Hoe minister Opstelten voortaan lege rechtszalen trekt
• 10-10-2012
• leestijd 4 minuten
Toegang tot de rechter is geen overbodige luxe, maar een noodzakelijk mensenrecht in een democratische rechtstaat
Als het aan minister Opstelten van Veiligheid en Justitie ligt wordt de gang naar de rechter een stuk duurder. Op rechtsbijstand voor mensen met een krappe beurs was al flink bezuinigd. Het effect voor toegang tot de rechter is dramatisch. Het legt de bijl aan de wortels van de democratische rechtstaat en daarom moet minister Opstelten zijn wetsvoorstel ter verhoging van de griffierechten zo snel mogelijk intrekken.
Vandaag debatteerde de Tweede Kamer over de verhoging van de griffierechten. In het Lenteakkoord van VVD, CDA, ChristenUnie, D66 en GroenLinks is afgesproken dat die verhoging van de baan is. Goed nieuws dus voor iedereen die op de rechter is aangewezen. Maar wat in het Lenteakkoord geregeld werd, lijkt in het Herfstakkoord van VVD en PvdA weer ter discussie te staan: het demissionaire kabinet weigert tot nu toe het wetsvoorstel dat de griffie-rechtverhoging regelt in te trekken.
GroenLinks vindt dat de toegang tot het recht en de rechter voor iedereen gegarandeerd moet zijn. Een echtscheiding bijvoorbeeld, kan als de verhoging van de griffierechten doorgaat maar liefst € 8500,- gaan bedragen. Bezwaar tegen een onterechte parkeerboete kost je voortaan dan geen € 40,-, maar € 500,-. Uit onderzoek van de Nederlandse Orde van Advocaten blijkt dat ruim 34 procent van de Nederlanders niet meer naar de rechter zullen gaan. Zo’n 20 procent vindt het nu al te duur om iets aan de rechter voor te leggen. Een verdere verhoging van de griffierechten zal dat gevoel logischerwijs alleen maar aanwakkeren.
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vindt dat de rechtszoekende zijn verantwoordelijkheid moet nemen. De kosten voor de rechtspraak worden nu door de samenleving gedragen. Het zijn vooral de laagste en hoogste inkomensgroepen die regelmatig procederen, zo betoogt de minister. Wie veel procedeert moet daarvan maar de kosten dragen, luidt zijn oordeel en de hoge kosten stimuleren partijen wel tot buitengerechtelijke oplossingen.
Nu is het moment om op deze gemakkelijke gedachte terug te komen. Toegang tot de rechter is geen overbodige luxe, maar een noodzakelijk mensenrecht in een democratische rechtstaat, waarin bijvoorbeeld conflicten tussen burgers en overheden vaak überhaupt niet buiten de rechter om opgelost kunnen worden. De veronderstelde bezuinigingsmaatregel lijkt aantrekkelijk, maar als niet duidelijk is wat de griffierechtverhoging betekent voor de rechtszoekende burger, worden onaanvaardbare risico’s genomen die de bijl aan de wortel van de democratische rechtstaat kunnen leggen.
De precieze financiële gevolgen van de griffierechtenverhoging voor de burger heeft minister Opstelten nog steeds niet voor ogen. Dat is uiterst riskant. Toegang tot de onafhankelijke rechter is in een democratische rechtstaat geen luxe, maar een mensenrecht. Verdragen en onze eigen Grondwet verplichten de overheid burgers feitelijke toegang tot de rechter te garanderen. Niet alleen mag niemand tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent, ook moet de overheid minder draagkrachtigen rechtsbijstand verlenen. Wie daaraan morrelt, speelt met de beginselen van de democratische rechtstaat. Hoe is zo’n maatregel uit te leggen aan een onterecht ontslagen werknemer die maar liefst een maandsalaris moet ophoesten voordat de kantonrechter vonnis wijst? En waarom moet een rechtszaak van burgers tegen de overheid waarschijnlijk € 1.200,- kosten? Dat is een vervijfvoudiging van de huidige kosten voor de burgers, terwijl het vaak de overheid zélf is die rechtszaken uitlokt door trage besluitvorming, slechte communicatie en regelrechte onwil om conflicten zonder rechterlijke tussenkomst op te lossen. De jaarverslagen van de Nationale ombudsman staan vol van verhalen, waarbij overheidsinstellingen escalaties hadden kunnen voorkomen door een simpel telefoongesprek.
De vraag doemt op hoe dierbaar de uitgangspunten van de democratische rechtstaat voor dit kabinet zijn. Dat zijn grote woorden, maar wel gepast. Het gaat er een beetje op lijken dat in ieder geval de grenzen van de rechtstaatsbeginselen worden opgezocht. Facilitering van goede, onafhankelijke rechtspraak is een overheidstaak. Maar de financiering ervan duidelijk niet. Dit kabinet zet erop in dat per 2013 de rechtspraak bekostigd wordt door hen die daar gebruik van maken.
De onderhandelaars van de VVD en de PvdA horen de kassa blijkbaar nog steeds in de verte rinkelen, maar vergeet dat het recht op een eerlijk proces geen niet alleen op papier maar ook in de praktijk gewaarborgd wordt. Rechtspraak moet voor iedereen toegankelijk zijn, niet alleen voor degenen die het kunnen betalen.
Gefinancierde rechtsbijstand is twee jaar geleden al uitgekleed, griffierechten zijn nu aan de beurt en de vergoedingen voor de sociale advocatuur gaan tegelijkertijd op de helling. Het resultaat: onrecht wordt te duur om aan te vechten. Dan dreigen in onmin levende partners tot elkaar veroordeeld te blijven wegens onbetaalbare griffierechten, dreigt een ten onrechte ont-slagen zwangere vrouw te moeten berusten in haar ontslag en dreigt een onevenredig hoge WOZ-taxatie geslikt te moeten worden. Kortom: de hardwerkende burger die onrechtmatig is behandeld, wordt keihard gepakt. Als dat tot gevolg heeft dat mensen hun onderlinge conflicten buiten de rechter om gaan regelen, dan is de bijl gezet aan de wortels van de democratische rechtstaat.