Een natie die luid schreeuwt om vrijheid en nationale bevrijding, kan niet slechts fluisteren over het bloed van de Israëli's!
Dit is het uur van het bloed. Het uur van jullie bloed, niet van ons bloed dat op dit moment blijft vloeien in Gaza. Is dat niet ironisch? Want terwijl deze zinnen geschreven worden zijn er meer dan 10.000 Palestijnse burgers afgeslacht in Gaza – en toch kies ik er bewust voor om over jullie bloed te praten en niet over het onze. Ik kies ervoor om over jullie bloed te praten, niet omdat er twee verhalen zijn die we "evenwichtig" moeten benaderen, niet omdat het belangrijk is duidelijk te maken dat de politieke situatie ingewikkeld is en ook niet om een ander geluid te laten horen nu het Palestijnse leiderschap zo beschamend faalt. Ik richt deze woorden vooral tot jonge Palestijnse vrouwen, waarvan sommigen me privé durfden te schrijven en me vertelden dat iedere keer dat het dominante Palestijnse nationale verhaal hen niet verder brengt, ze terugvallen op mijn teksten en die lezen. Ik richt deze woorden tot de Israëlische vrouwen die mijn partners zijn in de strijd om de bezetting te beëindigen.
Prachtige zielen, ik herinner me levendig de dag waarop de geur van jullie bloed doordrong in mijn neusgaten en niet verdween totdat ik toegaf dat wij, de Palestijnen, ook Israëli's vermoorden. Ik herinner me de dag, de tijd en het moment van deze bekentenis goed. Het was in het huis van mijn 'heks', de bijnaam die ik gaf aan een Joodse vriendin. Deze bekentenis vloeide op een herfstdag uit mijn mond in een klein appartement in het zuiden van de stad. Het was een gewone dag waarop drie vrouwen, twee Palestijnen en een heks, bijeen kwamen in een schaars verlichte keuken in een klein appartement in Zuid-Tel Aviv en poëzie probeerden te schrijven. Wat we eigenlijk deden was sigaret na sigaret opsteken, in honger, woede, hulpeloosheid. Terwijl we de eeuwige "situatie" bespraken vulde plotseling het bloed mijn mond.
Mijn geestverwanten in het verzet, ik zal bekennen dat ik deze bekentenis niet voorzien had, ik had niet gedacht of me zelfs maar voorgesteld dat ik deze ooit zou kunnen doen. Misschien dat ik me zoals veel Palestijnen ertegen verzette, ontkende, ertegen vocht. Ik probeerde heftig te ontkomen aan deze zin, maar jouw bloed bleef in mijn neusgaten vloeien en verstikte mijn ziel. Ik schreeuwde tegen de spiegel: er is geen ruimte voor meer bloed, één soort bloed is genoeg! Hoe kan ik twee bloedgroepen verdragen! Ik hield mezelf keer op keer voor dat ik niets te maken heb met het Israëlische bloed. Mijn expertise is immers het Palestijnse bloed. Dat moet ik uitdrukken, verkondingen, laten zien en wanneer dat nodig is ook gebruiken. Bovenal moet ik zelf dat bloed zijn!
Mijn lieverds, jullie weten hoe duister het Palestijnse bloed is. Hoe plakkerig het Palestijnse bloed is. Hoe verstikkend het Palestijnse bloed is. Hoe koud het is. Hoe het je breekt. Het bloed zit in iedere ademhaling, beweging, blik. Het zit als een eenzame wolf in de diepste hoeken van onze ziel, lichaam, in mijn vingers die deze woorden tikken, en het gromt: waag het niet om deze woorden op te schrijven.
Mijn vrije geestverwanten, jarenlang werd deze bekentenis in mijn mond gesnoerd. Ik vreesde de beschuldigingen, de verwijten van verraad, het kapotmaken van mijn Palestijnse verhaal. Die dag lukte het met voor het eerst die zin volledig uit te spreken. Mijn stem trilde en ik stamelde. Mijn tong was niet gewend aan deze onbekende spraakbeweging waarmee gezegd wordt "wij doden ook Israëli's." Ik placht immers alleen maar te zeggen "Zij zijn de moordenaars" en nu dwong ik het om "wij" te zeggen. Ik herinner me dat mijn heks enigszins huiverde, schrok. Ik ken die blik maar al te goed: ze geloofde niet dat ik, de Palestijnse vrouw die met tegenzin optreedt als vertegenwoordiger van het Palestijnse collectief, deze zin kon uitspreken. Ik kon me ook totaal niet voorstellen dat ik in staat zou zijn zo'n kernbom op het Palestijnse verhaal te laten vallen.
Een ruwe en gewelddadige stilte overviel ons drieën: noch sigaretten, noch mokken koffie, noch gekonfijte sinaasappels, door mijn "heks" gekocht op de HaTikva markt, konden die doorbreken.
Mijn droeve geestverwanten, jullie weten als de beste hoe zwaar het voelt met Palestijns bloed, maar het voelt dubbel zo moeilijk met Israëlisch bloed. Ja, laten we het onder ogen zien, het is moeilijk om hun bloed te begrijpen. Het is moeilijk om jullie bloed te begrijpen. Jullie bloed lijkt altijd ver weg, vreemd. Palestijns bloed komt altijd op de eerste plaats. We wisten dat jullie bloed werd vergoten, het verzwakte geluid ervan bereikte ons, maar het Palestijnse bloed dat op massale, systematische en doelbewuste manieren werd vergoten, overheerste altijd. Jullie bloed kwam altijd later. Eerst kwamen er beelden van Muhammad Eldora, Iyad Al-Hhalak, Razan Alpangar, Abir Al-Aramin, de lijst is lang. Jullie bloed werd altijd vergezeld door de met stof bedekte gezichten van Gazaanse-kinderen die stierven onder het puin van doelgerichte bombardementen, in het gebroken aanzien van duizenden Palestijnen die jullie als schapen bij controleposten samendreven, en in de voetsporen van kinderen die naar school gingen en nooit terugkeerden.
Dus laten we het onder ogen zien, jullie bloed maakt geen kans in deze strijd: Palestijns bloed heeft het overspoeld en zal het altijd overspoelen. Maar toch is niet alle hoop verloren. Dierbaren, het waren niet de recente of eerdere tragische gebeurtenissen die jullie bloed dichterbij brachten. Nee. Het was en is nog steeds een bewuste ethische, morele en politieke keuze om jullie bloed te vergoten zien worden en het daarom in mijn hart te sluiten. Lieverds, die keuze mag niet afhankelijk zijn van de mate van wreedheid van zekere gebeurtenissen, van het dominante Palestijnse debat dat zijn koers is kwijtgeraakt, of afhankelijk zijn van de verklaringen van Palestijnse politici die moreel gefaald hebben. De keuze is een doelbewuste, ferme daad, omdat het de waakhond van "moreel besef" plaatst voor het soms verblindende nationalisme.
Mijn lieve verwarde geestverwanten, het afleggen van deze bekentenis was rampzalig ten aanzien van het narratief, maar het bevrijdde me. Ja, het bevrijdde me van de ketenen van het Palestijns-nationalistische stilzwijgen dat mij jarenlang werd opgelegd en me voor altijd tot gevangene van jullie bloed maakte. De hemel stortte neer, het werd donker en ruïneerde alles maar in mijn hoofd was ik bezig met vragen als: Welk verhaal ga je nu vertellen? Welk Palestijns verhaal ga je samenstellen uit de verplichtingen van deze twee bloedgroepen die rusten op jou en je tong? Hoe kan het Palestijnse nationale verhaal nog overleven na zo'n dodelijke bekentenis? Welk verhaal kan er voortkomen uit dit bloed dat van mij en van jullie is? Kan het Palestijnse verhaal zo'n tegenstrijdigheid in zich opnemen en toch legitiem overeind blijven? Maar bovenal vroeg ik mezelf af, wie ben je zelf nog na deze bekentenis?
Mijn Palestijnse vrienden, jullie zullen verrast zijn. Het Palestijnse verhaal kan overleven en zelfs herboren worden als we erkennen dat we dit bloed vergieten, het veroordelen en een alternatief Palestijns verhaal scheppen, zonder dubbele maatstaven. Wij, als Palestijnen, kunnen alleen overleven als we besluiten dat het verhaal dat we onszelf altijd vertelden niet langer opgaat. Binnenkort zullen we er zelf ook niet meer in geloven. We kunnen alleen overleven als we een begin maken met het pijnlijke traject om een alternatief verhaal te bedenken waarin geen plaats is voor Israëlisch bloed noch enig ander bloed, zodat ook ons bloed een rode lijn wordt! Nationale Palestijnse bevrijding komt door juist dat te bekennen.
Mijn angstige geestverwanten, ik wil jullie vertellen dat ik niet bang ben om mezelf opnieuw uit te vinden, om een alternatief nationaal verhaal te produceren dat in staat is om deze moord te erkennen – en toch nog steeds nationale bevrijding te eisen. Ik schrik er niet voor terug om voor altijd twee dodelijke verhalen in me te dragen, dat van "slachtoffer en dader." Wat me wel bang maakt, is dat ik voor altijd twee hongerige wolven in me zal moeten dragen, die meedogenloos zijn in zowel hun kracht als honger, en er toch voor te kiezen keer op keer de bloeddorstige wolf uit te hongeren. Ik ben bang om voor altijd op mijn hoede te moeten zijn met ons bloed en jullie bloed, en dat er geen einde zal komen aan het bloed als de bezetting niet stopt. Ik ben bang dat op een dag, vanwege de pijn, woede en beschadigingen de bloeddorstige wolf in me zal winnen.
Dapperen, deze bekentenis is geen rechtvaardiging voor de bezetting, deportatie, het geweld van de kolonisten op de Westelijke Jordaanoever en in de Jordaanvallei, noch voor het platbombarderen van Gaza. Sterker nog, deze bekentenis mag hoe dan ook niet in strijd zijn met het Palestijnse seculiere nationale verhaal. Integendeel, het behoort er onderdeel van te zijn, omdat het hart en de stem van het Palestijnse verhaal juist diep moreel zijn. Als onze rechtvaardige eis voor nationale bevrijding in de eerste plaats een menselijke morele eis is, nog voordat die politiek wordt, dan kan deze op geen enkele manier een fundamentele morele tegenstrijdigheid bevatten die ons toestaat het bloed van anderen te vergieten, louter omdat het dominante Palestijnse verhaal hen bestempelt tot "vijanden" die koste wat kost moeten worden bestreden!
Lieve Palestijnse vrouwen, "koste wat kost" staat gelijk aan "het recht van Israël om zichzelf te verdedigen." "Koste wat kost" is eindeloos diep in het Israëlische bloed ondergedompeld raken en weigeren het te zien. "Koste wat kost" is de wolf die dorst heeft naar bloed, niet degene die dorst heeft naar vrijheid.
Mooie mensen, deze bekentenis past bij ons als Palestijnen, past bij onze nationale en rechtvaardige eisen als Palestijnse vrouwen en mannen om de bezetting te beëindigen en vrij te zijn. Deze bekentenis past bij onze droom en past bij degenen die ervan dromen. Het past bij jullie allemaal, omdat een natie die luidkeels schreeuwt om vrijheid en om nationale bevrijding het bloed van de Israëli's niet slechts kan fluisteren.
In deze totaal gepolariseerde polemiek, zijn er gelukkig ook nog mensen die niet onvoorwaardelijk het grove geweld van één van beide partijen steunen.
Maar ja, zoals Rajaa meeleeft met Joden leef jij niet mee met Palestijnen. Anders zou je tegen apartheid en voor volledige gelijkwaardigheid van Joden en Palestijnen zijn
Hoe kan het Palestijnse verhaal overleven? Het Palestijnse verhaal is gebaseerd op de waarheid. Het Israëlische verhaal is vaak gebaseerd op mythen. Bijv Ilan Pappe: Ten myths about Israel, of Mythologies without end van Jerome Slater Hopelijk overwint de waarheid, en niet de leugen!
Tijdens een nacht als deze waarbij ik wakker word van alle onrust die in mij raast na het zien van Israëlische TV, het lezen en horen van politieke en militaire commentaren die een mens als mij horendol maken, na het hebben laten bezinken van het schrik dat 2 jonge mensen die mij zeer nabij staan net weg waren en ontsnapten vlak voor op 7 oktober de slachtpartij begon, na het overdenken van hoe het militair verder zou moeten gaan en waarbij ik tot conclusies kwam over onvermijdelijk Palestijns leed die ik niet onder ogen wilde zien, na het dagenlange dilemma wat ik belangrijker vind: doorvechten en Hamas verslaan of levenskans bieden aan de gegijzelden, na een dag bijna zonder stem nadat ik zaterdag tijdens een demonstratie voor de gegijzelden mijn stem kapot schreeuwde met leuzen die ik tot in mijn voegen steun, werd ik onrustig wakker en las ik de hartenkreet van Raja Natour. Eindelijk een stem die veel mooier dan ik het zeggen kan, aangeeft wat ik zelf ook voel. Gelukkig, er zijn nog meer mensen die vergelijkbaar gevoelsmatig dolen in de waanzin van dit conflict waarmee ook ik als 73 jarige tot in het diepst van mijn ziel betrokken ben. Misschien toch maar weer proberen om te gaan slapen.
Palestijns journalist, dichteres en mensenrechten madam...ja, als ik daar geboren zou zijn, en opgevoed, en ingelicht en geindoctrineerd, zou ik een soortgelijk verhaal klaar hebben . En als ik jonger was geweest, hier in het veilige NL, (nous etions jeunes, La Boheme), zou ik misschien ook met een Arafat sjaaltje mee gelopen hebben, ook kwestie van cultuur en academische kleur).
Nog wat zitten googlen, altijd nuttig. Rajaa schrijft voor de Israelische krant Haaretz, is in tel Aviv afgestudeerd (in conflict beheersing), spreekt uiteraard perfect hebreeuws, plus arabisch, maar redeneert wel helemaal vanuit een Palestijnse bubbel, vreemd allemaal eigenlijk. Ze is ook feminist en gender specialist, die, nog vreemder, Palestijnse homo,s aan papieren helpt om naar Israel te vluchten omdat ze in de Westbank nogal last kunnen hebben. Ik had het boven dus tamelijk fout...
Je zat er helemaal naast! Gelezen het artikel begreep ik niks van die eerste reactie. Beter het halve ...
Je wilt het vast niet lezen, maar ik denk dat het gezonder is om niet vast te blijven houden aan iets wat nooit was en waarschijnlijk nooit zal zijn.