De gasprijzen stijgen. De schatting is dat meer dan een half miljoen huishoudens hun rekening niet kunnen betalen. Wat is er aan de hand? Hoe kritisch is het huishoudboekje van veel huishoudens als een onverwachte stijging van naar verwachting 50 euro per maand niet is op te brengen? Leeft een half miljoen huishoudens op de grens van armoede?
Het Sociaal Cultureel Planbureau stelt: “Iemand is arm als hij/zij consistent niet over de middelen beschikt om te bemachtigen wat in zijn gemeenschap minimaal noodzakelijk is”. Dat is uitgewerkt in het zogenoemde ‘niet-veel-maar-toereikend criterium’ voor armoede. Voor uiteenlopende typen huishoudens is een bedrag vastgesteld dat voldoende is voor onvermijdbare, basale zaken (voedsel, kleding, wonen, transport, verzekeringen, persoonlijke verzorging en dergelijke) met daaraan toegevoegd een bescheiden bedrag voor sociale participatie (op visite gaan, een korte vakantie, lidmaatschap van een sport- of hobbyclub).
In de periode 2001 – 2017 is het aantal personen dat in armoede leeft conform de definitie van het SCP ongeveer gelijk gebleven. In 2001 bedroeg het percentage 5,8% van de bevolking. In 2017 lag het percentage op 5,7% van de bevolking.
Op 15 oktober publiceerden het Centraal Bureau voor Statistieken en de Universiteit Utrecht het rapport ‘Inkomen verdeeld 1977 – 2019’. Het rapport laat zien dat inkomensverschillen tussen rijk en arm sinds 1990 vrijwel constant zijn gebleven. De kloof tussen rijk en arm zit niet zozeer in inkomen als wel in bezit. De rijkste 10% bezit meer dan 1000 miljard euro. De onderste helft heeft niet of nauwelijks bezittingen of heeft schulden.
Laten de cijfers over armoede en inkomensverdeling zien dat we te maken hebben met een natuurlijk gegeven? Als armoede een wiskundig probleem zou zijn dan is het zeker in veertig jaar tijd niet gelukt het probleem op te lossen. De som komt in 2021 zeker niet op nul uit. Is armoede op te lossen of is het deel van de condition humaine?
Op 4 juni 2018 hield de Amerikaanse filosoof Robert Bernasconi in Nijmegen een lezing in de serie ‘Radboud reflects’. Zijn lezing ‘Levinas, Vulnerability and Responsibility’ is een pleidooi kwetsbaarheid te zien als relationeel. Schatplichtig aan het werk van filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995) gaat het Bernasconi om de vraag: ‘Wat doet de kwetsbaarheid van een ander met mij?’ Welke verantwoordelijkheid neem ik als ik iemand anders in een kwetsbare positie zie? Cijfers over armoede zijn abstract, maar wat als ik luister naar de verhalen van de personen die achter de cijfers schuil gaan. Voor Bernasconi is het duidelijk dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor de ellende. Primair voor hem is echter dat jezelf in het aangezicht van de ander verantwoordelijkheid neemt. Als je luistert, je jezelf verplaatst in de ander, je hem of haar kent dan kan je de ander niet met lege handen tegemoet treden. Je moet op de behoefte van de ander reageren.
Het nemen van verantwoordelijkheid kan als we ons bewust zijn van de manier waarop we reageren op kwetsbaren. Bernasconi stelt dat we weigeren onszelf bloot te stellen aan kwetsbaren. Als voorbeeld noemt hij het gaan leven in suburbs en gated communities in de VS. In suburbs en gated communities onttrekken bewoners zich aan kwetsbaren. Wat niet gezien wil worden, wordt buitengesloten. Angst en het gevoel bedreigd te worden voeren de boventoon. “Reis niet naar de sloppenwijk. Ze bestelen je. Je bestaan ben je niet veilig.”
De geluiden over het gevoel van angst en bedreiging zijn in Nederland ook eenvoudig te herkennen in bijvoorbeeld het debat over vluchtelingen. ‘De goeden uitgezonderd, maar wat als heel Afrika hier komt? Ze maken gebruik van onze sociale voorzieningen! Ze nemen onze banen in! Migranten bedreigen onze samenleving!’ Maar wat als jij nu eens in een kwetsbare positie komt en zou moeten vluchten?
Misschien dat achter de vastgeroeste inkomensongelijkheid tussen arm en rijk ook een gevoel van angst en bedreiging zit. Wat betekent het voor mijn koopkracht als de regering iedereen uit de armoede haalt? De rekening voor de korting op de energiebelasting moet uiteindelijk toch iemand betalen?
Blijft het gevoel van angst en bedreiging dominant dan blijven dossiers als armoede en migratie onopgelost. Ik ga met Bernasconi en Levinas mee. Kwetsbaarheid is relationeel. Het is de relatie die mij tot de ander bindt. Hoe kan je weglopen als armoede een gezicht krijgt? 5,8% van de bevolking die in armoede leeft, is abstract. De persoonlijke verhalen zijn dat niet. Alleen, in het besef van je eigen kwetsbaarheid, in het plezier van het geven en in het kunnen brengen van een lach op het gelaat van een andere kunnen we kwetsbaarheid te lijf gaan. Geen instantie, regering of filantroop die hier tegenop kan.