Dus ook binnen de gemeenschap moeten mensen elkaar een spiegel voorhouden. Ouders en mensen in het algemeen, moeten veel meer tegen elkaar zeggen.
Het zou ook goed zijn om transparanter om te gaan met cijfers over radicalisering. We weten nu nog steeds niet of het aantal radicaliseringen is gestegen of afgenomen vanwege de aanpak. We weten niet of we het goed of slecht doen. En dat wat we doen goed is of niet. Neem nu een stadsdeel Slotervaart in Amsterdam. Daar werden in 2008 tientallen dossiers behandeld. Is dit goed afgehandeld en is dit aantal dit jaar afgenomen of niet. Wanneer het aantal meldingen toeneemt dan weten we in ieder geval dat er goed op gezeten wordt door allerlei instanties.
Mijn doel is om onze kinderen er bij te houden en ze met een behoorlijke dosis aan burgerschap af te leveren aan de samenleving. Maar dan moet iedereen meedoen.