De Kristallnacht is wel voorgesteld als het product van volkswoede. Maar de zogenaamde spontane volkswoede was geen onbekende methode van de Duitse nationaal-socialisten. Ook voor andere radicale populisten is de volkswoede een beproefde methode.
‘Ik zou geen jood in Duitsland willen zijn’. Dit zei Hermann Göring op 12 november 1938 tijdens een vergadering van Nazi-kopstukken, drie dagen na de Kristallnacht.
Joseph Goebbels was er. En hij had wat voorstellen. De joden zouden, voor eigen kosten, in de Kristallnacht beschadigde synagogen zelf moeten afbreken. Er zou hen de toegang tot theaters en bioscopen ontzegd moeten worden. Zij zouden niet langer in dezelfde treincoupes als Duitsers moeten mogen reizen. En de Duitse bossen, een in de nazi-ideologie belangrijke publieke ruimte, zouden voortaan van joden verschoond moeten blijven.
Reinhard Heydrich was er ook. Hij wees zijn collega’s erop het belangrijkste doel voor ogen te houden: de joden dienden Duitsland te verlaten. Het Rijk moest van joden geschoond worden.
Göring wilde de joden verplichten een uniform te dragen. Hij wilde ze opsluiten in getto’s. Heydrich zag niets in uniformen en getto’s. Die laatste zouden volgens hem broeinesten van criminaliteit worden. Een badge was voldoende om joden in de publieke ruimte te herkennen. Uniformen, getto’s, badges en de gedwongen verkoop van joodse ondernemingen en waardevolle bezittingen. Daarover ging het op 12 november 1938. Op perverse wijze had Hermann Göring gelijk: wie had er een jood willen zijn op 9, 10, 11 of 12 november 1938. En wie in de dagen, weken of jaren erna?
De Kristallnacht was een cruciaal moment in de discriminatie, uitsluiting vervolging en vernietiging van het Duitse en Europese jodendom. Na 9 november 1938 was de gang der geschiedenis nog veel moeilijker dan voorheen te keren. De Kristallnacht is wel voorgesteld als het product van een volkswoede, die volgde op de moordaanslag op een Duitse diplomaat in Parijs door een wanhopige joodse jongen. Maar de zogenaamde spontane volkswoede was geen onbekende methode van de Duitse nationaal-socialisten.
Ook voor andere radicale populisten is de volkswoede een beproefde methode. Voor hun doelen –doelen die naar bestaande maatstaven vaak onwettig en immoreel zijn en waarvoor redelijke en rationele rechtvaardigingen veelal ontbreken– hebben zij een nieuwe bron van vermeende legitimiteit nodig. Die vinden zij in de zelf gecreëerde of gemanipuleerde stem van het volk. Dat zagen wij enkele jaren geleden in de Deense cartoonkwestie.
De angst, wraak, afgunst of haat waarmee radicale populisten de bevolking voeden, krijgen zij als politiek kapitaal in de vorm van volkswoede terug. Daarmee rechtvaardigen zij vervolgens een politiek die met uitsluiting begint, maar waarvan wij vaak niet weten waar hij eindigen zal.
Alleen al daarom moeten wij de uitsluiting van groepen burgers tegengaan. Joodse burgers, islamitische burgers, alle burgers. Ook vandaag de dag. Ook hier in Nederland.
Wat als culturele of sociale uitsluiting begint, gaat al snel over in economische of politieke uitsluiting en kan vandaar leiden tot een punt waarop de loop der geschiedenis niet te keren is. Dat punt moeten wij niet bereiken.
Vandaar dat ook vandaag waakzaamheid geboden is. Ik heb die waakzaamheid jammer genoeg gemist toen enkele weken geleden het parlementaire spreekgestoelte werd gebruikt om een oproep te doen om de Nederlandse straten schoon te vegen, om islamitische hoofddoeken uit het straatbeeld te verwijderen en om ten minste de vervuiler via een kopvoddentax voor de vervuiling te laten betalen. De volkswoede werd met denigrerende, beledigende en discriminerende taal aangewakkerd. En te veel omstanders in het parlement zwegen. Wie zwijgt stemt misschien niet toe, maar keurt ook niet duidelijk af.
Wie ziet dat de volkswoede wordt aangewakkerd en het maar zo laat, moet niet verbaasd zijn als uiteindelijk de volkswoede heerst. En waar de volkswoede heerst, is er altijd iets dat niemand wil zijn: jood, moslim, christen of atheïst.
En zo’n land stond in 1948, tien jaar na de Kristallnacht, de opstellers van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens niet voor ogen. De belofte van de Universele Verklaring is een wereld vol landen waar iedereen wil leven: moslim, jood, christen en ongelovige. Aan die belofte moeten we blijven werken.
Lees ook: Bedolven onder een aangezwengelde golf van haat (Joop.nl)