Het voodoo effect van de angst om te dik te zijn
• 11-08-2012
• leestijd 2 minuten
Iedere dag een gezond weetje. Vandaag: Leidt de voortdurende
confrontatie met ideale lichamen in films, op televisie, in advertenties tot een vals lichaamsbesef?
Ivan Wolffers schrijft elke dag een gezond weetje, gebaseerd op onderzoeken met merkwaardige en soms ongelofelijke uitkomsten. Door de weetjes van Wolffers leer je van alles over bijvoorbeeld verschillende ziektes, medicijngebruik en gezond afvallen, maar ook over de vaak komische verschillen tussen mannen en vrouwen.
Tieners die zichzelf te dik vinden hebben neiging om als volwassene daadwerkelijk te dik te worden. Zo zou blijken uit een onderzoek van de Norwegian University of Science and Technology.
Het
onderzoek werd gedaan met gegevens die tussen 1995 en 1997 verzameld werden bij 1196 tieners – zowel jongens als meisjes – met een normaal gewicht. 22 procent van de meisjes en 8 procent van de jongens vond zich te dik. Ze werden tussen 2006 en 2008 opnieuw geïnterviewd en gewogen.
De helft van deze tieners had, toen ze eenmaal volwassen waren geworden, nog steeds een normaal gewicht (BMI tussen 18,5 en 25). Analyse liet zien dat 59% van de meisjes die zich als tiener te dik hadden gevonden als volwassene een BMI boven de 25 had en als alleen naar buikomvang werd gekeken was 78 procent van de meisjes die zich te dik hadden gevonden als volwassene te dik. Ook een aantal van de meisjes die zich in de tienertijd niet te dik hadden gevonden bleek dikker te zijn geworden, maar daarbij ging het om 31 en 55 procent.
Het onderzoek is belangrijk voor de discussie over de invloed van media op bewustzijn van het lichaam en gewicht. Is het zo – wat veel deskundigen veronderstellen – dat de voortdurende confrontatie met ideale lichamen in films, op televisie, in advertenties leidt tot een vals lichaamsbesef? Leidt dat ertoe dat met name meisjes en dan vooral op een onzekere leeftijd zich te dik gaan voelen? En leidt dat tot voedselpatronen en -gewoontes die een ongunstig effect op het gewicht hebben?
Om zo iets goed aan te tonen is het vrijwel ondoenlijk om een conventioneel onderzoek op te zetten. Je zult tevreden moeten zijn met een combinatie van experimenten zodat als deskundigen daarover discussiëren ze tot een consensus kunnen komen. Dit onderzoek wijst in elk geval in een bepaalde richting en je kunt voorzichtig vaststellen dat de wereld niet nog meer ondervoede supermodellen als rolmodel nodig heeft.