Ze bewegen moeiteloos tussen biriyani en stamppot, Bollywood en Nederlandse films. Hindostanen onzichtbaar? Dat komt vanzelf goed
Hindostanen zijn in Nederland niet alleen de grootste groep Surinamers, ze zijn op Turken en Marokkanen na de grootste allochtone groep. Ze zijn bovendien goed geïntegreerd op sociaal-economisch terrein en streven op cultureel vlak harmonie en aanpassing na, met behoud van hun culturele erfgoed.
De onbekendheid komt volgens bijzonder hoogleraar Chan Choenni doordat er weinig Hindostanen werkzaam zijn in de media, amusement en sport. De achterliggende reden hiervoor is een behoefte aan financiële zekerheid. Hindostanen migreerden vanuit India als contractarbeiders naar de toenmalige Nederlandse kolonie Suriname (1873-1916), waar zij onder erbarmelijke omstandigheden op plantages werkten. Aan de volgende generaties was de boodschap: werk hard, want hoe rijker, hoe meer bestaanszekerheid.
Maar er zijn meer redenen voor onzichtbaarheid. Een migratiegeschiedenis waarbij een volk zich in relatief korte tijd heeft verspreid over drie continenten is per definitie complex. Kennisgebrek over de bevolkingssamenstelling in Suriname en de beeldvorming spelen ook een rol. De Afrikaanse slavernij heeft 300 jaar geduurd, de Hindostaanse contractarbeid 43 jaar. Door hun uiterlijk worden Hindostanen eerder geassocieerd met India dan met Suriname. Dat klopt natuurlijk, maar Creolen hebben dit niet met Afrika.
Integratie ‘Hindostani-stijl’ betekent integreren met behoud van het cultureel erfgoed. Dit is interessant omdat de Hindostaanse cultuur zeer verschilt van de autochtoon Nederlandse. Zet een biriyani-rijstgerecht tegenover een stamppot, Bollywood tegenover de Nederlandse filmcultuur, de Veda’s tegenover de Bijbel. De verschillen zijn enorm. Hoe kunnen die onzichtbaar zijn? Hindostanen zijn er kennelijk toch in geslaagd hier een balans in te vinden. Well done! Het lijkt een ideaal recept voor migratie en integratie: meedoen in de samenleving en trouw blijven aan je culturele identiteit.
De vraag is: is die onzichtbaarheid een probleem? Hindostaanse Nederlanders vormen slechts een procent van de bevolking, zijn over het algemeen goed geïntegreerd met behoud van culturele identiteit. Wat valt er dan nog te bediscussiëren? Is het niet juist een zegen, niet al te zichtbaar te zijn als gemeenschap, maar te worden gezien als individu?
Steeds meer jongeren van de tweede en derde generatie kiezen voor creatieve beroepen als kunstenaar, stand-up comedian, schrijver of acteur. In ‘Hindostani-stijl’ wordt dit gecombineerd: overdag een baan voor financiële zekerheid, in de avonduren creatieve dromen najagen. Hindostanen zijn er! En we zijn er helemaal klaar voor!
Het is absurd dat zo veel mensen niet weten wie Hindostanen zijn. Er moet creatiever worden gewerkt aan bekendheid met de Hindostaanse geschiedenis, die immers onderdeel uitmaakt van de vaderlandse geschiedenis. Politieke invloed is een van de manieren om daarvoor te zorgen.
In de discussie over zichtbaarheid wordt regelmatig afkeurend gewezen op Hindostaans-Nederlandse meisjes, die zich vaak richten op de Indiase Bollywood-showbizz, waardoor zij nauwelijks zichtbaar zijn in Nederland. Maar het streven naar zichtbaarheid moet niet een doel op zich zijn. Zelfontplooiing, vrij zijn om te doen en worden wat je wilt, dat is waar het om draait. Daarnaast is het niet verwonderlijk dat Hindostaanse meisjes zich interesseren voor de Indiase showbizz. India is hot. Bollywood trekt als grootste filmproducent massa’s kijkers uit alle delen van de wereld. In een globaliserende tijd is het niet verkeerd te beschikken over getalenteerde Hindostaans-Nederlandse jongeren die in beide werelden succesvol zijn.
Hindostanen integreren met behoud van eigen cultuur. Ik zie daarin geen tegenstelling, maar juist de belichaming van de Hindostaans-Nederlandse identiteit en het unieke dat zij toevoegen aan dit land. Zichtbaar worden ze vanzelf wel.