Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Hoe de hel losbarstte tijdens een pelgrimage naar Hebron

  •  
28-11-2022
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
1173 keer bekeken
  •  
IMG_0152

De honderden Israëli's die meededen, deden dit op een golf van fanatisme en straffeloosheid.

Ben Gvir, de aankomende Israëlische minister van ‘openbare veiligheid', komt uit Kiryat Arba, een grote joodse nederzetting op loopafstand van het centrum van Hebron, waar zo’n 1000 Israeli’s wonen in een serie kleine nederzettingen. Ben Gvir is er een bekende persoonlijkheid die wordt geassocieerd met de volgelingen van de voormalige Meir Kahane die in de laatste decennia van de vorige eeuw pleitte voor de ‘transfer’ (lees: verdrijving) van Palestijnen uit Israël en de Westelijke Jordaanoever.

De meeste joden in het centrum van Hebron wonen dichtbij Shuhadeh Straat, een lange straat met zijstraten in de buurt Tel Rumeideh. Het gebied is een soort openluchtgevangenis omringd door checkpoints. Het leger staat Palestijnen van buiten noch Palestijnse auto's toe de Shuhadeh Straat binnen te gaan. Alle doorgaande wegen of paden vanuit de grote Arabische suq (markt) zijn versperd. Israëli's hebben daarentegen zowel te voet als met de auto vrij toegang tot de wijk.

Het gebied is zwaar gemilitariseerd, met wachttorens en legerposten in overvloed. Bij een van de controleposten aan de Shuhadeh Straat is een op afstand bestuurbaar systeem geïnstalleerd om een menigte uiteen te drijven, met onder meer de capaciteit om verdovingsgranaten, traangas en kogels met een sponspunt af te vuren.

Een paar weken geleden heeft de in Bethlehem gevestigde organisatie waar ik werk, het Arab Educational Institute, “storyboards” getoond vanaf een dak vlakbij de buurt, om verhalen van plaatselijke Palestijnse vrouwen te laten zien die vertellen over de dagelijkse schendingen van waardigheid welke de inwoners moeten ondergaan (zie foto's). In de afgelopen jaren werkte AEI samen met lokale Palestijnse vrouwenorganisaties in Shuhadeh Street en andere delen van de stad om de dienstverlening te verbeteren en een 'early warning'-systeem te ontwikkelen tegen crisissen.

IMG_0088 (2)

Maar niets waarschuwde de inwoners tegen de hel die iets meer dan een week geleden uitbrak op de straat en omgeving.

Het gebeurde tijdens Chayei Sarah, een massa-bijeenkomst ter gelegenheid van het vijfde wekelijkse Torah-gedeelte van de jaarlijkse cyclus van Torah-lezingen, waarin het leven wordt besproken van de vrouw van aartsvader Abraham, Sarah, die volgens de traditie in Hebron is begraven. Op de zaterdag kwamen naar schatting 30-40.000 Israëlische bezoekers voor die gelegenheid naar de stad. Het was als een pelgrimstocht, zeer nationalistisch en gepolitiseerd, zoals we die kennen in Bethlehem tijdens de Dag van Rachel.

Het eerste Chayei Sarah-evenement werd gehouden in Hebron in 1996, in een poging om te voorkomen dat het volgende jaar het Hebron-protocol werd ondertekend, welke de stad in twee sectoren verdeelt: H1 onder civiel Palestijns bestuur en H2 waar de joodse kolonisten wonen met zo’n 20.000 Palestijnen en die onder volledige Israëlische militaire controle staat.

Chayei Sarah is door de jaren heen als evenement gegroeid. De bezoekers, zowel ultraorthodoxe als seculiere Israëli's, zetten tenten op in het centrum van de stad. Er heerst niet alleen een camping- en vakantiesfeer, maar ook een sfeer van suprematie, een wil om te laten zien wie de 'heer van het land' is.

Haaretz (hier, en hier), the Times of Israel en de website +972 van de Israelische vredesbeweging geven een aantal citaten die aangeven wat er gebeurde.

Ter voorbereiding op de komst van de bezoekers had het Israëlische leger het centrale marktgebied van Hebron afgesloten en geëist dat winkeliers hun kraampjes zouden sluiten om kolonisten daarheen te laten marcheren. Louie, de eigenaar van een winkel op de markt, zei dat de soldaten "onze goederen op de grond gooiden en vervolgens traangas en rubberen kogels afvuurden om ons te laten vertrekken."

Vervolgens vond er een soort invasie plaats in Shuhadeh Straat. Een Israëlische soldaat zei dat hij honderden joden gedurende een periode van twee uur met stenen naar Palestijnse huizen had zien gooien. "We probeerden de situatie onder controle te krijgen en elke keer kwamen er joden opdagen en gooiden stenen, maar het lukte ons niet om ze te pakken te krijgen," zei hij. "Op het hoogtepunt van het incident kwamen honderden joden en begonnen ons [Israëlische soldaten] Duitsers [dat wil zeggen nazi's] te noemen en ons te bespuwen."

Plaatselijke Palestijnen hadden een iets ander verhaal over de rol van het leger.

“Er waren hier vijftig kolonisten. Er was hier niemand om me te helpen. Een van hen sloeg me in de schouders en in de rug”, beschreef de 26-jarige Yousef Azzeh.

“Mijn hoofd begon te tollen. Ik rende weg zodat ze me zouden volgen en niet naar mijn huis zouden komen. Ik had geen kracht en ik kon niet ademen. Ik viel neer en schreeuwde en toen zag ik soldaten mijn vrienden slaan terwijl er kolonisten boven mijn huis waren.”

“Ik ben hier opgegroeid. Het is nog nooit zo geweest', zei Azzeh. 'Er waren hier soldaten. Waar waren ze gisteren? Als ze zeggen dat ze me beschermen, is dat niet waar. Als je me wilt beschermen, kun je hier 20 soldaten plaatsen. Met mijn eigen ogen heb ik geen enkele soldaat gezien die de buurt beschermde.”

De zestigjarige Bassam Abu Aysha zei dat de Palestijnse inwoners in afwachting van wat er komen ging thuis bleven uit angst voor geweld.

"Er is geen enkel huis in Tel Rumeida dat niet is aangevallen. Wat er vandaag is gebeurd, was niet normaal. Een 15-jarige werd aangevallen met een steen in het gezicht en zijn neus was gebroken, mensen werden besproeid met pepperspray." 

Abu Aysha wees naar een laag hek rondom zijn huis en zei dat hij vanaf daar Israëli's eroverheen zag springen en zijn tuin in, waar ze stenen gooiden. Dankzij beschermend tralies en gaas raakten de ramen van het gebouw niet beschadigd. 'Tel Rumeida is een afgesloten plek. Terwijl er ergens anders [in de stad] plekken zijn om naartoe te vluchten, is er hier geen plek om weg te gaan,” zei Abu Aysha.

"We wilden onze families beschermen, dus gingen we naar buiten", vertelde Abu Aysha. Hij zei dat hij, nadat hij naar buiten was gegaan, werd aangevallen door het leger. “Soldaten schopten hem en gooiden hem op de grond. "Dezelfde soldaten die we dagelijks spreken, dat waren degenen die ons hebben geslagen", zei hij.

Terwijl een soldaat me vasthield, arriveerde er een kolonist die me een klap gaf. Ze hebben geen respect. Ik ben 60 jaar oud, maar ik was de eerste die werd aangevallen.”

Abu Aysha verwondde zijn been tijdens de aanval en werd daarna naar het ziekenhuis gebracht. Hij zei dat een arts hem had aanbevolen om daar te overnachten om hem zo onder toezicht te houden, maar hij besloot naar huis terug te keren uit bezorgdheid dat de aanvallen zouden worden hervat. “Elk jaar staat het leger de kolonisten toe te doen wat ze willen, maar ze slaan ons niet zelf. Dit jaar hebben de soldaten ons meer geslagen dan de kolonisten,” zei Abu Aysha.

“Ze [kolonisten] namen stenen van de nabijgelegen begraafplaats en gooiden ze naar ons. Joodse vrienden die op het nieuws zagen wat er gebeurde, belden om te zeggen dat ze zich schaamden.”

De honderden Israëli's die meededen, deden dit op een golf van fanatisme en straffeloosheid. Menigeen had gedronken. De demonstranten werden gefilmd terwijl ze zongen: “een jood is een soul; een Arabier is een klootzak” (wat rijmt in het Hebreeuws). Eerder hadden Israëlische legerofficieren Baruch Marzel, een extreemrechtse activist, rabbi en Kahanist zoals Ben Gvir, uitgenodigd om een lezing over de geschiedenis van Hebron te geven aan reservisten die daar dienden.

“Vroeger was het nog mogelijk bezwaar te maken tegen lezingen van rabbijnen; tegenwoordig is de meerderheid [van de soldaten] religieus en elke poging om bezwaar te maken is veel moeilijker. De mensen die die docenten uitnodigen, zijn hoge officieren van de brigade en het bataljon,” zei een soldaat.

Afgelopen week reisde een groep Israëlische vredesactivisten naar Hebron om lokale Palestijnse families te ontmoeten als een daad van solidariteit na het gebeurde.

Op filmbeelden is te zien hoe Israëlische soldaten een van de activisten probeerden te arresteren, die vluchtte, voordat hij tegen de grond werd geslagen en gewelddadig bewerkt.”'Ben Gvir gaat hier orde op zaken stellen,” had een soldaat tegen hem gezegd. "Het is gebeurd, jullie hebben verloren ... de pret is voorbij." Gevraagd door de filmactivist: “Waarom? Doe ik iets illegaals?” antwoordde de soldaat: “Alles wat je doet is illegaal. Ik ben de wet,” en beveelde de activist achteruit te gaan.

De soldaat had op een lapje stof op de achterkant van zijn militaire vest de tekst: “One shot. One kill. No remorse. I decide."

"We kunnen de effecten van de benoeming van Ben Gvir al zien", luidde een daaropvolgende verklaring van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Breaking the Silence. In een reactie op de laatste gebeurtenis zei Ben Gvir dat hij opdracht zou geven tot een onderzoek naar de vraag of de vredesactivisten de soldaten niet hadden "geprovoceerd".

De verwachting is dat de joodse nederzettingen in Hebron de komende jaren zal groeien. In het afgelopen jaar is begonnen met de bouw van 31 wooneenheden in een wijk langs de Shuhadeh Street, terwijl 70 extra wooneenheden zullen komen in het gebied van de centrale markt van de stad, welke toebehoort aan de gemeente Hebron.

Foto's bij dit artikel: Een aktie rond Shuhadeh Straat georganiseerd door het Arab Educational Institute en mogelijk gemaakt met een subsidie van de Haella Stichting en het Aktiefonds. © Toine van Teeffelen

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.