De rechtsstaat is niet aangetast, de wet moet misschien wel veranderd worden
Volkert van der Graaf kon maandagochtend tevreden in zijn handen wrijven. De rechtbank had hem op alle punten gelijk gegeven. Weliswaar was de sfeer tussen hem en de reclassering niet goed, maar toch kon niet gesteld worden dat hij het contact bewust saboteerde. Bovendien had het Openbaar Ministerie tot voor kort beweerd dat een basaal inzicht in de situatie van de op voorwaarden vrijgelaten moordenaar voldoende was. Nu nam het ineens het omgekeerde standpunt in.
Je vraagt je af hoe het met Volkert van der Graaf zou zijn afgelopen als hij destijds op zijn achttiende niet naar de universiteit van Wageningen was gegaan, om zich daar te ontwikkelen tot milieuactivist, maar netjes in Leiden of Amsterdam rechten had gestudeerd. Dan was hij nu misschien een gevierd advocaat geweest, die de grote strafpleiters van het moment, de Hiddema’s, de Frankens en tot een paar jaar geleden de Moszkowiczen volstrekt in de schaduw stelde. De man is namelijk een kei in het winnen van gerechtelijke producers. Hij heeft al vele malen het Openbaar Ministerie alle hoeken van de kamer laten zien.
Op Twitter is de woede over Volkerts recente zegepraal groot. De rechtsstaat is aangetast, wordt er geroepen. De D66-rechters hebben de PVV weer aan extra zetels geholpen. Je hoort de echo van Trump, die pas twitterde dat de “neprechter” in Washington met zijn uitspraak tegen het sluiten van de grenzen voor burgers van die zeven moslimlanden de maatschappij in gevaar bracht. Achter deze uitspraken schuilt de gedachte dat rechters zich moeten laten leiden door de volkswil in plaats van door de letter van de wet. Ik zal maar niet vertellen in welk buurland en welk tijdperk dit beginsel ook al eens is toegepast want dan is de boot aan en wordt de aandacht afgeleid van de hoofdzaak.
De hoofdzaak is wat Neil Gorsuch zei, meteen toen Donald Trump hem voordroeg als lid van het Amerikaanse Supreme Court. Het was de taak van rechters, zo zei hij voor de camera’s en met een glunderende president op de achtergrond, om de wet zo precies mogelijk toe te passen. Daarna maakte hij een wezenlijke opmerking: “Een rechter die altijd gelukkig is met zijn resultaat, is waarschijnlijk een slechte rechter.”
Dat is de rechters van Volkert van der Graaf ook overkomen. Zij konden niet anders. Ook al werden zij er zelf misschien ook wel beroerd van. Zo zit de wet nu eenmaal in elkaar. Met deze insteek van het Openbaar Ministerie was er geen andere conclusie mogelijk. Anders hadden zij de bijl gezet aan de wortel van de rechtsstaat.
Volkert van der Graaf heeft sluw gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de wet hem bood en zijn rechters voor het blok gezet.
Wie dat soort dingen in de toekomst wil voorkomen, dient de wet te veranderen. Dat is de taak van regering en parlement. Daar zijn prima procedures voor. Maar het zal wel bij schelden en tieren blijven. Dat zijn we in Nederland zo langzaamaan wel gewend.